cdê-cmdackt voor 93 lijken met het verschil van de gemeten rich tingen op P naar die punten. De gevraagde uitkomsten luiden: P 1193,69 873,15 Q 1667,73 1000,22 De coördinaten van P' en Q' zijn resp. 760,239, 756, 956 en 2351,789, 1183, 596, terwijl P'Q' 83,3264 is. Een van de inzenders vroeg, waarom voor controle de afstand PQ niet gemeten was? In geval bijv. de benaming van een der punten waarop gericht is bij de meting niet juist is opgegeven, waardoor dus van verkeerde coördinaten wordt uitgegaan, zou het niet overeenkomen van de uit coördinaatverschil- len afgeleide afstand PQ met de gemeten af stand een aanwijzing geven voor onjuiste ge gevens. Op controlemogelijkheid op de be rekening hebben we hierboven reeds gewezen. Een zij het grove controle kan worden uitgeoefend door uitpassing op bijv. een topografische kaart. Goede oplossingen ontvingen we van de heren J. Albrink, H. A. R. Dousi, J. W. Hekman, J. A. M. Hop, J. Klerks, H. Knol, J. Kok, C. H. Koper, J. D. Kroneman, G. C. Maas, J. Molenveld, W. Nijboer, C. Porsius, H. C. Pouls, C. L. G. Roeleveld, J. P. H. Tjepkema en T. N. Verweij. In de volgende aflevering wordt een nieuwe opgave geplaatst. C. A. C. B. DRIEKWART EEUW P L A T TE L A N D S G R O E I Onder bovenstaande titel heeft de Nederland- sche Heidemaatschappij ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan een extra nummer van haar tijdschrift uitgegeven. Dit is een keurig verzorgd boekwerk geworden van totaal 144 bladzijden tekst en prachtige foto's: deze laatste komen meestal in paren voor, de een betrekking hebbend op toen, de ander op nu. De tekst bestaat behalve uit een Ter inleiding door de voorzitter van de N.H.M., Jhr. C. G. C. Quarles van Ufford, uit een vijf tal artikelen. In Vijfenzeventig jaar Nederlandsche Heide maatschappij geeft Ir. J. A. E s h u i s een uitgebreid historisch overzicht van de ont wikkeling van de N.H.M., zonder daarbij vol ledig te zijn. Opgericht in 1888 kon de Mij. eerst maar moeilijk van de grond komen, maar met de komst in 1891 van H. J. Lovink, eerst als adjunct-directeur, al spoedig echter als directeur, begon de N.H.M. al meer te wer ken ten algemene nutte. De beide wereld oorlogen hebben ook grote invloed uitge oefend op de ontwikkelingsgang van de N.H.M. In 1952 werden de statuten van de Mij. gewijzigd, zodat zij toen ook opdrachten voor en in het buitenland op zich kon nemen, voorbereidend, adviserend en zelf uitvoerend. Prof. Dr. G. He 11 in ga schrijft over de Ontwikkeling in de bosbouw in de periode 1888 1963, een ontwikkeling die zich soms snel, dan weer in langzaam tempo, maar steeds in stijgende lijn voltrok, waarbij naast de N.H.M. niet vergeten mag worden het Staatsbosbeheer als belangrijke partner te noemen. Dr. Ir. W. M. O 11 o geeft een bijdrage Van spade en osseploeg tot dragline en bulldozer. Deze begint aldus: „Vijfenzeventig jaar Ne derlandse cultuurtechniek is de geschiedenis van heideontginningen, beekverbeteringen, ruilverkavelingen en van het in cultuur bren gen van de Zuiderzeepolders. Deze geschie denis omvat meer dan de technische voorbe reiding en uitvoering van cultuurtechnische werken alleen. Immers, door cultuurtech nische werken werd vaak wijziging gebracht in de bestemming en het gebruik van de grond, en daarmede werd een terrein betre den vol belangentegenstellingen: private en publieke belangen, agrarische en niet-agra- rische belangen en vaak ook economische en sociale belangen." De schrijver geeft deze ge schiedenisles uitgaande van de achtergrond van de weinig rooskleurige toestand rond 1888. Het vraagstuk van de ontginningen werd destijds in verband gebracht met het eigendomsvraagstuk, met name met het ge meenschappelijk bezit van de markegronden. En toch, de toepassingvan de Markenwet

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 23