In een enkel geval, zoals bijvoorbeeld bij de ruilverkaveling Warnsveld, die 9200 ha om vat en in 1960 in stemming werd gebracht, komt daarbij als extra complicatie, dat de in deze streek gelegen landgoederen, waaraan de landschappelijke schoonheid van dit ge bied voor een groot deel is te danken, ook in hun exploitatiebasis ernstig worden bedreigd tengevolge van de aan de eigenaars opgelegde ruilverkavelingsrente. Het is van algemene bekendheid, dat het landgoederenbezit in ons land nu niet bepaald als rendabel kan worden gekenmerkt en er behoeft slechts weinig te gebeuren om de schaal naar de verkeerde kant te doen doorslaan. In de komende jaren zal voor dit probleem naar een bevredigende op lossing moeten worden gezocht, juist ook in het belang van het behoud van het bestaande landschapsschoon. 20 voor de natuur- en landschapsbescherming betekenen. In deze gebieden gaan bij de uit voering van een ruilverkaveling noodzake lijkerwijze veel van de natuurlijke elementen van het oude landschap verloren, zoals onge repte beken, broekbosjes, kleine oppervlakten moerasgebied, verspreid liggende heide- veldjes. Ook de beplanting op de perceel grenzen gaat in de meest letterlijke zin van het woord voor een belangrijk deel voor de bijl. Alleen wanneer de hierbij betrokken ambtelijke natuurbeschermingsinstanties ter dege op hun qui vive zijn en er bij de af weging van belangen een strijdvaardige hou ding wordt aangenomen, kunnen de nood zakelijk in deze gebieden te lijden verliezen tot het uiterste worden beperkt. Maar verlies blijft er altijd. Een beschouwing over de ruilverkavelingen en het landschap kan in 1961, behalve een historische terugblik, niet anders dan een momentopname zijn. De ontwikkeling van het ruilverkavelingswerk is nog niet tot een einde gekomen. Begonnen als een eenvoudige kavel ruil op basis van een vrijwillig akkoord tussen grondeigenaren, is een ruilverkaveling ge- evolueerd tot een mogelijkheid om voor een groot gebied omvangrijke streekverbeterings- werken uit te voeren. Zien wij het goed, dan is het begrip ruilverkaveling in volle ontwik keling, waarbij de term „ruilverkaveling" reeds thans als volkomen verouderd moet worden beschouwd, want de praktijk van het werk dekt het slechts ten dele. Steeds meer wordt getracht bij de grote ruilverkavelingen meerdere belangen tegelijk te dienen; wij noemden reeds het voorbeeld van de aanleg van rijkswegen en het effectueren van ge meentelijke uitbreidingsplannen. De verwach ting bestaat, dat ook voor het tot ontwikke ling brengen van de recreatiemogelijkheden in ons dichtbevolkte land het ruilverkavelings werk aan betekenis kan winnen. Tot nu toe waren natuurbescherming, landschapsverzor ging en het behoud van recreatiemogelijk heden bij het ruilverkavelingswerk in hoofd zaak in het defensief; zullen wij in de toe komst een zodanige ontwikkeling zien, dat de door ons verdedigde belangen ook wezenlijk binnen het kader van een ruilverkaveling kunnen worden behartigd? Het antwoord op deze vraag, dat voor het behoud en de verdere ontwikkeling van het Nederlandse landschap van bijzondere betekenis is, hangt mede af van de kracht, die de Bond Heemschut en de Contact-Commissie voor Natuur- en Land schapsbescherming kunnen ontwikkelen. Onze wens voor de komende jaren is: wijziging van de Ruilverkavelingswet, die een beter tot gel ding brengen van de culturele belangen van natuurbescherming en landschapsverzorging mogelijk moet maken. Wij zijn van oordeel, dat bovenstaande op vattingen van de heer De Wit nog niet aan actualiteit hebben ingeboet, waarom wij die nog eens onder uw aandacht brengen. Een af doende landschapsverzorging is in Nederland zeker een dringende eis, waaraan door de landschapsconsulenten van het Staatsbosbe heer in samenwerking met de Natuurbescher mingsconsulent en de Natuurwetenschappe lijke commissie voortdurend aandacht wordt besteed. Verheugend is het daarom dat uit de voor ruilverkavelingen beschikbare gelden door de Cultuurtechnische Dienst een geleide lijk groter wordend bedrag ter beschikking van het Staatsbosbeheer wordt gesteld ter ver wezenlijking van de landschapsplannen in ruilverkavelingsgebieden. W. K. Ir. A. Govers, Ruilverkaveling in de praktijk. 112 blz., 10 bij 15 cm, Nedcrl. Uitgeversmij. n.v., Lei den, z. j. (1962), ƒ3,25. Zes jaar geleden verscheen van dezelfde auteur het boekje „De ruilverkavelingswet 1954 in de praktijk", welk boekje zich vooral wilde richten tot diegenen die met de dage lijkse praktijk van hét ruilverkavelen te ma ken hebben. Hoezeer dit werkje in een be hoefte voorzag blijkt wel uit de omstandig-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 20