MUTATIES 356 gronden op 1 januari 1963. Hiermede beant woorden zij de in het voorlopig verslag ge stelde vraag in hoeverre de Regering bereid is de beslissingsvrijheid van de Eerste Kamer inzake het wetsontwerp te eerbiedigen; een beslissingsvrijheid aldus het voorlopig ver slag welke vooral in de knel komt voor die leden, die het voorkeursrecht van de pachter ongeschonden gehandhaafd willen zien. De Regering is niet ongerust over de prijs ontwikkeling terstond na 31 december a.s. Minister Marijnen heeft in de Tweede Kamer gezegd de vinger aan de pols te willen houden wat de prijsontwikkeling betreft. Hiermee zijn niet bedoeld incidentele prijsexcessen, welke uit nationaal-economisch gezichtspunt zonder betekenis zijn. Op het algemene prijsniveau houdt de Regering het oog gericht. Een ver antwoorde ontwikkeling hiervan zal zij be vorderen door middel van de beleidsinstru menten die zij in haar totale landbouwbeleid hanteert. Hierbij moet niet in de laatste plaats gedacht worden aan de pachtprijsbeheersing. De toepassing van de ontworpen regeling zal aanvankelijk wel enige moeilijkheden ech ter van zeer tijdelijke aard met zich mee kunnen brengen. Dit is het onvermijdelijk ge volg van de overschakeling op een ander sys teem. Zolang van de resultaten van de vrije prijsvorming nog geen duidelijk beeld is ver kregen, mag van de grondkamers een voor zichtig optreden worden verwacht. Het beëindigen van de prijsbeheersing schept mogelijkheden tot betere aanpassing van de structuur van het grondgebruik aan die van de produktietechniek. De tendens naar be- drijfsvergroting als prijsverhogende factor mag niet op zichzelf worden beschouwd, maar moet geplaatst worden in het breder kader van de ontwikkeling van onze landbouw, wel ke tevens een duidelijke vermindering van het aantal bedrijven te zien geeft. De Rege- ring gelooft niet, dat de ondernemers zich diep in de schulden behoeven te steken om de benodigde grond te verwerven. De mi nisters hebben voldoende vertrouwen in het economisch inzicht van de boer. die zich niet zal laten verleiden een zodanige prijs voor de grond te betalen, dat hem verder de middelen ontbreken om deze grond behoorlijk te ex ploiteren. De Regering vreest niet dat een on doelmatig grondgebruik zal ontstaan door het splitsen van bedrijven. De Nederlandse boe renstand is van de noodzaak van structuur verbetering wel zozeer doordrongen, dat aan wettelijke maatregelen tegen ondoelmatige splitsing geen behoefte bestaat. Kadaster Benoemd, m.i.v. 1-10-62 tot techn. hoofdambt, de techn. ambtn. Ie kl. Mej. H. J. Becherer, Utrecht en A. W. Boelhouwer, Zwolle; m.i.v. l-ll-'62 L. Kruit, s-Gravenhage, S. de Boer, Leeuwarden en D. Jofriet, Groningen R; m.i.v. 1-12- 62 tot techn. ambt. Ie kl. de techn. ambtn. M. J. Scheele, 's-Gravenhage, J. Blom, Arnhem en B. J. Jansen, Roermond; m.i.v. 1 -8-'62 tot techn. ambt. de adj. techn. ambtn. P. A. v. Kleef en C. de Kovel, Utrecht. In dienst genomen als adj. techn. ambt. m.i.v. l-10-'62 J. A. Koning, Dordrecht. Verplaatst m.i.v. 16-9- 62 de landm. ambt. J. v. Dael van Assen naar Almelo R; m.i.v. l-10-'62 de adj. techn. ambt. K. Dekker van Alkmaar naar Rotterdam en de tek. J. C. Bekkering van 's-Gravenhage fot. naar Lei den; m.i.v. 15-10-'62 de landm. ambt. A. Zwaag van 's-Hertogenbosch naar Utrecht R en de tek. o.a. H. Haze van Utrecht naar Amersfoort; m.i.v. 1-11-'62 de landm. ambt. H. Zwiebel van Almelo R naar 's-Gra venhage cto en de tek. J. Eijzenga van 's-Hertogen- bosch naar Leeuwarden R; m.i.v. l-l-'63 de landm. ambt. A D. J. Kolstee van Zierikzee R naar Almelo R en de tek. J. H. v. d. Berg van Groningen R naar Leeuwarden R. Ontslagen m.i.v. l-9-'62 de tek. C. Hagen, Leiden en de teks. o.a. J. C. Hendrikx en A. J. G. Zinken, Roer mond en A. V. Hoekstra, Leeuwarden; m.i.v. 12-9-'62 de adj. techn. ambt. J. A. J. Marissen, Utrecht; m.i.v. 1-10- 62 de techn. ambt. P. J. M. v. d. Broek, Roer mond en de tek. J. W. Lubbers, Zwolle; m.i.v. 1-11-62 de landm. ambt. G. S. M. Gram, Amsterdam, de teks. G. A. Vrouwenfelder, Utrecht en Mej. A. Antons, St. Maartensdijk R en de tek. o.a. M. A. Ruiter, Zwolle; m.i.v. 14-11-62 de tek. B. A. M. Wienk, Almelo; m.i.v. 1-1- 63 de landm. ambt. A P. Rijtema, Alkmaar. Onderafdeling Landmeten en Kartografie van de Dienst van Publieke Werken Amsterdam Bevorderd per l-7-'62 tot hoofding.: de ing. Ie kl. B Ir. P. J. Bakker; tot techn. hoofdambt. Bde techn. hoofdambt. A G. D. de Beurs; tot techn. hoofdambt. A: de chefs van onderafd. P. J. Koppies en G. F. Schmitt; tot hoofdopz. hoofd van onderafd.: de hoofd- opz.s. G. Jordens en H. J. C. Wilmink; tot le techn. opz.: de techn. opz. C. J. W. Deuzing en de le opz. M. L. de Bruin; tot ass. tek.: de aank. tek.s. mej. G. A. W. Reurink en H. A. J. Jaspers. Eervol ontslagen m.i.v. 16-8-'62: de opz. C. Donders; m.i.v. 1-9-62: de ass. tek. H. F. Sessink; m.i.v. 15-9-'62: de bureelambt. mevr. R. Veenstra-Pels; m.i.v. l-10-'62: de tek. W. Stronk en de ass. tek. G. W. Stouthart; m.i.v. 10-10-62: de opz. tek. F. van Heeren. Landmeetkundige Afdeling Gemeentewerken Nieuwer-Amstcl Aangesteld als techn. ambt. per l-10-'62: W. Stronk. Landmeetkundige Dienst van Openbare Werken Huizen N.H. In dienst getreden per l-8-'62 als opz. tek.: P. van Hummel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1962 | | pagina 32