vakcursus voor technisch
ambtenaar van het kadaster
examen 1962
Kadaster
Tijd: 1| uur
1. Wat verstaat u onder de lijdelijkheid van
de hypotheekbewaarder?
2. Hoe geschiedt thans de in- en overschrij
ving van stukken in de openbare regis
ters? Geef de verschillende punten aan
tussen de thans gebezigde wijze van in-
en overschrijving en die van vóór 1948.
3. Wat is het Algemeen Register (Hyp.
nr. 2) en op welke manier kan dit worden
geraadpleegd?
4. Hoe geschiedt ter bewaring een onder
zoek naar erfdienstbaarheden?
5. Welke publiciteitsstelsels kent u in ver
band met de openbaarmaking van akten
in de openbare registers en waarin ver
schillen ze?
Waarnemingsrekening
Tijd: 2-2 uur
1. Waaraan zijn de gewichtscoëfficiënten
van de sluittermen gelijk? Toon uw ant
woord aan.
Waaraan zijn de gewichtscoëfficiënten
van de correlaten gelijk? U behoeft uw
antwoord niet aan te tonen.
Geef het verband aan tussen de gewichts
coëfficiënten van de sluittermen en die
van de correlaten.
2. Een open vat is gedeeltelijk gevuld met
vloeistof. Op een peilschaal kan men af
lezen hoeveel liter vloeistof zich in het vat
bevindt. Het vat staat op een weegschaal.
Men giet steeds vloeistof bij en leest af
en toe bij een aantal ronde waarden op
de weegschaal het aantal liters vloeistof
op de peilschaal af.
Men vindt zo:
bij 20 kg 15,06 liter;
bij 30 kg 24,94 liter;
bij 50 kg 45,05 liter;
bij 80 kg 74,95 liter.
De waarnemingen van de gewichten kun
nen als afwijkingsloos worden be
schouwd. De aflezingen op de peilschaal
zijn even nauwkeurig en niet correlerend.
Bepaal door middel van een vereffening
het soortelijk gewicht van de vloeistof en
het gewicht van het vat. Bereken ook de
schatting van de standaardafwijking in
de vereffende grootheden.
3. Aan welke eisen moeten de voorwaarde-
vergelijkingen bij het vereffenen voldoen?
Wat is het eenvoudigste stochastische
model dat bij een vereffening een rol kan
spelen?
Hoe heeft men verband gelegd tussen het
voorwaardenmodel en het stochastisch
model?
Volgens welke regel kiest men bij een
vereffening tussen de twee standaard
vraagstukken? Waarom? Waarom wijkt
men wel eens van deze regel af?
Landmeetkunde 2
Tijd: 2£ uur
1. Welk effect heeft de toepassing van het
prismasysteem van Porro in een veld
kijker?
2. Vermeld met reden het type oculairstel
sel dat bij theodolieten wordt toegepast.
3. Wat is een ruiterniveau en wanneer
wordt het gebruikt?
22