142
Eenvoudig voorgesteld werkt deze als volgt
(zie fig. 1 In het omhulsel van de barometer
bevindt zich een luchtledige doos (A)afge
sloten door een golvend gevormde membraan
(B), deze is golvend in verband met grotere
gevoeligheid. Luchtdrukverandering beweegt
het membraan en de daaraan verbonden naald
(C); via een overbrengingsmechanisme (D)
wordt deze beweging overgebracht naar een
soort horlogeveer (E), die zich beweegt rond
een trommel (F) die zich bevindt om de as
waaraan de afleeswijzer (G) verbonden is.
De beweging wordt dus via de trommel over
gebracht op de as, die op zijn beurt de wijzer
beweegt.
Bij de oudere modellen bestond het overbren
gingsmechanisme uit een aantal armen en
scharnieren, waardoor vertraging in de over
brenging ontstond en soms haperingen in ver
band met stroefheid, stof, etc. en dienten
gevolge onjuiste aflezingen. Bij de moderne
instrumenten zoals de Paulin en de Wallace
and Tiernan barometers heeft men een ver
beterd systeem, berustend op overbrenging
via een balans, waardoor deze moeilijkheden
praktisch niet meer voorkomen.
De bovenkant van de barometer vertoont een
schaalverdeling waarop men dus afleest. De
hier gebruikte instrumenten lezen af op een
voet (30,48 cm) nauwkeurig. Teneinde fou
tieve aflezing ten gevolge van parallax te
voorkomen is in de schaalverdeling een spie-
gelstrip aangebracht en dient men er voor te
zorgen dat de wijzer samenvalt met zijn spie
gelbeeld wanneer men afleest (zie fig. 2).
SP/EGELSTP/P
fig. 2 Aflezing
Fout Goed
Waarnemingen
Het zou betrekkelijk eenvoudig zijn als veran
dering van luchtdruk alleen veroorzaakt werd
door verandering van hoogte, maar de vol
gende factoren hebben ook invloed op de ver
andering van luchtdruk:
1. Temperatuur. Verandering van tempera
tuur veroorzaakt verandering van luchtdruk
T i To
(de wet van Boyle-Gay Lussac:
Pi Vi po V-2
2. Vochtigheidsgraad. Waterdamp heeft een
geringere dichtheid dan droge lucht. Verschil
in de vochtigheidsgraad, m.a.w. verschil in
de hoeveelheid waterdamp in de lucht, geeft
dus ook een verschil in de luchtdruk.
3. Klimatologische invloeden. Hierbij kan
men onderscheid maken tussen regelmatige en
onregelmatige. Aflezingen over een gehele
dag genomen vertonen een vrij regelmatige
verandering, waarbij het maximum meestal
omstreeks 3 uur namiddags optreedt en daar
na loopt het weer terug. Dit is althans het ge
val in Kenya, maar zover ik weet is dat ook zo
in andere delen van Afrika. Tot de onregel
matige invloeden behoren sterke windstromin-
gen, opkomende regenstormen, e.d.
De temperatuur wordt gemeten door middel
van een zgn. natte en droge slingerthermo
meter, die aan elkaar verbonden zijn (fig. 3).
DP AA /PUNT
DP00 6
MAT
f'B- 3
Slinger thermometer
De natte" thermometer is gelijk aan de
droge", maar heeft aan het uiteinde een om
hulsel dat nat gehouden wordt. De droge"
thermometer geeft de gewone luchttempera
tuur,terwijl uit de gemeten „natte" en „droge"
temperatuur met behulp van een tabel de
vochtigheidsgraad bepaald wordt. Het valt
buiten het bestek van dit artikel hier verder
op in te gaan.
Teneinde de regelmatige klimatologische in
vloeden te bepalen kan men de gehele dag
waarnemingen doen. Indien gewenst kan men
zelfs vrij nauwkeurige gemiddelde tabellen of
grafieken samenstellen voor bepaalde gebie
den, maar meestal gebeurt dit niet.
De invloed van de onregelmatige invloeden