bedrag. 8 Voor velen onder onze lezers zullen de voor beelden hiervan voor de hand liggen. Welke Drent van de veenkoloniën en de schrale heide van driekwart eeuw geleden had zich kunnen voorstellen, dat nu hoogstens nog een enkele plaggenhut als herinnering aan een toch wel triest verleden, tot bezienswaardigheid zou worden bestemd? Dat diepploegen tot 1,50 meter de veenlagen zouden doen plaats maken voor vruchtbare cultuurgrond en machtige bulldozers de ongelijke bodem zouden egaliseren om een behoorlijke afwate ring te verzekeren? Dat de dorpen een toon beeld van welvaart zouden worden en het landschappelijk schoon door prachtige wegen ontsloten zou worden? Allemaal feiten en toch een metamorfose die bijna de verbeeldings kracht te boven gaat! Bekend is echter ook dat er, met name ge durende de laatste zeer regenrijke jaren, tel kens weer klachten komen over waterover last in de omgeving van Meppel en andere laaggelegen streken. Ook uit Overijssel en Gelderland, terwijl men elders, denk maar aan de droge zomer van 1959, de schadelijke ge volgen van watertekort ondervindt. Dan klinkt de ernstige roep om voorziening in de nood en wordt de overheid opgeroepen tot het treffen van steunmaatregelen. Toch zijn dit situaties die niet bestendigd behoeven te blijven. In dergelijke gebieden pleegt de Maatschappij in eerste aanleg een voorlich tende en adviserende taak een van haar doelstellingen -te verrichten. Is het eenmaal zo ver dan kunnen plannen worden ontworpen, hetgeen niet altijd impli ceert dat de Maatschappij deze ook zelf uit voert. Dikwijls trekt zij zich geheel terug, of beperkt zij zich tot het geven van leiding aan het werk, dat door anderen wordt verricht. De Maatschappij is niet een onderneming die het maken van winst nastreeft. Evenmin is zij - wat velen denken een overheids instelling. De statuten omschrijven de doel stelling: het verstrekken van adviezen, het op stellen van plannen, het voeren van de directie over werken, het uitoefenen van beheer over bedrijven en landgoederen. Zelf voert zij ook cultuurtechnische werken uit en wel tegen be taling van de werkelijk gemaakte kosten, waarbij uiteraard een vergoeding wordt ge calculeerd voor het organisatorisch, weten schappelijk en technisch werk van de Maat schappij, welke vergoeding uitgedrukt wordt in een percentage van de kostprijs, of, gelijk bij beheersvoering gebruikelijk is, in een vast Met deze inkomsten moet de Maatschappij haar organisatie in stand houden, de uitgaven bestrijden voor het bezoldigen van de weten schappelijke staf, de kosten dekken van het onderzoek naar nieuwe middelen en methoden om de vorderingen van de techniek bij te blijven. Bovendien zorgt zij ook voor een stelselmatige opleiding, scholing en herscho ling van haar personeel. Het karakter van deze instelling maakt dit eigenlijk vanzelf sprekend. De Hogere- en Middelbare Bos bouw- en Cultuurtechnische School in park Sonsbeek te Arnhem leidt ook jonge mensen op, die niet bij de N.H.M. een functie gaan bekleden, maar elders, in binnen- en buiten land emplooi zoeken. Ook dit is ,,ten algemene nutte". De overheid heeft de Maatschappij nooit gesubsidieerd, maar wel zijn de mede werkers van de N.H.M. terdege bekend met de subsidiemogelijkheden die de regering heeft geschapen tot verbetering van de bodemproduktiviteit. Een nauwe samenwer king met de overheidsorganen, waarvan in het bijzonder hier wel mag worden genoemd de Cultuurtechnische Dienst, is natuurlijk on ontbeerlijk en functioneert gelukkig voortref felijk. Boeren, tuinders, bos- en landeige naren, gemeenten en polderbesturen, kortom wie ook plannen heeft voor het doen uitvoeren van cultuurtechnische werken, kan van be doelde subsidieregelingen profiteren. De 75-jarige Nederlandsche Heidemaat schappij is paraat. In plaats van voldaan op het verleden terug te zien en zich te ver heugen in de bereikte resultaten, houdt ze de blik gericht op de toekomst en neemt de bin nenlandse activiteit toe. Welsprekende ge tuigen daarvan zijn de vele honderden objec ten, kleine en grote, die thans in uitvoering zijn. Maar ook de buitenlandse activiteit heeft een grote vlucht genomen. De N.H.M. is in meer of minder grote omvang werkzaam ge weest of nog werkzaam in: Afrika: Tunesië, Egypte, Senegal, Ghana, Sierra Leone, Haute Volta, Kongo-Katanga, Ruanda en Urundi, Tanganyika, Nyassa- land, Rhodesia en Swaziland. Azië: Syrië, Irak, Iran (Perzië), Saudi Arabië, Pakistan, Indonesië, de Philippijnen, Korea en Nieuw-Guinea. Latijns-Amerika: Mexico, Guatemala, Costa Rica, Columbia, Venezuela, Trinidad, Brits Guyana, Brazilië en Suriname. Karakteristiek voor het optreden in het bui tenland zijn de sterk wisselende omstandig heden waaronder in de verschillende landen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 8