He3
>••7
r \i«
1,072703,04,05,06,07,01
Y'
322
Horizontale baak
Ten einde echter met grotere zekerheid de in
vloed van de refractie uit te schakelen werd
de baak horizontaal en dus de afstandsdraden
verticaal geplaatst. De lichtwegen links en
rechts zakten of stegen dan wel, maar ze
kromden zich in het algemeen niet naar links
of rechts.
Fijnere baakverdeling
Met het uitschakelen van deze foutenbron
werd het zinvol de aflezing met grotere nauw
keurigheid te verrichten. Daartoe leende zich
de gebruikelijke cm-verdeling niet. Zo ont
wierp Werffeli in Zwitserland in 1915 een
horizontale baak die aflezing tot in J mm mo
gelijk maakte.
Prof. Dieperink te Wageningen maakte sinds
1927 gebruik van zijn voor de waterpassing
ontworpen veldenmillimeterverdeling, waar
door het mogelijk werd de plaats van de dra
den tot in 0,1 mm te schatten.
De hiermede bereikte nauwkeurigheid, indien
met grote zorg werd gemeten, was
2,5.10-4 (2,5 cm/100 m).
Breithaupl- Kassei
fig. 5
In 1932 construeerde Breithaupt de z.g. Heck-
mannbaak (fig. 5) met welke het mogelijk is
de verschuiving van een transversaaldraad op
een terzijde aangebrachte schaal tot in 1/10
mm te schatten.
De met deze baak bereikte nauwkeurigheid
was 2,7. 10^4 (2,7 cm/100 m).
Met deze of dergelijke ter beschikking staande
middelen was in 1912 in Zwitserland de ka
dastrale hermeting gestart. Eerst in gebied
III, later in gebied II.
Invloed parallax
Bevredigend was het echter niet, vooral omdat
iedere dradenafstandmeting de nadelige in
vloed van de parallax zal aankleven. Parallax
wordt veroorzaakt doordat het baakbeeld, ook
als 't schijnbaar scherp is, nog ongeveer
0,1 mm voor of achter de afstanddraden kan
liggen; omgerekend kan dit een fout van
310 4 (3 cm/100 m) ten gevolge hebben.
Dubbelbeeldtachymetrie
Het zou mooi zijn van deze foutenbron bevrijd
te worden. De landmeter Bosshardt ontwierp
in 1921 een instrument dat door de firma Carl
Zeiss werd geconstrueerd.
Sinds 1925 mag dit instrument, de Bosshardt
Zeiss Reduktions tachymeter, thans bekend
als Redta, zich in een veelvoudig gebruik en
grote waardering verheugen. Het is dan ook
fig. 6
een voorbeeld geweest voor andere even voor
treffelijke dubbelbeeldreductie tachymeters als
de D.K.R.T. van Kern en de R.D.H. van Wild.
In dit instrument wordt overgegaan op de dub
belbeeld tachymetrie.
Het principe stamt uit 1894 en wel van de
Amerikaan Richards. Voor de helft van het
objectief van een theodolietkijker wordt een
prisma geplaatst dat de stralengang over een
hoek van 1/100 breekt. Men zegt de deviatie
is 1/100.
'A i
fig. 7
De open helft van het objectief geeft een
rechtdoorgaand beeld. De andere helft, die
met het prisma, geeft een verschoven beeld.
Wat men in de kijker ziet komt zo ongeveer
overeen met wat men ziet als men scheel kijkt.
Men ziet twee beelden door elkaar, of anders
gezegd, men projecteert, als men op een baak
richt, een verschoven beeld op het niet ver
schoven beeld. Tussen deze twee beelden is
de parallax automatisch opgeheven.
umgekSxd C