4. 193 O en +9.10 zijn begin- en eindmaat bij deze punten. Op dezelfde wijze wordt de wens om lijn 20- 21 (fig. 18) te controleren geformuleerd en voorts alle verdere in de eenheid voorko mende lijnstukken. Tot slot volgen dan nog de zgn. rechte-lijn- controles. De terreinambtenaar heeft op het veldwerk door middel van gestippelde boogjes aange geven dat de achtergevels van de in fig. 21 getekende gebouwen in één rechte lijn liggen. Met behulp van de labelpunten 5, 6, 7 en 8 kunnen we dit controleren: 6 4 5 8 6 7 Verklaring: 6 wijst de Zebra op een naderende rechte- lijncontrole. 4 betekent dat er vier punten genoemd zullen worden. 5 en 8 zijn begin en eind van de lijn ten op zichte waarvan de rekenmachine de even tuele afwijking van de volgende punten moet berekenen. 6 en 7 zijn de punten waarvan de afwijking van lijn 5-8 berekend moet worden. Op deze wijze zullen we ook de rechtheid van lijn 18-19-22 in fig. 18 controleren. Opmerking: Bij deze controle is geen tolerantie-factor nodig. De Zebra kan hier n.l. geen enkele vergelijking trekken. Zij geeft ons tot in centimeters nauwkeurig de afstand die het te controleren punt buiten de opgegeven lijn ligt. De volgende eenheden worden op dezelfde wijze bewerkt. Na de laatste eenheid volgt weer het getal 10 dat aan de berekeningen een eind maakt en de Zebra doet stoppen. 8. Samenvatting van de code-cijfers: 0. Er volgen voetmaat en loodlijnmaat van een niet genummerd punt. 1. Er volgen voetmaat en loodlijnmaat van een genummerd punt, en voorts het num mer van dat punt. 2. De laatst gebruikte voetmaat moet ook voor het volgende punt gebruikt worden en het punt is ongenummerd. Er volgt een loodlijnmaat. 3. De laatst gebruikte voetmaat moét ook voor het volgende punt gebruikt wor den, en het punt is genummerd. Er volgt een loodlijnmaat en een nummer. Er volgt een (nieuwe) meetlijn. De ge gevens van de vorige meetlijn worden uitgewist. Er volgt een afstandscontrole. Er volgt een rechte-lijncontrole. (Dit cijfer wordt nog niet gebruikt). Een punt moet door omcirkeling bepaald worden. Er volgt een (nieuwe) eenheid. De ge gevens van de voorgaande eenheid wor den uitgewist. Einde van de berekeningen. De reken machine stopt. Er volgt een nieuw project. Alle gege vens van het voorgaande project wor den verwijderd uit het geheugen van de rekenmachine. Als voorbeeld is hier een willekeurig veld werk afgebeeld (fig. 22) gevolgd door de codelijst van de op dit veldwerk aangemeten situatie. De codelijst wordt voorafgegaan door de B-lijst van het werk waartoe dit veldwerk behoort. De omcirkelde getallen op de veldwerken zijn de B-nummers en labelnummers welke door de codeur bepaald zijn. 5. 6. 7. 9. 10. 99. 99 1.1 2.1 3.1 4.1 5.1 6.1 7.1 0 0 1000 +57061.04 +57162.02 +57111.41 +57125.07 +57098.41 +56960.02 +56876.06 +56670.55 0.0008 8 +69021.91 +69101.10 +68673.06 +68825.50 +68970.05 +69177.52 +69436.93 +69771.68 4 0.89 1.1 2.1 0 +128.32 1 +50.00 0 9.1 4 0.77 1.1 6.1 0 +185.53 1 +29.00 0 10.1 1 +125.00 0 11.1 4 0.84 4.1 5.1 0 +147.08 1 +30.00 0 12.1 4 0.68 6.1 7.1 0 +272.71 1 +75.00 0 13.1 10 9 02 +1 0.0008 4 1.12 9.1 2.1 +50.00 +128.32 0 +53.35 +3.10 0 +55.30 +4.30 2 —3.70

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 17