yr yr Xa (1 A 2) Ga -j- Xb (1 -f" A 2) Gb Xc 1 A 2) Gc hieruit volgt: XK~XZ 1 Xk Xks Xz A 'I (A kz Op dezelfde wijze leidt men af Yk YKi A 2 (Yk2 - Yz) Als we met behulp van deze formules de coördinaten van het knooppunt K bepaald hebben, kan elke veelhoekstak berekend worden volgens methode I of II der veel hoeksberekening, al naar gelang de uitbuiging van deze tak. De H.T.W. geeft op bladzijde 222 als „me thode II" een berekeningswijze volgens de methode der kleinste kwadraten om de cor rectiefactor 2 te vinden. Men stelt dan een aantal correctieverge lijkingen op, met behulp waarvan de coëffi ciënten van de normaalvergelijking te be rekenen zijn, waarin alleen A 2 als onbekende voorkomt. Ter illustratie zullen we nu de correctiefactor A 2 berekenen uit de gegevens, die ontleend zijn aan een praktijkgeval (zie fig. 5). A 2) (XKz - Xz) Xz) Xz Xr A 2 (Xk Figuur 5 In het knooppunt K komen takken samen uit A, B, C en D. In het formulier voor veelhoeksberekeningen hebben we Ka berekend vanuit A, Kb van uit B, Kc vanuit C en Kd vanuit D. Vervolgens berekenden we Z en K: als ge wogen gemiddelden respectievelijk van A, B, C, D en Xa, Kh. Kc, Kd. X Y gewicht A 46824,06 39434,05 2,87 B 44884,31 38597,65 1,00 C 46124,96 38375,29 2,26 D 46883,64 38965,08 3,28 Z 46470,79 38927,42 9,41 46373,765 39062,209 2,87 Kb 46373,864 39062,257 1,00 Kc 46373,852 39062,281 2,26 Kd 46373,740 39062,250 3,28 46373,788 39062,246 9,41 Uit deze gegevens berekenen we A y als volgt: (zie volgende pagina) Enkele opmerkingen: 1. We hebben nu als het ware de schaal- correctiefactor per tak voor ons staan in de vorm van en kunnen dan ook direct zien Li in hoeverre er een schaalfout „in zit". In ons geval, A 2a 7, A 2b 5, A 2C 10, AIj=11, is er wel degelijk sprake van een schaalfout, die voor de gehele meting geldt. Maar lezen we b.v. af A 2a 7, A4 5, A 2C 10 en A 2d 11 dan zal berekening van A 2 weinig zin hebben. 2. We kunnen de berekening van A 2 con troleren met behulp van de dubbele opper vlakten van de vierhoeken ABCD en KaKb KcKd, die we daartoe uit coördinaten be rekenen. We stellen dan dat de reële vier hoek KaKbKcKd dezelfde oppervlakte heeft als de ideale vierhoek KaKbKcKd die gelijk vormig is aan de vierhoek ABCD. Dan geldt A2a: 2 O In ons geval is dan A 23 A 2=6,7 mm per hm. 8319 186 44,73 47 ■A /C -A Z /~i I KJ a "T Wb "+- WTC K„ C KaKbKcKd 2 O ABCD

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 13