BERICHTEN
van en uit het IN.U.L.
Bericht voor lezers en adverteerders
We maken u er op attent, dat in verband met
de vakanties eind juli een gecombineerd juli-
augustusnummer zal verschijnen. Het daarop
volgende septembernummer verschijnt om
streeks 20 september.
Redactie
en advertentie-afdeling
25-jarig ambtsjubileum van ons redactielid
E. Draisma Ing.
Op 9 mei was de heer E. Draisma 25 jaar in
Rijks dienst. Naar aanleiding hiervan werd
op 6 mei in de kantine van de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat aan de
Kanaalweg te Delft 's morgens een feestelijke
bijeenkomst belegd, waarin de heer Draisma,
vergezeld van zijn gehele gezin, allereerst
werd toegesproken door het hoofd van
de M.D., ir. Rienstra. Ook de collega's
Rietveldt en Schrikkema droegen hun
steentje bij in de huldiging, de eerste
niet alleen als voorzitter van de con
tactcommissie M.D., maar ook namens het
N.G.L. Bij de beantwoording van de sprekers
vertelde de jubilaris van de grote steun die
hij in zijn leven mocht ondervinden van zijn
geloof en van zijn gezin. Velen maakten na
afloop gebruik van de gelegenheid de familie
Draisma persoonlijk geluk te wensen.
^ertcAten
AVOND VOOR DE CURSISTEN
VAN HET C.T.O.
Op dinsdag 7 mei werd door de heer
E. Draisma Ing., werkzaam bij de Meetkun
dige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft,
een lezing gehouden over het onderwerp:
„Luchtkaartering". Deze lezing vormde het
belangrijke onderdeel van een bijzondere
vergadering, die door de Vereniging T.A.K.
georganiseerd werd. Leerlingen van het
C.T.O., het opleidingsbureau van het Kadas
ter, vormden het publiek, dat wel buiten
gewoon geïnteresseerd was in dit onderwerp.
Zeer opvallend was de wijze waarop de heer
Draisma zijn lezing begon, namelijk in Zuid-
Afrika. Even duurde het vóór iedereen be
greep waar het tenslotte op uit zou draaien.
Het ging over een interessant geval wat zijn
dienst in behandeling had gekregen.
Enige tijd geleden verging een koopvaarder
bij de kust van Zuid-Afrika. De oorzaak was
een groot vraagteken. De Raad voor de
Scheepvaart verdacht de kapitein ervan, dat
hij dichter dan was toegestaan langs de kust
was gevaren, om daar van een gunstige zee
stroming te profiteren. De kapitein sprak dit
feit tegen, er waren geen bewijzen, of toch
wel? Aan boord van de koopvaarder was
iemand geweest, die kort voor de ramp een
foto van de kust had gemaakt. Het schip had
namelijk omdat het ergens op vastliep, een
onverwachte manoeuvre moeten maken. De
voornoemde passagier wist hier nog niets
van, maar zag plotseling de kust prachtig
langs zijn patrijspoort glijden. De man was
waarschijnlijk een enthousiast fotograaf en
nam dus meteen deze gelegenheid waar om
een mooi „plaatje" te schieten. Kort nadat
hij deze foto had gemaakt, moest hij zich bij
zonder haasten daar hij de kans liep een nat
pak te krijgen: het schip zonk namelijk.
Enige tijd verliep en langzamerhand raakte
het filmpje van deze man vol; het werd ont
wikkeld en afgedrukt. De foto's waren goed
gelukt, vooral de foto die vlak voor de ramp
van de kust werd gemaakt was prima. Op
de voorgrond zag men nog een gedeelte van
het schip en de kust was ook scherp waar
neembaar. De man had gehoord van de moei
lijkheden van de kapitein en stuurde hem
daarom de foto. De kapitein vond dat de foto
er voor hem wel gunstig uitzag en overhan
digde deze aan de Raad van Scheepvaart.
Die moest ook toegeven dat het er wel gun
stig uitzag en stuurde de foto voor onderzoek
naar het bureau waar de heer Draisma werk
zaam is. Deze hadden er zo nog niets aan,
gaven ze te kennen. De focus van de lens
van het fototoestel was belangrijk!
Behalve dat wist men nog niets met zeker
heid te zeggen, want de hoek waaronder de
kust was gefotografeerd, was niet bekend.
Het resultaat was dat een ander schip, dat
ook hier langs de kust voer, op verzoek van
de Raad voor de Scheepvaart een serie foto's
nam van het betrokken gebied, onder ver
schillende hoeken en tevens steeds de positie
noteerde. Deze foto's werden vergeleken met
198
B.