Lezers van Geodesia kunnen tegen vergoe
ding van portokosten kosteloos boeken en
tijdschriften uit de bibliotheek ter leen ont
vangen voor de tijd van één maand. Aan te
vragen bij de heer E. Draisma Ing., per adres
Meetkundige Dienst R.W.S., Kanaalweg 3B,
Delft.
169
Verscheidene publikaties van de Bijhoudingsdienst der
Rijksdriehoeksmeting (beginnende bij 1903).
Verslagen van de Rijkscommissie voor Graadmeting en
Waterpassing (beginnende bij 1880).
(36) Instructie voor de geographische ingenieurs bij het
Depot-Generaal van Oorlog, 1808.
(81)Kcayenholl, Precis Historique des operations Géo-
désiques et Astronomiques faites en Hollande etc.,
la Haye, 1815.
(169) idem, idem la Hays, 1827.
(375) idem, Verzameling van Hydrogr. en topogr.
waarnemingen in Holland, 's-Gravenhage, 1835.
(80) j. F. Seegcr, Exposé succinct et des mémoires
analytiques faits au dépot de la guerre pendant
l'année 1808 pour servir de discours a la description
géométrique du Royaumc de Hollande, 1809.
(17a) Littrow, Chorographie of handleiding tot het
ontwerpen van alle soorten van land-, zee- en hemel
kaarten, 's-Gravenhage en Amsterdam, 1842.
(110) F. Kaiser en L. Cohen Stuart, De eisen der mede
werking aan de ontworpen Graadmeting in Midden-
Europa voor het Koninkrijk der Nederlanden, Am
sterdam, 1864.
(557) F. A. Vening Mcinesz, Gravity expeditions at sea
1923—1930, vol. I; Delft, 1932.
(557-2) idem, idem, vol. II; Delft, 1934.
(557-3) idem, idem, vol. Ill; Delft, 1941.
(553) idem. Theory and practice of pendulum obser
vations at sea, Delft, 1941.
(565) idem, idem, part II (second order corrections etc.,
Delft, 1941.
(545) idem. Observations de pendule dans les Pays Bas
1913—1921 (publ. Rijksc. v. G. en W.), Delft, 1923.
(565a) idem, Tables for regional and localisostatic re
duction (airy system) for gravity values, Delft, 1941.
(547) idem. Observations de pendule sur la mer pen
dant un voyage en sous-marin, Delft, 1923.
(555) idem, Relevé graviinétrique maritime de l'Ar-
chipel Indien, Delft, 1931.
(40) Cli. M. Schots, Landmeten en Waterpassen, 2e dr.,
Breda, 1881.
(300) idem. Onderzoek van de randverdcling van de
theodolieten, in gebruik bij de Rijksdriehoeksmeting,
1894.
(393) idem, Verslag omtrent de werkzaamheden van
de commissie voor het onderzoek naar de daling van
de bodem van Nederland, Amsterdam, 1883.
(385) Johan Lulofs, Aanmerkingen over het rijzen der
zee, en het zinken der landen aan de Nederlandse
kusten, Haarlem, 1754.
(Verslagen Holl. Mij.)
(471) idem. Proefnemingen over de lengte van den
enkelen slinger te Leiden (Versl. Holl. Mij.), Haar
lem, 1757.
(427) Ir. W. Schermerhorn, Bestimmung der Höhen-
lage der Insel Terschelling (Sonderabdr. aus Z. f. V.
1926-14), 1926.
(295) J. A. Muller, Junghuhn als topograaf der
Bataklanden (overdr. uit Gedenkboek Junghuhn),
's-Gravenbage, 1910.
(294) idem, De aansluiting van het driehoeksnet van
Zuid-Sumatra aan het net van Sumatra's westkust
(overdruk uit Tijdschr. KNAG 1905), 1905.
(298) Hk. J. Heuvelink, De Nederl. Rijksdriehoeks
meting en de Triangulation du Royaume de Belgique
(overdruk uit De Ingenieur 1918), 1918.
(297) idem, Nederl. RD; De stereogr. kaartprojectie in
hare toepassing bij de RD, 1918.
(66) idem. Zakboekje Landm. en Waterpassen, 3e dr.,
Amsterdam, 1919.
(296) idem, Nederl. RD; Topographische kaart en RD,
Delft, 1920.
(293) idem, Driehoeksnet van Sumatra's Westkust, De
coördinaten der driehoekspunten, samengesteld bij
de triang. brigade van de topografische dienst, Ba
tavia, 1900.
(1) G. J. Verdam, Commentario ad Questionem astro-
nomicamento, 1820—1823.
(374) G. A. v. Kerkwijk, Verhandeling over het water
passen en het gebruik van de barometer tot het meten
van hoogten, Amsterdam, 1828.
(304) Rapport inzake de vaststelling van een eersten
meridiaan (overdr. Tijdschr. K. en L. jg. VII, afl. 4).
(136-1) F. Stamkart, Over de basismeting in de
Haarlemmermeer in 1868, Amsterdam, 1869.
(473) idem, Over de grenzen der beweging van eenen
vrij opgehangen slinger, wanneer de lengte des slin
gers oneindig groot, en ook etcUtrecht, 1952.
(464) idem. Over den tegenstand der lucht tegen de be
weging van eenen slinger, Amsterdam, 1849.
(30) F. J. v. d. Berg, Over de onderlinge afwijkingen
van de geodetische lijn en van de wederzijdse vlakke
normale doorsneden tussen 2 nabijgelegen punten van
een gebogen oppervlak, Amsterdam, 1876.
(33) G. A. Venema. Het afbakenen van lange regte
lijnen op het veld (handleiding bij het op- of uit
zetten voor eigenaars van gronden aan onze kusten
etcGroningen, 1847.
(34) idem. Proeve eener nieuwe en eenvoudige methode
voor het verdelen van regt- en kromlijnige stukken
grond, Groningen, 1852.
(437) V. S. M. v. Willigen, Slingerproeven te De
venter. (Overgenomen uit Alg. Konst.- en Letter
bode. 1852, 4 en 5.), 1852.
(438) idem. Nieuwe slingerproeven te Deventer (uit
Alg. Konst.- en Letterbode, 1852, no. 18), 1852.
(145-1) F. Kaiser, Rapport van de gemagtigden voor
de graadmeting in Europa, Amsterdam, 1867.
(26) P. Delprat, Over het berekenen van de secon
daire triangulatiën bij geodetische waarnemingen, La
Haye, 1827.
(357) Dr. L. Cohen Stuart, Mededelingen omtrent den
in 1875 en 1876 uitgevoerde nauwkeurigheidswater
passing (samen 12 afz. gebonden stukken), 1877.
(384) H. G. v. d. Sandc Bakhuijzen en G. v. Diesen,
Llitkomsten der Rijkswaterpassing II 1875 1885),
's-Gravenhage, 1877.
De tussen geplaatste getallen zijn voorlopige num
mers van de catalogus. Deze nummers kunnen worden
vermeld bij het aanvragen. In volgende afleveringen
van Geodesia zullen deze opgaven worden voortgezet.