van het voorhanden belastingkadaster, maar voor de rest had het materiaal geen waarde meer 15 Zo spoedig mogelijk (in 1812) werd aange vangen met de opbouw van een Kadaster naar Frans model, samengesteld met behulp van geniaal geschetste richtlijnen, bij vele lezers nog welbekend als de voorschriften uit de Recueil Méthodique, een „Methodieke Verzameling" die niet alleen in Nederland maar ook in een groot aantal andere Europese landen het sterke richtsnoer tot diep in de 19e eeuw is geweest bij de kadastrering en bij de latere bijhouding van het Kadaster. Want al mocht in 1813 de Franse overheer sing van ons land afglijden, en Van Hogen- dorp proclamerenDe ouden tijden keren wederom de nieuwe bewindvoerders van Nederland waren nuchter genoeg om ook op het terrein van de grondbelasting de door de Fransen uitgestippelde weg verder te vol gen. Onverdroten gingen de landmeters door met de opmeting van dorp na dorp en van stad na stad, ten behoeve van de oprichting van een perceelsgewijs Kadaster. Ook de voorbereiding voor de typeschatting voor de berekening van het zuiver inkomen der be lastbare gebouwde en ongebouwde eigen dommen vorderde gestaag. Hoe minutieus die schatting plaats vond blijkt wel hieruit, dat de Staatscommissie met haar schatters in 1826 tot zelfs de hout- en grasveilingen der afge lopen tien jaren moest uitpluizen, om deze gegevens te gebruiken voor de schatting van de gemiddelde belastbare opbrengst van bos- en hooilanden. Deze noodzakelijke typeschat tingen werden gevolgd door de algehele her schatting van de Nederlanden in de periode 1826 1833, waarvan de resultaten zo spoedig mogelijk in de gereedgekomen kada strale registers werden opgetekend 14). Verouderd Ook in de vorige eeuw verouderde een schat ting betrekkelijk snel. Toen bij de Kamer in 1858 een wet was ingediend tot opheffing van de ongelijkheid der betaling van grond belasting in de verschillende provincies (Lim burg betaalde de helft van wat elders per ge schatte gulden aan belasting werd ge heven15), gingen er alweer stemmen op om terzelfder tijd tot algehele herschatting te komen van de belastbare opbrengst. Voor lopig was dit nog wat te duur, maar ook 12 jaar later kwam men nog niet tot een nieuwe schatting. Want de Wet op de Grondbelasting van 1870 beoogde evenmin aanpassing van de belastingbasis aan de ver anderde tijdsomstandigheden, doch gaf slechts een codificatie van wat voordien in tal van verordeningen en besluiten verspreid lag. Eerst in 1879 werd een wetsontwerp aan genomen tot herschatting van het „onge bouwd". Meer dan tien jaren duurde hét, vóór de schattingsarbeid klaar kwam, een werk dat toen al 3-g- miljoen gulden kostte en in december 1892 werd afgesloten lc). En zie, nog geen jaar later diende minister Pierson reeds weer een wetsvoorstel in om de her ziening van de schatting der belastbare op brengst op korter termijn mogelijk te maken17). Hierdoor zou worden bereikt, dat de onevenredigheden in de heffing werden verzacht, onbillijkheden die voortkwamen uit de toen al revolutionaire ontwikkeling van de landbouwwetenschappen. Van het wetsvoorstel is echter niets ge komen, evenmin trouwens als van de wets ontwerpen die in 1915 en 1916 bij de Volks vertegenwoordiging waren ingediend, onder verdeeld in de Wet tot regeling van de Grondbelasting en de beide schattingswetten voor gebouwde respectievelijk ongebouwde eigendommen18). En in 1918 constateerde een departementale commissie, dat in verband met de versnelde ontwikkeling van het maat schappelijk leven een tienjarige periode tus sen twee herschattingen van de belastbare opbrengsten reeds veel te lang was 10). De argumenten uit 1918 gelden in nog sterker mate voor ónze tijd. Steeds minder wordt de Grondbelasting geacht een evenredige hef fing te zijn naar de belastbare opbrengst van het onroerend goed. Geheel de moderne bodemverbetering van reeds geschatte gron den gaat aan de Grondbelasting voorbij. Het wetenschappelijk bodemonderzoek maakt het mogelijk, gronden voor speciaalteelt op te sporen, zoals voor de teelt van bloembollen, voor fijne groenten of geneeskrachtige krui den e.d., waardoor ook vergelijkenderwijze de opbrengst in geen verhouding komt te staan tot de in 1892 vastgelegde geschatte belastbare opbrengst per hectare. Lachwek kend is het te zien, dat bijv. in de kop van Noordholland bollengrond wordt verkocht tegen soms 40.000 per bunder, waarvan de grondbelastingdienst een zuivere belastbare opbrengst van 5,— per bunder nog immer moet aanhouden. Er zijn langs de hele Ne derlandse kust honderden duinterreinen, waarvoor nog steeds de belastbare opbrengst 286

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 8