en overdrachten noteerde met aanwijzing van dag en jaar en ,,op wat blad zij te vinden zijn". De bewijskracht van de boeken was gering. Het personeel van de „rekenkamer" had grote moeite bij het identificeren van de per celen die men moest inboeken en uithoeken. De wettige eigenaar kon niet positief worden aangegeven zodat er vaak falserende make laars, bedrogen kopers en onontwarbare grondprocessen voorkwamen. Lasten werden opzettelijk verzwegen (kusting naar aanlei ding van onbetaalde kooppenningen, wees rente enz.) Weduwen en wezen werden openlijk bedrogen en benadeeld. De wettelijke regeling van het hypotheekwezen was zo ver onachtzaamd, dat Johan de Witt zich erover verwonderde dat niet alle bedriegers zich hier vestigden om onder de dekmantel van koop manschap hier openbarelijk te leren stelen, ook al decreteerde het plakkaat van 1662 (waarbij de 20en en 40e penning op de eigen domsovergangen werd ingesteld) voor de zo veelste maal dat bij gebrek aan inschrijving alle overdrachten en hypotheken zouden zijn nul, krachteloos en van onwaarde, zulks dat daarop bij niemand regt zoude mogen worden gedaan of dezelve voor valide mogen worden gehouden. De secularisatie van de maatschappij tekent zich ook af in de geschiedenis der openbaar making. In 1420 moest gerechtelijke verkoop van een huis en erf worden afgekondigd in alle parochiekerken drie zondagen achtereen. Dit geschiedde vanaf de kansel of aan de kerkdeuren. In 1570 bleek dit niet voldoende en verordineerde men bovendien 3 afkondi gingen „des marktdags" te 10 uur op het raadhuis (kerk- en straatmare). Wanneer de proclamatie in de kerken is afgeschaft is niet bekend, maar een keur uit 1658 bepaalt nog dat t.b.v. de kerken aan dewelke het roepambt is gegeven 18 stuivers voor iedere 100 gulden betaald zal worden, terwijl het verkochte daarvoor aansprekelijk en executabel gesteld wordt. Rond deze tijd kende men in ons land de machtsspreuk: „Geen landgebruik zonder in boeking" en de Statuten van Friesland bepalen zelfs (1716) dat alle verkochte of verpachte Veenen, waarvan de grond niet mede wierde verkocht, insgelijks zullen moeten worden ge- proclameert. In 1786 werd over het gehele land de termijn van overdracht van zes weken tot zes maan den verlengd. De betaling van de 40e penning moest dus geschieden binnen 6 maanden na de verkoop, op straffe van een boete van hon derd caroligulden, betaling van dubbel recht en „nulliteit" van de handeling. De kracht van het oude schriftelijke bewijs blijkt uit het feit dat bij de invoering van het kadaster alleen die erfpachten en tijnsen als erfpachtsverhoudingen te boek gesteld wer den waarvan nog geviseerde akten voorhan den waren: de overige werden geboekt als grondrenten, hoewel er dan een verschuiving van eigendomsrecht naar vorderingsrecht kon plaats vinden. wordt vervolgd. 185 IN MEMORIAM YKE VISSER Op 36-jarige leeftijd is de 28ste mei j.l., na een langdurige ziekte, overleden Yke Visser, in leven landmeetkundig ambtenaar van het kadaster en werkzaam aan het bureau ruil verkaveling te Utrecht. Opgegroeid in de Vechtstreek, koos hij aanvankelijk een be roep, waarbij zijn liefde voor het water tot uiting kwam, doch na het vervullen van zijn dienstplicht bij de Koninklijke Marine, zwaaide hij om en trad in dienst van het kadaster. Met groot enthousiasme en ijver wijdde hij zich aan zijn werk en het was voor hem dan ook een grote voldoening, dat hij in 1957 aangewezen werd om te worden opgeleid voor de velddienst. In dit zelfde jaar echter openbaarden zich reeds de eerste symptomen van zijn ziekte. Met alle kracht verzette hij zich tegen de moeilijkheden die volgden. Uiterlijk overwon hij ze met een kwinkslag, doch innerlijk door zijn diep vertrouwen in zijn Geloof. In onze herinnering zal Yke voortleven als een opge ruimd, vriendelijk en behulpzaam collega en goede vriend. Mogen zijn vrouw en beide kinderen, welke nog te jong zijn om het verlies van hun vader volledig te beseffen, troost vinden in de woor den van vers 2 van gezang 232, waarvan de melodie in de aula tijdens de uitvaartplechtig heid ten gehore werd gebracht. G. H. van der Veer

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 9