l
I
I
E T
mrr
V -
1 V
1
1
i
1
f V
1
i
9
A' 5y
i
Hr
i 11' i c
219
in een organisatieschema. Hierbij onder
scheidde hij vier fasen: (1) opname, (2) uit
werken van de meetgegevens, (3) opstellen
van het conceptplan en (4) maken van defi
nitief plan met bestek. Hoewel dit schema in
feite niets nieuws bevatte droeg deze con
crete visuele voorstelling er wel het hare
toe bij om te bepalen welk onderdeel van
de voorbereiding er uit gelicht zou kun
nen worden voor elektronische verwerking.
Dit werd nog duidelijker nadat alle han
delingen in een aantal groepen waren uit
gesplitst. Dit betekende niet dat meteen
het meest arbeidsintensieve gedeelte werd
uitgekozen maar wel dat gedeelte waarvan
mocht worden verwacht dat er spoedig prak
tische resultaten mee te bereiken zouden zijn.
Het ging daarbij in verband met het inge
wikkelde en tijdrovende programmeren van
de elektronische apparatuur om gelijksoor
tige handelingen die telkens weer en masse
worden verricht. Door juist deze gelijksoor
tige handelingen die en masse worden ver
richt voor mechanisering in aanmerking te
brengen wordt bovendien bereikt, dat de be
trokken tekenaars van dit soort werk in de
toekomst voor een deel worden vrijgesteld en
gelegenheid kunnen krijgen arbeid te gaan
verrichten die meer hun persoonlijke inzet
vraagt. Het verdere onderzoek is toen ge
richt op de voorbereiding van wegen en
waterlopen en nader afgebakend tot het me
chanisch produceren van de basisgegevens
voor het opstellen van het conceptplan.
De technische assistent gaat evenals voor
heen met zijn baakhouder de nodige water
passingen en opmetingen in het terrein ver
richten. De getallen worden echter niet meer
zoals voorheen opgeschreven in het waterpas
boekje, maar genoteerd op een voor dit doel
ontworpen kaart. De waarnemer schrijft geen
cijfers maar streept reeds in vakjes voorge
drukte cijfers aan met een potlood dat een
elektrografietstift bevat. Deze zogenaamde
,.marksensing"-kaarten bevatten de informa
ties voor de elektronische apparatuur. Er
komt nu geen menselijke hand meer aan te
pas tot het moment dat de getekende pro
fielen en de getallenstaten uit de machine
komen. Het enige handwerk dat hierbij nog
nodig is blijft beperkt tot het inbedrijfstellen
van de reken- en tekenautomaat en het geven
van opdrachten in de vorm van stapeltjes
ponskaarten.
De eerder genoemde marksensingkaarten
draagt de waarnemer bij zich in een speciaal
voor dit doel ontworpen handige cassette, die
17.77?
M achterbaak
"'iS nvi éde mi ra a c.i
1.852
B boven (tra au
onderdraad
1.35?
niiddandr
1.751
bovenara
on de .'ara
,1 O
1.250
De marksensingkaart voor het noteren van de „door
gaande waterpassing", met er naast een verklaring van
de codering.
"h 'h
- 5
1
l'
n o - f
f 1 t-
VV~Vf;r"
n s - i
r u v
V!
-\'j - -
5 1
f
vj"'
(V r 'f
f V-.. -v
v
i
-
5 t V
7 f
slag
baak 176
afstand 5.-
baak 137
afstand 7,2
baak 1,26
code bonon-i
afstand 8,2
baak 1,78
afstand 8,6
baak
,65
f v i v' y 3 y
Cl -r
afstand 10.-
m baak 1,86
f 7 code As
De marksensingkaart voor het noteren van de dwars-
en lengteprofielen, met er naast een verklaring van de
codering.