Vs f
T
324
Een prisma heeft de eigenaardigheid dat stra
len die in verschillende richting invallen, ver
schillend gebroken worden.
De deviatie verandert dus van richting tot
richting. Ieder punt van het gezichtsveld ver
tegenwoordigt een andere richting, dus daar
bij komt een andere deviatie, dus een andere
vermenigvuldigconstante.
Wil men dus steeds met dezelfde constante
meten, lees dan steeds op dezelfde plaats van
het gezichtsveld af.
Minimum deviatie
Een eigenschap van de deviatieverandering is
dat deze gering is in de omgeving van de mi
nimum deviatie. Plaats daarom het prisma zo
dat de gebroken straal die het midden van het
gezichtsveld treft met een minimum deviatie
door het prisma gaat.
De fabrikanten houden daar thans rekening
mee.
De foto's ontmaskerden nog de misdraging
van het optische stelsel van wat betreft de ver
tekening. Iedere helft van het optische stelsel
veroorzaakte een eigen vertekening, ook dit
uitte zich in een van het afleespunt in het ge
zichtsveld afhankelijke vermenigvuldigcon
stante. Dus: lees steeds op dezelfde plaats van
het gezichtsveld af.
Nog beter: hef de vertekening van het lenzen
stelsel zoveel mogelijk op. Ook daarnaar stre
ven de fabrikanten meer en meer.
Wanneer met al deze foutenbronnen reke
ning wordt gehouden of liever gezegd: wordt
afgerekend, dan levert de dubbelbeeld tachy-
metrie zeer goede resultaten.
Normale metingen hebben dan een nauwkeu
righeid van 110 4 1 cm/100 m)Op de resul
taten in de praktijk zullen anderen dieper in
gaan.
1 i i l i
1 1 1 1
fig. 12
Plan parallelle glasplaat (fig. 12 en 13).
Tot nu toe is verondersteld dat de verschui
ving van het baakbeeld door middel van een
nonius werd bepaald, d.w.z. dat in nonius
eenheden werd afgelezen en onderdelen wer
den geschat.
Deze schatting kan vervangen worden door
meting van de onderdelen met behulp van een
wentelende plan parallelle glasplaat, zoals dit
ook bij baakaflezingen bij de waterpassing en
fig. 13
bij randaflezing in de meeste moderne theo
dolieten geschiedt.
Deze wijze van aflezen is in de eenvoudige
Kerninstallatie, de Redta, de Wild R.D.H. en
de Kern D.K.R.T. gerealiseerd.
Zelfreductie
Een ander zeer belangrijk element van de mo
derne zelfreducerende dubbelbeeld tachyme-
ters is het prisma van Boscovich.
Dit bestaat uit 2 prisma's elk met een deviatie
van 1/200. Men kan deze zo t.o.v. elkaar
plaatsen dat de totale deviatie 1/100 is.
Draait men de prisma's in tegengestelde rich
ting dan wordt de deviatie 1/100 cos
Als het instrument nu zo is ingericht dat deze
draaiing a gelijk is aan de hellingshoek dan is
zelfreductie verkregen.
En ze doen het.
De 2 m basislat
Ik moet u nog een andere methode van in
directe afstandmeting noemen dan die waar
aan tot nu toe de meeste aandacht is besteed.
In 1674 gebruikte Montanari een baak met
een constante lengte in het eindpunt.
Böhler meet in 1898 op voorstel van Vogler
met een horizontale baak van 4 m in het eind
punt en een theodoliet in het beginpunt, af
standen van 40 m met bevredigende nauw
keurigheid.
Deze methode heeft zich verder ontwikkeld.
Thans wordt gebruik gemaakt van de 2 m
invarbasislat (fig. 14) en een nauwkeurige
theodoliet. Als de gemeten tophoek y is, is de
tot de horizont gereduceerde lengte L
cotg
fig. 15