90
de bronnen, waaruit hij geput heeft. Hoewel
daarbij onjuiste waren, stellen de meeste vak-
kundigen toch, dat Mercator overal blijk
heeft gegeven van zijn oprechte streven om
,,bij" te zijn.
De wijze van berekening van afstand, rich
ting, hoogte en breedte van twee plaatsen
t.o.v. elkaar (als twee van die factoren be
kend zijn) is uitgebeeld linksonder op het
„organum directorium
In 1932 verwierf het Maritiem Museum te
Rotterdam een door Gerard Mercator zelf als
atlas samengesteld exemplaar van deze 1569-
wereldkaart. Dit is in 1961 gereproduceerd en
bekend als „Mercator's Map of the World-
1569 in the form of an atlas". Een merk
waardige uitgave!
Door verschillende schrijvers zijn ook op de
Mercator-kaarten vele fouten gesignaleerd,
ontstaan door het gebruikelijke kopiëren van
anderen. Wij noemen bijv. R. A. Skelton
Explorers' Maps'uitg. 1958 van Routledge
Kegan Paul te Londen. Ook Manoel de Al-
meide geeft voorbeelden. Misvattingen zijn
trouwens op de meeste beroemd geworden
kaarten en globen te vinden. Dat was onver
mijdelijk. Interessant is een opvatting van
Mercator, voorkomende in het boek van zijn
vakgenoot Richard Hakluijt Principal Na
vigations1589"waar van hem wordt verteld
dat hij de reis naar Cathaio China) om de
Oost „doubtless verie easie and short'' vindt.
Mercator was ook de eerste, die aan een ver
zameling van kaarten de naam gaf van Atlas.
Dat was niet, zoals men meent, ter ere van
de klassieke titaan, die het hemelgewelf moest
torsen, maar zoals hijzelf verklaart in de in
leiding, naar een gelijknamige legendarische
Libysche koning, een wijsgeer, wiskundige
en astronoom, aan wie de constructie van de
eerste wereldbol wordt toegeschreven.
Reeds in 1578 verzamelde hij materiaal voor
die atlassen. Hij spreekt hierover uitvoerig in
een nog bekende brief (aanwezig in de Ba-
zelse LIniversiteitsbibl.) aan Werner von
Gymnich, één van zijn vele vrienden.
Maar Ortelius was de eerste, die een derge
lijke kaartenverzameling uitgaf. Zijn Ant
werpse vriend Abraham Ortelius was hem
met zijn in 1570 verschenen „Theatrum Orbis
Terrarum" Toneel des aardbodems) ge
ruime tijd voor. Ortelius was echter meer
koopman dan geleerde. In tegenstelling met
Mercator, die met de hem eigen zorg en
wetenschappelijke ernst zijn kaarten zelf
tekende en bewerkte, heeft Ortelius links en
rechts zonder wijzigingen gekopieerd wat
hem dienstig leek.
Tot Mercators belangrijke werken moet men
rekenen de tabellen van Claudius Ptolemaeus,
een kaartenverzameling van de „moderne we
reld" en een geografie van de Oudheid. De
Tabulae geographicae Cl. Ptolemei ad men-
tem auctoris restituae et emendatae" aard
rijkskundige tabellen C.P. naar de geest van
de auteur hersteld en verbeterd) verschenen
het eerst, n.l. in 1578. Het is een sierlijk kar-
tografisch werk met inleiding en 28 kaarten.
Volgens de Duitse schrijver A. Breusing is
sedertdien geen met kaarten voorziene uitgave
van Ptolemaeus uitgekomen, die niet de kaar
ten van Mercator of een kopie van deze geeft.
In 1585 kwam als eerste deel van de kaarten
der „moderne wereld" Gallia (16 kaarten),
de Nederlande (9 kaarten) en Germania
(26 kaarten). De drie „Tabulae geographi
cae" hadden elk een afzonderlijk titelblad; in
1589 kwam een tweede deel, dat genoemd
wordt: Italiae, Sclavoniae et Graeciae tabule
geographice (23 kaarten), terwijl het derde
eerst in 1595 het licht zag. Dat houdt in Mer
cators persoonlijke kijk op de kosmos, een op
de Bijbel steunende theologisch-filosofische
beschouwing, die hijzelf zeer belangrijk
achtte, misschien wel stelde boven zijn kaart
werk. Het tweede deel van deze uitgave van
1595, de „Atlantis pars altera. Geographia
nova totius mundi" Ander deel van de
atlas. Nieuwe aardrijkskunde van de gehele
wereld), bevat 33 kaarten, w.o. Oost-Europa,
Scandinavië en de Noordpoolgebieden. Het
was de bekroning van zijn arbeid, die hij voor
zover het laatste deel betreft, niet in druk
heeft gezien, omdat hij de laatste jaren door
beroerten werd getroffen en van de aanval
van 1593 niet meer herstelde.
De koperen platen van deze atlas werden in
1604 aangekocht door Jodocus Hondius (of
De Hondt, een schoonzoon van Mercator, die
leefde van 1563-1612)Samen met zijn
zwager Petrus Montanus gaf hij tot 1612
nieuwe Mercator-atlassen uit. Het grote werk
beleefde verscheidene herdrukken; het werd
door Hondius' opvolger Johannes Janssonius
nog met nieuwe kaarten uitgebreid. De oude
naam Mercator bleef tot 1637 op het titelblad
gehandhaafd. Ook anderen maakten van zijn
arbeid een nuttig gebruik: herinneren wij
slechts aan het werk van een andere grote
Nederlandse kartograaf, de „Appendix Or-
telii et Mercatoris" van Willem Blaeu 1631