Grootteberekening N.L.F.examens 1962
337
door Ir. A. H. van der Most,
hoofdlandmeter van het kadaster te 's-Gravenhage
Daar bij het onderdeel Grootteberekening
van bovengenoemde examens, gehouden voor
landmeettechnicus en landmeetkundig teke
naar, over het algemeen teleurstellende resul
taten werden geboekt, lijkt het aanbevelens
waard de oplossing van het gegeven vraag
stuk eens te bespreken.
De opgave is opgenomen in nummer 6, blz.
198 van de lopende jaargang van dit tijd
schrift. Gemakshalve wordt de figuur hier
nogmaals afgedrukt, nu voorzien van de hulp-
letters a, b, P, Q, R, S, T en U, waarnaar bij
de bespreking van de oplossing wordt ver
wezen.
De berekening wordt gevolgd, zoals deze zou
plaatsvinden onder gebruikmaking van een
rekenmachine. Aangezien met logaritmen de
zelfde methode moet worden gevolgd om tot
een goede oplossing te geraken, wordt deze
berekeningswijze niet afzonderlijk besproken.
Berekende lijnstukken worden in het onder
staande zonder daarmee te willen aange
ven dat dit nu methodisch verantwoord is
steeds op cm's afgerond. Hierdoor zijn de
tussenresultaten vergelijkbaar met die ver
kregen via logaritmische berekening met be
hulp van de five place table. Een en ander
heeft in dit geval geen invloed op het eind-
V
watertoren
"£■40.61
water