N.G.L.
afd. weg- en waterbouw 32 en afd. landmeet
kunde 32, zodat nu in totaal zijn uitgereikt
2613 diploma's (1417 weg- en waterbouw
kunde 1042 bouwkunde en 154 landmeet
kunde).
Vermeldenswaard is zeker, dat 75 leerlingen
nog een tweede diploma van de school be
haalden (w.o. 1. die naast bouwkunde tevens
het diploma landmeetkunde verwierf).
Voor de cursus 1963/1964 wordt in verband
met de geboortegolf 1946 een veel groter
aantal aanmeldingen verwacht. Op een drin
gend verzoek in 1960, om vijf leslokalen en
een tekenzaal te mogen aanbouwen, is nog
geen antwoord ontvangen. Nu de Mammoet
wet" ook in de Eerste Kamer is aangenomen
zullen de wijzigingen die daaruit voortvloeien
wel spoedig verwerkelijkt worden. Voor de
H.T.S. wordt gehoopt, dat dit reeds voor de
cursus 1964/1965 mogelijk wordt.
Aanvulling bibliotheek
Naast vele andere werden voor de afdeling
Landmeetkunde excursies gehouden naar de
Deltawerken, het kanaal Gent-Terneuzen,
de Braakman en Brugge, Rondweg om
Brussel, de Landmeetk. dienst te Utrecht, de
Instrumentenfabriek De Koningh te Arnhem,
Ruilverkavelingen Maarsseveen en Tieler-
waard, Rijkswaterstaat Delft, demonstraties
Deccasysteem, Tellurometer en Fotogram-
metrie, Decca-plaatsbepalingsysteem voor
havenwerken IJmuiden, Hoogovens e.m.d.
Het grootste deel van de leerlingen komt uit
de provincies Utrecht (135) Gelderland
(55), N.Holland (60) en Z.Holland (44).
Uit de stad Utrecht komen 89, uit het buiten
land 9.
Blijkens de staat betreffende het personeel
waren op 31-12-1962 in vaste dienst 38 lera
ren en assistenten, in tijdelijke dienst 13 en
overig personeel 8.
200
(Zie vorige opgave Geodesia 1963-5, blz. 168).
(31) F. v. d. Berg, Franse tekst van het Neder
landse boekwerk: „Over de onderlinge afwij
kingen van de geodetische lijn en van de
wederzijdse vlakke normale doorsneden enz.
1876.
(35) C. M. ADouglas, Handleiding tot de behande
ling en aansluiting van driehoeksmetingen.
1878.
(37) F. P. Gisius Nanning, Handleiding tot de werk-
dadige meetkunst. 2 delen. 1829.
(57) A. Mulder, Het tegenwoordige standpunt
der geodesie. Rede, uitgesproken bij de aan
vaarding van het ambt van buitengewoon
hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht.
Leiden 1909.
(106) Fl. G. u. d. Sande Bakhuyzen, Rapport sur
l'activité de l'association géodésique pendant
la période 1912-1922.
(170) G. A. de Lange, Verslag van de verrichtingen
der geografische ingenieurs in de residentie
Cheribon. Batavia 1855.
(171) Idem. Verslag van de geodesische triangulatie
der residentie Banjoemas, door G. A. de Lange
en J. van Limburg Brouwer. Batavia 1857.
(172) Idem, Verslag van de geodesische triangulatie
van de residentie Bagelen en Kadoe. Batavia
1857.
(248) H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Rapport admi
nistrative de l'Association géodésique inter
nationale 1909-1912, rédigé par le sécrétaire
perpétuel.
(249) Idem, Bericht über das Entstehen und die Ent-
wicklung der Internationalen Erdmessung.
1862-1912.
(472) P. van Galen, De pendulo ejusque adplicationes
ad telluris figuram determinandam. Amster-
lodami 1830. 4°.
(147) A. C. Oudemans, Die triangulation von Java
ausgeführt vom Personal des geographischen
Dienstes in Niederlandisch-Ost-Indiën. le Ab-
theilung: Vergleichung der Massstabe des
Repsold'schen Basis-Mess-Apparates mit dem
Normalmeter. Batavia 1875.
(466) G. Noording, Bepaling van de gedaante der
aarde uit slingerproeven. Groningen 1870.
(305) H. G. v. de Sande Bakhuyzen, Ch. M. Schots
en Michaelis, Advies over een antwoord aan
Z.E. de Min. van Binn. Zaken betr. de in Oct.
1883 te Rome gehouden geodetische confe
rentie.
(376) G. A. de Lange, Geodesisch nivellement van de
residentie Cheribon. Batavia 1855.
(382) H. G. v. d. Sande Bakhuyzen, Langenanderung
holzener Nivellirlatten. Berlin 1881. 4°.
(Zeitschr. Instrumentenkunde)
(427) W. Schermerhorn, Bestimmung der Höhenlage
der Insel Terschelling. Stuttgart 1926.
(572) F. de Bas, De residentiekaarten van Java en
Madoera. Amsterdam 1876. 4° (Tijdschrift
Aardr. Genootschap).
(573) Idem, Hoofddriehoeken gemeten door de geo-
graphische dienst in Nederl.-O. Indië op Java
en Madoera. 's-Gravenhage 1876 (Tijdschrift
Aardr. Genootschap).
(574) Idem, Overzicht van de stand der topogra-
phische opname en reproductie van de resi
dentiekaarten van Java en Madoera in het
jaar 1876. 's-Gravenhage 1876 (Tijdschrift
Aardr. Genootschap).
(587) Meetkundige beschrijving van het Koninkrijk
der Nederlanden, bevattende de getallenwaar
den gebruikt bij de samenstelling van de
topogr. en militaire kaart van het Rijk, uitge
geven op last van het Min. van Oorlog door
het Topogr. bureau 's-Gravenhage. 1861. 4°.
(588) F. v. Beeck Calkoen, Verhandeling over de
zeekaarten. Amsterdam 1808.
(Wordt vervolgd in volgende nummers)