v.w. 77
25.1
ld ^'piket B 2d
Pd
u.w7S piketC l2j
150
fig. 9
meetlijnen, en zal dan ook uit één of meer
veldwerken bestaan.
In figuur 6 voegen we de veldwerken 46, 47
en 48 samen tot één eenheid, terwijl we veld
werk 49 ook als één eenheid beschouwen.
Ook is het mogelijk dat een klein gedeelte van
een meetlijn op een veldwerk valt waarop
tevens een volledige volgende meetlijn is ge
schetst.
In dit geval (zie fig. 7) kunnen we de schei
ding van de eenheden tussen veldwerk 51 en
52 kiezen. Het stukje van meetlijn 6.1 - 7.1 dat
op veldwerk 52 staat, hoort dan bij de eenheid
van dit veldwerk. Dit is natuurlijk géén [raaie
oplossing en daarom werd er in het begin van
cleze uiteenzetting reeds op gewezen dat het
A—
fig. 10a
aanbeveling verdient niet meer dan één meet
lijn of een gedeelte daarvan op één veldwerk
te schetsen.
Een derde mogelijkheid is dat op één of twee
veldwerken meerdere naast elkaar gelegen
meetlijnen zijn geschetst, (fig. 8).
Het beste kunnen we hier veldwerk 53 en
veldwerk 54 samen als één eenheid beschou
wen.
De eenheden worden vanaf 1 genummerd.
ad c. Het opsporen en nummeren van punten
welke in meer dan één eenheid gebruikt
moeten worden
Welke punten bedoeld worden, kan het dui
delijkst met enige voorbeelden worden aange
geven. Bij de indeling in eenheden bepaalden
we dat (fig. 9) de lijn 1.1 - 2.1 één eenheid
zal vormen en dat de lijn van 10.1 naar
piket A tot een volgende eenheid zal behoren.
Piket A is aangemeten op meetlijn 1.1 - 2.1 en
hiervan kunnen dus de coördinaten worden
berekend. Hierdoor is het dus óók mogelijk
de aan meetlijn 10.1-Pik. A vastgelegde situa
tie te transformeren. Het is duidelijk dat
piket A nu een in het code-systeem passend
nummer moet hebben.
De elektronische rekenmachine zal, wanneer
een eenheid gereed is, alleen de punten van
de B-lijst vasthouden en alle overige gegevens
uitwissen, wanneer aan een nieuwe eenheid
wordt begonnen. Daarom is het noodzakelijk
om piket A een B-lijstnummer te geven. Als
we bijv. 6 reeds in coördinaten bekende
grondslagpunten genummerd hebben van 1.1
tot 6.1, dan zullen we piket A het volgende
nummer 7.1 geven.
In fig. 10a zowel als in fig. 10b zullen de pi
ketten B en C eveneens een B-lijstnummer
piket'
fig. 10b