377
Teneinde de capaciteit van de persen op te
voeren kwam men op de gedachte een rote
rende pers te ontwikkelen. Daar bij de steen
druk de steen of beelddrager vlak in de pers
lag en bij de roterende pers de beelddrager
op een cylinder moest worden gespannen, be
tekende dit tevens dat men uitsluitend buig
zaam materiaal kon gebruiken. Het resultaat
van de ontwikkeling was de zinkrotatiepers.
Deze machine had dus zoals reeds gezegd, een
cylinder waarop de plaat was gespannen, met
dien verstande dat de plaat slechts de helft
van de cylinderoppervlakte in beslag nam.
Bij het draaien van de cylinder passeert de
tengevolge hiervan de inkt wèl aan. Tussen
genoemde cylinder en een z.g. tegendruk-
cylinder wordt het te bedrukken papier inge
voerd en bedrukt. Deze tegendrukcylinder is
met een rubberdoek bespannen ten behoeve
van een gelijkmatige druk. Schetsmatig kan
men de zinkdrukrotatiepers aangeven als in
fig. 26 is afgebeeld.
Deze pers bezat een belangrijk grotere snel
heid dan de steendrukpers, n.l. ca. 1500 af
drukken per uur. De kwaliteit van deze druk
was echter minder dan die van de steendruk
en het is begrijpelijk dat men naar verbetering
van de drukmethoden ging zoeken. Zo kwam
Verf
Inleg
Uitleg
plaat eerst de waterrollen en daarna de verf
rollen. Duidelijkheidshalve zij nogmaals ver
meld dat de blanke gedeelten van de plaat
door de grein het water vasthouden en dus
geen inkt aannemen. Het beeld op de plaat
echter is vet, dus water afstotend en neemt
men in het begin van 1900 op een nieuw
principe terecht, t.w. het drie-cylindersysteem
of de offsetdruk. Hierbij ging men van de
directe methode over op de indirecte methode.
Schetsmatig kan deze methode worden afge
beeld als in fig. 27.
Inleg
fig. 27
Tegendruk -
cylinder
Cylinder
Sp/ege/bee/dig
Water
Tegendruk
Water
Aectit/ezend
Spiegelbeeldig