In genoemde drie gevallen is de gemeten af
stand tussen begin- en eindpunt door aftrek
king te bepalen 112.30 0= 112.30; 103.90
(—8.40) 112.30; en 127.40 15.10
112.30) zodat de Zebra deze kan vergelijken
met de uit coördinaten berekende afstand en
aan de hand van de opgegeven tolerantie kan
vaststellen of het eventuele verschil in eerste
instantie toelaatbaar is.
In bijzondere gevallen, waarin het op het ter
rein niet mogelijk is een eindmaat vast te stel
len, kunnen we als volgt coderen:
4 0 8.1 9.1 0 0
De tolerantie-factor is dus nul, en begin-
en eindmaat zijn eveneens nul gesteld. De
aan meetlijn 8.1 9.1 vastgelegde details
worden nu wel berekend, doch een meetfout
kan niet worden geconstateerd, daar er geen
vergelijking tussen berekende en gemeten af
stand gemaakt kan worden. Deze methode
dient dan ook slechts bij hoge uitzondering te
worden toegepast.
volgt worden (zie weer fig. 17);
1 50.04 —9.66 1.
Verklaring:
1 is de aanwijzing dat voetmaat en loodlijn-
maat van een genummerd punt zullen volgen,
en dat bovendien het nummer vermeld zal
worden.
4- 50.04 is de voetmaat.
9.66 is de loodlijnmaat (links van de meet-
hjn).
1 is het (label)nummer van het punt.
Het komt dikwijls voor dat aan één loodlijn
meerdere details zijn gemeten. Voorbeeld (zie
fig. 17);
0 4-57.06 —0.55
3 9.08 2
Verklaring:
De eerste regel behoeft geen nadere uitleg.
Op de tweede regel betekent het cijfer 3 dat
de laatst berekende voetmaat (uit de voor
gaande regel dus) ook op het nu volgende
2.1
Nu pas kunnen de details welke aan de meet
lijn zijn vastgelegd, worden gecodeerd. Hierbij
wordt dan onderscheid gemaakt tussen ge
nummerde en niet genummerde punten. Een
ongenummerd detailpunt wordt als volgt ge
codeerd (zie tevens fig. 17):
0 +16.28 —1.75
Verklaring:
0 is de aanwijzing dat er een ongenummerd
punt berekend moet worden waarvan voet
maat en loodlijnmaat zullen volgen.
16.28 is de voetmaat langs de meetlijn.
1.75 betekent dat het te berekenen punt
1.75 meter links van de meetlijn ligt.
Van een genummerd punt zal de code als
punt van toepassing is, en bovendien dat dit
punt genummerd is.
9.08 is de loodlijnmaat van het te berekenen
punt (links van de meetlijn).
2 is het (label)nummer van het te berekenen
punt.
Tweede voorbeeld (zie weer fig. 17):
1 +58.25 —21.79 3
2 —27.80
Verklaring:
Ook hier geen nadere uitleg van regel één.
Het cijfer 2 (tweede regel) betekent evenals
het cijfer 3 dat de laatst berekende voetmaat
190
9 \Oö
O.
hg. 17