Punt K is het knooppunt van de takken uit A, B en C. Vanuit A kunnen we de coördinaten van Ka, vanuit B die van Kb en vanuit C die van Kc berekenen. Analoog met de bepaling van A A bij de veelhoeksberekening is nu KbK KbK KCK A Ka~ B Kb CK AA Omdat bij de berekening van A de lengten A Ka, B Kb, C Kc niet zo nauwkeurig be hoeven te zijn, daar we deze afronden in hectometers met hoogstens twee cijfers achter de komma, mogen we AK nemen voor A Ka, BK voor B Kb en CK voor C Kc. We kunnen dus stellen: KeK_KbK AK BK' KcK_K„Kb_ CK AB KK_ KK BC CA en AA KK KbKc+ KK AB BC+ CA Uit deze formule kunnen we de correctie- factor A A berekenen, omdat we de punten A, B, C en Ka, Kb, Kc in coördinaten hebben. Zoals echter bij de veelhoeksberekening bleek dat door andere foutenbronnen E' zelden op AE ligt, zal ook nu driehoek KaKbKc meestal met gelijkvormig zijn aan driehoek ABC. Op een dergelijke wijze als daar is ook hier een berekeningswijze mogelijk die aan dit bezwaar tegemoet komt. We berekenen dan op normale wijze K: als gewogen gemiddelde van Ka, Kb en Kc en evenzo het gewogen gemiddelde Z van A, B en C, waarbij we het gewicht van Ka nemen voor A, dat van Kb voor B en dat van Kc voor C. De gewichten berekenen we, zoals dit gebruikelijk is, als de omgekeerde even redigen van de som der veelhoekszijden in elke tak. Vervolgens ontbinden we de sluittermenresul- tante KaKz in twee sluitvectoren, n.l. in KaKa' met argument AZ-f-100 en fia Ka'Kz met argument AZ (zie fig. 4). Nu is fLa KaKz Ka„Kz sin AZ K.K,. cos AZ of evenzo fXa (Xz-XA) fya (Yz-Ya) AZ _fXb Xz-XB) fyb (Yz- Yb) b BZ f,c (Xz-Xc) fyc (Yz- Yc) cz We hebben nu als het ware KzKa, KzKb en KZKC in de goede richting gebracht (de hoe ken rondom Kz komen nu overeen met die om Z), maar we hebben nog niet be reikt dat driehoek KaKbKc gelijkvormig is aan driehoek ABC. Daartoe zal immers ook nog moeten gelden KK AZ— KbKz BZ KCKZ CZ A A 1 of (KaKz KbK KCKZ) (AZ BZ -j- CZ) A A 1 Wij nemen nu voor de som (KaKz -j- KbKz -j- KCKZ) uit bovenstaande evenredigheid de som der door ons bepaalde sluitvectoren Aa- hb en fic en berekenen dan A uit de formule AA fc hb Ac AZ BZ CZ' Voor de berekening van Aa- fu< Ac nemen we weer fXa, fUa enz. in millimeters en AZ, (Xz XA). (YzYa) enz. in hectometers, waarna A -ï het aantal millimeters oplevert dat bij iedere hectometer lengte gevoegd moet worden. Om nu de juiste plaats van het knooppunt K te vinden, moeten we Kz A X ZKz verplaatsen langs de lijn ZKz, want XK (Ka -j- xa) Ga (Xg Xb) Gb -f- (Xg xc) Gc Ga Gb Gc (xa XK XA, enz.' XA Ga -f- xa 1 -f- A A) Ga 4-Kb Gb -p xb 1 4" A Gb 4~ Kc Gc 4- xc 1 4" A Gc Ga Gb Gc K Kk, - XA Ga -f- Kb Gb 4- Xc Gc Ga 4" Gb 4- Gc Ga 4- Gb 46 Xa Ga ^t"b f4b Xc Gc

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 12