Hoewel waarschijnlijk toen nog niet onder kend, begon zij reeds in 1918 toen de prak tijkopleiding van de landmeter werd ver anderd in, althans aangevuld met een cursus aan de landbouwhogeschool te Wageningen. Toen 13 jaar later de eerste tekenaars in de buitendienst werden geplaatst betekende dit de volgende stap op weg naar de middelbare rang. Enige jaren later werd de landmeters cursus overgebracht naar Delft, die tenslotte haar voltooiing vond in de volledige studie richting voor geodesie aan de technische hogeschool in 1947. In 1952 deed dan de eerste geodetisch ingenieur zijn entree bij het kadaster waarmee de periode van het oude kadaster een einde vond en een nieuwe was geboren. Niet dat deze geboorte officieel werd aangekondigd, integendeel het feit vond in alle stilte plaats, maar het was een histo risch ogenblik in de kadastrale wereld, waar bij een duidelijke grens werd getrokken. Op deze grens van twee perioden, misschien van twee werelden, verscheen het rapport „Greve" als om een halt toe te roepen aan de opmars naar deze vernieuwing. Er ont stond aanvankelijk een zekere verwarring, zowel aan de kant van de ingenieurs en veel landmeters, als onder die van de landmeet kundige ambtenaren. Maar bij nader inzien en bij herlezing bleek toch wel dat het niet zo ernstig gemeend kon zijn. Men distancieerde zich van ingenomen standpunten en aange voerde argumenten, zelfs diende een van de commissieleden een aparte nota in, daarmede de richting aangevende van de nieuwe route. Toen werd het stil, maar de ontwikkeling ging geruisloos verder. Werkelijk geruisloos? Nauwelijks drie jaren na de verschijning van het rapport stapte de volledig middelbare kracht de personeelsformatie binnen. Heeft dus de prognose, die in het rapport „Greve" was ontwikkeld gefaald, toch mogen we de betekenis van dit geschrift niet onderschat ten. Immers door deze alarmkreet werden velen wakker geschrikt en realiseerde men zich dat wat men verleden tijd waande, toch nog niet geheel verdwenen was. Zij die aan de toekomst dachten, zowel „ter eenre als ter andere zijde" werden weer actief. We laten nu in het midden in hoeverre deze strijdvaar digheid heeft bijgedragen tot het resultaat van vandaag. Zeker is dat de personeelsfor matie van het kadaster ondanks, maar wel licht ook dank zij het rapport „Greve" in een stadium is gekomen waarover de kadastrale werker van vandaag de verdere ontwikkeling naar een verjongde landmeetkundige dienst met vertrouwen tegemoet kan zien. OPGAVEN MET EEN LANDMEET KUNDIGE INSLAG Opgave 15 Van een van onze lezers, de hr. J. J. Beyers, ontvingen we de volgende opgave. Op het terrein moet een gebogen lijnstuk PQR, gevormd door twee cirkelbogen PQ en QR, met respectievelijk stralen 41,5 m en 150 m, worden uitgezet. Cirkelboog PQ snijdt de rechte AP loodrecht, Q is gemeenschappelijk tangentpunt en R is tangentpunt voor boog QR. Als nog gegevens is a 23 gr en AP 82,626 m, wordt gevraagd de lengte van de loodlijnen uit Q en R neergelaten op de rechte AD en de afstand tot de voetpunten ervan vanuit A. Oplossingen voor 1 juni a.s. in te zenden aan mejuffrouw C. A. C. Best, Seinpostduin 18, Scheveningen. c 118

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 16