331
Alvorens deze reproduktie-apparatuur nader
te bespreken zij opgemerkt dat een optische
pantograaf geen reproduktie-camera is. Het
blijkt dat dit misverstand nog al eens voor
komt. Het is een zeer nuttig en voor een te
kenkamer nagenoeg onmisbaar apparaat, doch
de mening dat het een reproduktie-camera
zou kunnen vervangen, is bepaald onjuist.
De drie belangrijkste delen van een camera
zijn:
a. de optiek (de lenzen);
b. de origineelhouder;
c. de achterkast of negatief houder.
De opname-formaten variëren van ongeveer
30 X 30 cm tot 150 X 150 cm. De origineel
houder kan een ,,kleefraam" of een „aan-
zuigwand" zijn, doch bij de grote en moderne
camera's is dit een vacuümraam, dat kantel
baar en enigszins draaibaar is. Bij donkere-
kamer camera's is hët raam tevens verplaats
baar.
Dat aan de optiek zeer hoge eisen worden
gesteld behoeft geen nader betoog. Dank zij
de wetenschappelijke ontwikkeling geven de
lenzen tegenwoordig geen noemenswaardige
vertekening meer, hetgeen voor een nauw
keurige kaartreproduktie van zeer groot be
lang is.
In dit artikel zal niet nader worden ingegaan
op de verschillende lenzen en hun eigen
schappen.
Zeer belangrijk is ook de stabiliteit van de
camera. Deze moet zodanig zijn dat origineel
houder, lens en negatiefhouder, bijvoorbeeld
bij het optreden van trillingen in de vloer,
volkomen uniform reageren. Indien genoem
de onderdelen de invloed van deze trillingen
op verschillende wijzen ondergaan, zullen bij
het instellen (het op de gewenste schaal
brengen) onaangename situaties kunnen
ontstaan, terwijl wanneer de trillingen op het
moment van de opname optreden men als re
sultaat een vertekend en onscherp beeld zou
verkrijgen.
Om nu deze vereiste stabiliteit te bereiken
heeft men voor de grote reproduktie-camera's
speciale metalen statieven ontworpen, die in
de praktijk uitstekend voldoen.
De camera kan op twee manieren worden op
gesteld:
a. in één ruimte. In dit geval moet bij de
verwerking van het fotografisch mate
riaal de ruimte als een ..donkere kamer"
worden verlicht.
b. in twee door een wand gescheiden ruim
ten. De wand is om de achterkast opge
trokken en wel zodanig, dat het licht
van de ene ruimte de andere ruimte niet
kan bereiken. De balg en de origineel
houder staan dus in het ene vertrek en de
negatiefhouder in het aansluitende ver
trek. Het voordeel hiervan is dat de ruim
te waar zich de negatiefhouder bevindt,
achter de camera dus, als donkere kamer
kan worden ingericht. Terwijl men alle
handelingen aan de voorkant bij normale
verlichting kan verrichten, wordt in het
achtervertrek het lichtgevoelige materiaal
bij de daartoe vereiste verlichting ver
werkt en kan men dus direct na de op
name het fotografische materiaal ontwik
kelen, fixeren en spoelen. Men spreekt in
dit geval van een donkere-kamer camera
(zie b.v. de Klimsch commodore in fig.
16). Het opstellen als donkerekamer ca
mera is afhankelijk van het type.
De meest bekende merken van reproduktie-
camera's zijn: Klimsch (Frankfurt a/M.),
Hoh und Hahne (Offenbach), Littlejohn
(Londen)
Wanneer een tekening moet worden ge
reproduceerd wordt deze met de betekende
zijde op het glas in het vacuümraam gelegd.
De pomp wordt in werking gesteld en het
origineel komt volkomen vlak in het raam te
liggen. De plaatsing van dit origineel dient,
ten behoeve van de later volgende instel
ling", zo gunstig mogelijk te geschieden. In
dien bijvoorbeeld een gemarkeerd ruitennet
op de kaart is aangebracht en dit onder een
niet rechte hoek op het kader van de tekening
staat, zal men deze zodanig in de origineel
houder moeten leggen dat het genoemde net
óf haaks óf met een zo klein mogelijke hoek
op de randen van de origineelhouder staat.
Dit vereenvoudigt later de instellingswerk
zaamheden in de negatiefhouder. Ook is het
belangrijk om het midden van de kaart op het
midden van de origineelhouder te leggen. Het
kan voorkomen dat men tussen beide geval
len een compromis moet zoeken.
Vóór het instellen worden eerst de belich
tingslampen ingeschakeld. Hiervoor worden
meestal vier booglampen gebruikt. Deze lam
pen zijn per paar verbonden en worden sym
metrisch ten opzichte van de origineelhouder
opgesteld.
Het instellen geschiedt met behulp van een
z.g. matschijf of matglas (zie fig. 17). Dit is