157 Het resterende gedeelte is behalve de stadskern in hoofdzaak agrarisch of meer of minder „woest" gebied (bos en heide). Van deze gedeelten staan reeds weer her- metingen op stapel i.v.m. voorbereidingen van nieuwe uitbreidingsplannen. Eigenlijk is dan de taak van onze landmeet kundige afdeling wel in grote trekken gelijk aan die van Enschede! Het lijkt mij echter, dat we wat betreft de kaart 1 500 van de gemeente Amersfoort een ander systeem volgen. Over deze kaart 1 500 een apart hoofdstuk. Het tekenen van lengte- en dwarsprofielen gebeurt meestal door ambtenaren van de weg- en waterbouwkundige afdeling, die daarin meteen de nieuwe situatie tekenen en het grondverzet berekenen. Grondboringen worden verricht wanneer geen sondering no dig is. We gaan dan tot ongeveer 3 m diep, waarbij ook de grondwaterstand wordt op genomen. De vaste zandlaag ligt in het alge meen tamelijk dicht onder het maaiveld. Voor verdichting van het net. van rijks N.A.P. peilmerken werden 110 bouten geplaatst. Onze afdeling is een onderafdeling van de civiel-technische dienst en bestaat uit 2 tech nisch hoofdambtenaren, 1 technisch-ambte- naar A, 1 tekenaar B, 1 klerk en 3 meetarbei- ders plus één met een gedeeltelijke jaartaak. Instrumentarium: 1 Wild theodoliet T2, 3 wa terpasinstrumenten (2 de Koningh en 1 Zeiss) 1 detailcoördinatograaf Haag-Streit, 1 rui- tenmal, 1 handrekenmachine (Odhner), 1 elektrische vol-automatische en 1 elektrische halfautomatische Monroe rekenmachine, 1 arceerlineaal en, behalve enkele legkasten, een Gabs-ophangkast. Aangevraagd, samen met de reproduktie-afdeling, is een reproduk- tiecamera, waar we nogal verwachtingen van hebben. (De reproduktie-afdeling is een afdeling van de secretarie, die al het druk werk van de gemeente verzorgt (offset-druk). Hiervoor is nodig een camera, die op be scheiden schaal óók verkleiningen en vergro tingen voor ons kan vervaardigen. Uit de samenwerking met deze afdeling is o.a. de behoefte gegroeid een goede reproduktie- camera aan te schaffen die tevens ten dienste van het gemeentelijk archief benut kan wor den.) En dan niet te vergeten ons Volkswagen busje! Twee jaar geleden hebben we dit busje voor onze afdeling kunnen aanschaffen. Dit betekent niet alleen een vlottere verplaatsing, maar meer nog: het niet meer behoeven te sjouwen met jalons, statieven, instrumenten, grondboor, betonnen grenspaaltjes, piketten etc. etc. Bovendien is nu ook groter hulpma teriaal als zaag, bijl, voorhamer direct bij de hand, terwijl het busje tevens dienst doet als schuilplaats bij regen enz. De toekomstverwachting: een steeds groter wordende behoefte aan kaartmateriaal voor verschillende doeleinden op alle mogelijke schalen. Eén voorbeeld: een straatnamen- kaart oorspronkelijk alleen bedoeld ter oriën tatie van inwoner en „vreemdeling" wordt nu naarstig gebruikt door de B.B. voor aller lei oefeningen! Toekomstwensen? Plaatselijk: een fotokaart van Amersfoort met omliggende gemeenten. Als archiefstuk voor de toekomst en om voor die toekomst aan de hand van de duidelijk zichtbare topografie een juiste planning te kunnen maken. Landelijk: samenwerking tus sen de omliggende gemeenten, met over en weer gebruiken van elkanders gegevens en materiaal. Ik vraag me wel eens af, of het niet mogelijk is, te komen tot regionale land meetkundige diensten, op dezelfde manier als nu al gebeurt met diensten van bouw- en woningtoezicht. Vooral door onze vrij kostbare apparatuur zal niet iedere gemeente en zeker niet de kleinere, direct klaar staan om theodolieten of coördinatografen aan te schaffen, vooropge steld of de hoeveelheid landmeetkundig werk in zo'n gemeente een eigen landmeetkundige rechtvaardigt. De kaart 1 500 Omstreeks 1952 ontstond de wens kaarten op schaal 1 500 te vervaardigen, die als hét ware de gehele gemeente niet alleen topogra fisch vast zouden leggen, maar ook gebruikt konden worden voor alle mogelijke doeleinden verkeersverbeteringen, transacties, „leidin genkadaster" etc.Toen men het over de wen selijkheid van deze kaart eens was, was de volgende vraag, w i e deze kaart zou ver vaardigen. Met de toen bestaande perso neelsbezetting was er geen sprake van dit te kunnen doen. Er zouden dan wel meerdere meetploegen aan het werk gezet moeten wor den om binnen afzienbare tijd de toen be bouwde kom op te méten plus een aantal tekenaars aangenomen voor het vervaardi gen van de kaarten. Of er, indien deze kaarten klaar waren, nog objecten genoeg zouden zijn om deze mensen aan het werk te houden was zeer de vraag.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 19