16 Voor details raadplege men desgewenst het artikel van C. M. Watson in Quartery State ment of the Palestine Exploration Fund 1917 en het aardige boekje van Henri Mi- chaud, Sur la pierre et l'argile, als deel 9 in dc serie Bijbel en Archeologie in het Nederlands uitgegeven bij G. F. Callenbach 1959) onder de titel: Op steen en klei. Het maken van een kaart gedurende een ge haaste militaire campagne was geen gemakke lijke taak. Soms, schreef een van de inge nieurs later, waren zij verplicht hun land metersinstrumenten te verwisselen voor wa pens en te vechten om het terrein, dat zij maten, te behouden. Niet alleen echter was et- het voortdurende gevaar voor hongersnood en ziekte, maar ook de mogelijkheid om in handen te vallen van vijandige Arabieren. Vaak moesten deze landmeters gebruik maken van door vroegere ontdekkers bepaal de punten. Gebieden, welke door hen niet konden worden bereikt omdat de vijand deze bezet hield, moest men van oudere kaarten overnemen of wel samenstellen uit militaire rapporten van kleinere expedities, zoals die welke naar Tyre gezonden was. Jacotins kaarten, die een groot stuk van het gebied van Gaza in het zuiden tot Sidon in het noorden beslaan, zijn werkelijk merk waardige stukken, als men in aanmerking neemt onder welke tegenwerkende omstandig heden de geografen moesten werken. Omdat de resultaten zoveel te wensen over lieten, werden eindelijk nauwkeurige metingen met astronomische plaatsbepaling voorge schreven. Dit werk, op schaal 1 100.000 ver vaardigd, was het begin van de basiskaart waarop plaatsen uit de oudheid eventueel met de nodige nauwkeurigheid gekaarteerd zou den kunnen worden. Veertig jaar nadat Napoleon in Egypte land de bezocht een Amerikaans professor in dc bijbelse literatuur, Edward Robinson, Pales tina voor de eerste keer. Gedurende zijn korte bezoek van minder dan 25- maand deed hij echter meer voor het herstel van de oude kaart dan was bewerkt door de gezamenlijke bezoeken van honderden voorgangers. Carl Ritter noemt hem in zijn ,,The Comparative Geography of Palestine deel II, New-York 1870, een classicus op zijn terrein met een produktie, ,,die nu reeds de aardrijkskunde van het Heilige Land op een solieder basis heeft geplaatst dan ooit tevoren was ge schied." Samen met Rev. Eli Smith, een vroegere leerling, ging hij aan het werk, daar bij de uitgesleten paden verlatend. Hij begon in maart 1838. Hun landmeetkundige uitrus ting bestond slechts uit één goed kompas en twee zakkompasjes, een thermometer, tele scopen en meetbanden. In zijn Biblical researches in Palestine deel 1uitgegeven in Boston, zegt hij nooit gedroomd te hebben van iets dat zelfs maar lijkt op de op dit ter rein gedane ontdekkingen, maar toch heeft hij in die zo korte tijd de basis gelegd voor een gezonde methode waarop anderen konden bouwen aan de kennis van de Palestina-topo- grafie. Een groot geograaf van dit gebied, Pèrc F. M. Abel, schreef een eeuw later dat Robinson, ook al had hij noodgedwongen veel overge laten aan zijn opvolgers, nog steeds kan gel den als de gezaghebbende voorloper van het Palestina-ondcrzoek van deze tijd. (Journal of Biblical Literature, deel 58.) Het lijkt vreemd dat van een zo klein land als westelijk Palestina, dat gedurende vele eeuwen zo vaak door pelgrims en reizigers werd bezocht, tot 1880 geen goede kaart be stond, die met hulp van theodoliet, driehoeks ketting en kompas was vervaardigd. Van de honderden bestaande kaarten waren de meeste op wegenmetingen gebaseerd, terwijl de enkele, die meer pretenties hadden, zoals Jacotins vijfbladige, door de haast tijdens een afmattende strijd tegen ziekte en vijandschap van de omgeving geheel onvoldoende zijn uit gewerkt. De kaart van 1880 is het werk van een team van Engelse landmeters. Zij hebben ca. 9000 namen nauwkeurig gelokaliseerd op de ge meten 6000 vierkante mijlen. De volledige naam is ,,map of West-Palestina in 26 sheets from surveys conducted for the Committee of the Palestine Exploration Fund by lieutenants Claude Reignier Conder and H. H. Kitchener, R.E." (to a scale for one inch to one mile). De oppervlakte van de gehele kaart is 7 bij 13 voet. Vergeleken bij de beste voorgaande, die van Van de Velde, vindt men vijfmaal zo veel plaatsen op deze kaart. De zes jaren te velde inbegrepen kostte deze meting plus kaartering 18000 Eng. ponden (d.i. één penny per acre 4047 m"2). Het geld werd uit een publieke intekening verkregen. Dat een com plete trigonometrische meting niet eerder plaatsvond is te begrijpen als men kennis neemt van Conders tweedelig werk ,,Tent work in Palestine London 1879. Koorts en vliegen waren constante vijanden, klachten over de te hoge kosten, samen met herhaalde aanvallen op de meetgroepen, waren de drup-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 16