294 geval het vliegtuig moet worden verlaten. De praktijk is ons gelukkig bespaard gebleven. Toen we Daru naderden konden we, daar het vrij helder weer was, ons voorland, de om geving van het Flyrivierestuarium, aardig overzien. Alles was erg vlak. Het zeewater had een modderkleur. Daru zelf is een enigermate ellipsvormig eiland van circa 2 bij 3 km. De grootste hoogte, ongeveer 10 m, doet zich voor aan de noordkust, bij het dorp. De totale bevolking van het eiland bedraagt waarschijnlijk nog geen duizend zielen. De plaats is niettemin belangrijk o.a. vanwege zijn hospitaal. Dit doet dienst als streekhospitaal. Het vliegveld, dat daartoe nodig is, ligt midden op het eiland. We werden daar ontvangen door mr. Flower, de Districtsofficer. Per jeep met aanhang wagen ging het over onverharde wegen naar het districtskantoor. Daar konden we onze hele tourneeuitrusting kwijt, in afwachting van de „Jonmac" die nog niet bleek te zijn aange komen. Mr. Flower introduceerde ons voorts bij de Districtscommissioner, mr. Bensted. Verschillende mensen uit Hollandia hadden mij de groeten meegegeven voor mr, Bensted, die tot voor enkele jaren Australisch Liaison- officer was geweest. De functie van Districts commissioner is te vergelijken met die van Resident op West-Nieuw-Guinea, de hoogste bestuursfunctionaris van een Afdeling. Het Daruhotel verkeerde nog in het stadium van afwerking. Het was er betrekkelijk koel en er waren geen muskieten. We ontmoetten er iemand, een zekere Jean Huon, medisch assistent uit Kiunga, die veel op de Flyrivier getourneerd had, laatstelijk ter vaccinatie van de bevolking tegen hikziekte. Jean Huon was nu op weg naar Nice voor een vakantie. Hij gaf ons veel waardevolle inlich tingen over het Flyriviergebied. O.a. advi seerde hij ons om eens naar Kiunga te tele graferen of men daar ook in onze behoefte aan zand en grind kon voorzien. Dit zand. en grindprobleem was een belangrijk punt in de gehele expeditie. Jepese had met zijn gebrui kelijke humor reeds geconstateerd: dari Hol landia ada batoe sadja tapi kaloe maoe batoe disinimesti beli. Oftewel: in Hollandia is er niets als steen, maar als je hier een steen wilt hebben, moet je hem kopen. Volgens Jean Huon moesten we er op rekenen, dat dit zou gelden voor nagenoeg het gehele gebied van de Flyrivier. Dit telegram is dan ook uitgegaan. Het ant woord luidde, dat de rivier 4 m boven nor maal stond, waardoor men thans niets voor ons kon doen. Even hebben we nog over wogen om het dan maar na te bestellen vanuit Port Moresby. Zo dat echter nog op tijd zou kunnen aankomen, zou het wellicht het laad vermogen van de Jonmac te boven gaan. We besloten om er op te gokken, dat we wel steen zouden vinden als we maar ver genoeg stroomopwaarts voeren. De volgende dag, 4 juli, was het regenachtig weer. De wegen waren modderig en nagenoeg onbegaanbaar. De Jonmac was nog niet bin nen. Mr. Dent trof regelingen dat cement, petroleum, flit, verf e.d., artikelen die wij niet hadden kunnen meevliegen, klaargezet wer den om te worden ingeladen. Zelfs zag hij nog kans om een klaptafel en klapstoelen te orga niseren. Vooral van de stoelen hebben we veel plezier gehad. Papoea's zitten, in tegenstel ling tot Indonesiërs, van nature niet op hun hurken. Zij dongen dus ook mee naar een stoel. Die middag ging er op voorstel van mr. Dent een telegram naar Port Moresby, waarin de „whereabouts" werden opgevraagd van de Jonmac. De volgende dag kwam het antwoord. Het was in zekere zin verpletterend. De Jonmac kon pas 12 juli beschikbaar zijn i.p.v. 2 juli. Dit betekende een oponthoud van een week. Onder omstandigheden van chronische regen met bemodderde wegen, lokte een dergelijk verblijf helemaal niet aan. Maar afgezien daarvan, waren we zeer aan tijd gebonden, zodat een week tijdverlies ons allerminst ge legen kwam. In die week hebben we ons de tijd nuttig ge maakt met bridgen, wandelen en het verrich ten van een Astrobepaling. Juist toen we ons af begonnen te vragen of het in Daru alle dagen regende, begon het op te klaren. In de vijfde nacht gelukte het om 6 sets sterren te observeren. Nu we toch een week moeten vullen lijkt het de geschikte plaats om hier even stil te staan bij de methode van Gauss voor Astronomische plaatsbepaling. De coördinaten van de belangrijkste sterren, de declinatie en de rechte klimming, kunnen, interpolerende voor de tijd, voor ieder gewenst tijdstip worden verkregen uit de steralmanak. Denkt men zich nu, met het middelpunt der aarde als centrum, een ster op de aarde ge projecteerd, dan is voor ieder tijdstip de positie van die projecties bekend. De declinatie

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 16