twee helften gedeeld; elke helft heeft een
hartvorm, evenals die van Ortelius nova
totius terrarum traditioncs descriptio" uit het
jaar 1564. De naam Americae vindt men op
beide helften (am. ps sep Americae pars
septentrionis N.-deel en am. ps mer.
Americae pars meridionalis Z.-deel). Eén
nadruk van de Orbis Imago van 1550, 35 X
53,5 cm, is in het bezit van de American
Geogr, Society in New York.
Een opdracht van de Hertog van Lotharin
gen om zijn land op te meten en in kaart te
brengen voltooide hij in 1564. Naast ons be
richt uit Vlaanderen is ook dit een bewijs, dat
hij als particulier landmeter optrad. Om
streeks deze tijd ontving M. de vererende
titel van cosmograaf van de Hertog van
Kleef.
Hij werkte meer dan vier jaren aan zijn
Chronologia die, zoals de zeer lange
titel zegt, aan de hand van eclipsen en andere
astronomische verschijnselen wil trachten van
het begin van de wereld tot aan 1568 vaste
chronologische steunpunten te geven waaraan
de overige geschiedkundige gebeurtenissen
kunnen worden vastgeknoopt. Voor ons heeft
dit werk alleen nog historische waarde.
Zijn eerste zeekaart (wereldkaart): „nova et
aucta orbis terrae descriptio ad ursum navi-
gantium emendata et accomodata" nieuwe
en vermeerderde, voor het gebruik van de zee
vaarders beter geschikt gemaakte, wereld
kaart) is van 1569. Het is nu een zeldzaam en
beroemd stuk en Mercators hoofdwerk.
Het net is een eenvoudig systeem van verti
cale evenwijdige meridianen en horizontale
evenwijdige parallellen, maar deze laatste
dan op zodanige afstanden, dat de betrekking
tussen meridianen en parallellen in elk deel
van de kaart juist was, dus overeenkwam met
die op de globe. Kompasrichtingen gingen
daardoor onvertekend over; de te volgen
koersen konden er als rechte lijnen in getrok
ken worden. Niet vóórdat deze kaart gereed
was kan men spreken van een exacte kaart.
Men vindt hier (ook voor het eerst) de naam
„Atlantische Oceaan een naam waarschijn
lijk ontleend aan het legendarische Atlantis.
Wij moeten ons terugdenken in die oude tijd,
om beter de waarde van Mercators vinding
te kunnen beseffen.
Vóór 1450 was er voornamelijk kustvaart.
De geografische lengte kon alleen worden ge
vonden door astronomische waarneming aan
de kust. De periode, beginnende met Merca
tor, is bekend door een verfijning van de
kaarttechniek. Eerst van 1760 af -toen de
accurate chronometers ,,op de markt" kwa
men kon men op de schepen deze lengte
bepalen door rechtstreekse observatie ter
plaatse. En de kaarten moesten met de
zich snel uitbreidende wereldscheepvaart
evolueren.
Op de Mercator-kaart van 1568 zag men dan
de eerste pogingen in die richting (de afstan
den tussen de parallellen in de hogere breed
ten zijn er vergroot). Eckert beweert, dat de
zg. Mercator-projectie niet van deze afkom
stig is; zij zou reeds in 1511 gebezigd zijn door
Etzlaub en waarschijnlijk nog eerder in
Spanje en Portugal. Mercator zelf heeft er
weinig publiciteit aan gegeven, zodat niet
eerder dan in 1590 door Edward Wright een
beredeneerde uiteenzetting werd gepubli
ceerd (waardoor Wright lange tijd als de uit
vinder werd gedoodverfd). Mercator heeft
wel (in de titel) duidelijk doen uitkomen dat
vooral de scheepvaart bij de vinding belang
had. Toch begon eerst in het midden van de
17e eeuw zijn projectie in de zeekaarten meer
algemene toepassing te vinden. Zelfs in 1610
nog, zo vertelt Wright ons in zijn „Certaine
Errors in Navigation detected and corrected
Londen, 1599, waren er kapiteins die meen
den, maling te kunnen hebben aan kaarten en
sextanten, maar niettemin pleegde één van
hen zelfmoord uit schaamte en wroeging, om
dat hij van Engeland uit de Azoren niet vin
den kon! Hoeweldeze Azoren ook met de
bestaande kaarten een puzzel waren, als men
weet, dat de afstanden hier ca. 150 tot 200
zeemijlen afweken van de werkelijkheid!
Nu het Breslau-exemplaar van de 1569-kaart
met vele andere kartografische stukken door
oorlogshandelingen in 1945 is vernietigd,
kennen wij nog slechts twee andere, nl. één
in Parijs en één in Bazel. Achttien koperpla
ten voor de kaart en zes voor de rand zijn er
voor gegraveerd. De oppervlakte is ca. 138 x
208 cm. De maker heeft het doel van de kaart
nauwkeurig aangegeven. Het is de eerste
maar ook de laatste, door hem naar deze
projectie getekend.
De omgeving van de Noordpool is apart voor
gesteld: Mercator kon die moeilijk intekenen
in de grote kaart, omdat de pool dan even
groot zou zijn als de evenaar. Wij weten im
mers, dat de projectie vooral aan de polen
een zeer verwrongen beeld geeft en dat het
kaartbeeld juister wordt, naarmate men de
evenaar nadert. Mercator noemt verschillen-
89