zijn met de band gemeten ten opzichte van
punt 1;
b. het profiel tekenen op schaal 1 200 in
potlood;
c. de potloodtekening calqueren op transpa
rant papier in inkt, de calque afwerken
en beschrijven op de gebruikelijke wijze.
N.B. Met de tekening en de calque ook de
berekening inleveren.
Landmeten en waterpassen
Tijd: 13^2 uur
1. Verklaar aan de hand van een tekening
het principe van de Dieperink-baak.
2. Noem van elk van de volgende fouten
bronnen bij een doorgaande waterpas
sing zo mogelijk een methode om de in
vloed in het eindresultaat te elimineren
en beredeneer aan de hand van een
schetsje uw zienswijze.
a. niet evenwijdig lopen van vizierlijn en
richtlijn;
b. veranderen scherpstelling kijker;
c. verschil in ligging nulpunt t.o.v. de
voet van de baken;
d. aardkromming;
e. zakking instrument.
3. Vanuit een willekeurig terreinpunt wordt
een richtingsmeting uitgevoerd op drie
richtpunten volgens de reïteratiemethode
(vier enkelseries). Geef aan hoe het meet
programma is en verklaar waarom men
deze aflezingen en handelingen aan het
instrument verricht.
224
afstandsdraden
baakaflezing
hoogte
opmerkingen
afstand
punt
t.o.v.
hoogte
b
0
links
rechts
N.A.P.
vizierlijn
1728
1408
R.B.
1567
40,452
1231
0922
pen
1077
1853
1508
pen
1680
1308
1039
1
1173
2134
1882
0,00
1
2008
2257
2021
1,70
2
2138
begin puinverh.
2116
1996
13,60
3
2056
eind puinverh.
2138
2051
17,25
4
2094
2070
2015
20,80
5
2042
0507
0467
24,40
6
0487
0456
0416
25,00
aspkt.
0436
12 cm boven maaiv.
1899
1849
27,75
7
1874
2093
2039
28,40
8
2066
2909
2853
pen
2881
0321
pen
0121 (2x)
1978
1597
30,15
9
1787
2988
2876
pen
2932
0580
0516
pen
0548
3310
3230
37,45
10
3270
2964
2876
46,75
11
2920
2498
2402
47,95
12
2450
hek
2540
2420
51,45
13
2480
0586
0510
pen
0548
2973
2861
pen
2917
0373
0309
pen
0341
2342
1950
pen
2146
2262
1755
R.B.B.
2008
40,473