Indirecte afstand
meting
voor de bepaling
van de
meetkundige grondslag
327
De titel van mijn voordracht laat mij enige vrij
heid. Het begrip indirecte afstandmeting kan
namelijk gezien worden als omschrijving van
alle lengtemeetmethoden in de landmeetkun
de waarbij het directe meten met een lengte
maat in het terrein geen rol speelt.
Ruim genomen kunnen daar bijvoorbeeld ook
fotogrammetrische methoden onder vallen. Ik
herinner me een mooie voordracht van Prof.
Schwidefsky over ,,Photographische Strecken-
messung Ik denk ook aan triangulatie
schema's die erop gericht zijn de afstand tus
sen twee punten te bepalen.
Hoewel sommige basisbaakmetingen, die we
wèl zullen behandelen, dicht bij deze laatste
meetmethoden liggen, zal ik me bij de bespre
king van het instrumentarium bepalen tot die
instrumenten, die ontwikkeld zijn met het spe
ciale doel in het terrein afstanden te bepalen,
al of niet later te verbeteren met correctie
tabellen of om te rekenen in het metrische of in
een plaatselijk stelsel.
Evenzo is „de meetkundige grondslag" geen
streng omlijnd begrip. Het kan in opzet een
groot verschil uitmaken of de grondslag be
doeld is voor het opmeten van het wegennet
in Brazilië, voor het maken van een bos-
bedrijfsplan op de Veluwe, of voor een stads
uitbreiding van Arnhem.
Ik zal me, gezien de tijd, houden aan Neder
landse omstandigheden en aan het karakter
en de betekenis die de „HTW 1956 van het
Voordracht gehouden op het
2e N.G.L.-congres te Arnhem
op 18 oktober 1963
door Ir. G. A. van Wely, Wetenschappelijk
Hoofdambtenaar A aan de
Landbouwhogeschool te Wapeningen
Kadaster" aan de meetkundige grondslag
geeft, namelijk een meetkundig verband in een
systeem van hoofdpunten, dat de relatieve
ligging van deze punten met een bepaalde
nauwkeurigheid vastlegt, verkregen door toe
passing van puntsbepalingsmethoden binnen
het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting.
De eerste fase van verdichting van het net van
gegeven RD-punten zal in het algemeen de
toepassing zijn van driehoeksmetingen en het
bepalen van snelliuspunten uit achter- en
voorwaartse richtingen.
Tot heden speelde in deze eerste fase de
lengtemeting geen rol en de directe lengte
meting met de meetband zal dit ook wel nooit
doen, tenzij terreinsomstandigheden ertoe
dwingen. Dan wordt vaak de gewone meet
band vervangen door een invardraad en een
hulpconstructie opgebouwd.
Door de ontwikkeling van de elektronische en
optische techniek is de tijd rijp om ook in deze
fase lengtemeetmethoden te gaan toepassen.
Ik denk hierbij aan het gebruik van de Geodi-
meter van AGA, de Tellurometer, de Disto-
mat van Wild, de Electro-tape van Cubic Cor
poration.
(Dit is geen vooruitlopen op een onderwerp
met als titel ,,de toekomst zoals ik die zie,,'
maar realiteit.) Door de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat en door de Rijksdienst
voor de IJsselmeerpolders wordt de Telluro
meter reeds in deze fase ingezet. Van de Geo-