335
Een eis, waaraan men hierbij beslist moet vol
doen, is dat alle belangrijke maten afdoende
gecontroleerd zijn. Soms is het mogelijk een
grenspunt vanuit twee standplaatsen met
richting en afstand op te nemen, in andere ge
vallen moet de aanvullende meting met de
meetband de nodige controle opleveren.
Voor het kadastrale archief worden normale
veldwerken gemaakt, waarop de met de band
genomen aanvullende maten op de gewone
wijze worden vermeld. De tachymetrisch op
genomen punten worden op deze veldwerken
schetsmatig aangegeven en van een nummer
voorzien. De uit de standplaatsen gemeten
richtingen en afstanden worden op aparte
formulieren genoteerd, die als veldwerken
worden genummerd en opgeborgen.
Na de meting worden alle detailpolygonen
berekend, zodat van alle standplaatsen de co-
ordinaten bekend zijn. Deze coördinaten wor
den op de tachymeterformulieren bij iedere
standplaats vermeld, zodat men later alle ge
gevens in het veldwerkarchief bijeen vindt.
De aanleg van het nieuwe plan geschiedt ver
der op de gewone wijze, waarbij alle stand
plaatsen met de coördinatograaf worden uit-
geprikt. Vervolgens worden de met de voer-
straalmethode opgenomen punten gekaar-
teerd met de poolcoördinatograaf, waarna met
passer en schaal de kaartering wordt voltooid.
Voordelen
De voordelen van dit systeem ten opzichte van
de klassieke wijze van meten zijn vooral daar
duidelijk, waar men met een meetband niet
goed uit de voeten kan, dus waar men belem
merd wordt door grote hellingen, veel water
of moeras, druk verkeer of te velde staande
gewassen. Met de tachymeter meet men dan
veelal sneller en nauwkeuriger. Het grootste
nut heeft de voerstraalmethode als men vanuit
elke standplaats zeer veel punten kan op
nemen, zoals bv. het geval kan zijn bij kron
kelende beken en rondlopende straten, waar
van men in korte tijd een groot aantal knik-
punten kan meten.
Soms geeft de tachymeter ook de mogelijk
heid in onoverzichtelijk terrein te profiteren
van een hoge standplaats, bv. op een plat dak
of balkon.
Als bijkomstige voordelen zijn nog te noemen
het sterk beperken van de eigenlijke polygoon
meting en het feit dat het kaarteren met de
poolcoördinatograaf nauwkeuriger en minder
vermoeiend is dan met passer en schaal.
Nadelen
Helaas staan tegenover deze voordelen ook
zeer grote nadelen. Het voornaamste is wel
het zeer algemene bezwaar, dat iedere metho
de die slechts af en toe wordt toegepast veel
vraagt van het aanpassingsvermogen van de
mensen, die gewend zijn volgens een ander
systeem te werken. Allerlei kleine moeilijk
heden worden dan tot grote problemen omdat
de routine ontbreekt. Ook al doordat er bij
het kadaster maar zeer weinig tijd aan her-
meting mag worden besteed wordt de tachy
meter betrekkelijk zelden gebruikt, wat dan
steeds weer betekent: eerst instrueren, oefe
nen en inwerken van de meetploeg. Niemand
krijgt voldoende gelegenheid om te leren vlot
te werken en de aanwezige mogelijkheden
volledig uit te buiten. Het is dan ook geen
toeval, dat er landen zijn waar deze meet
methode regel is, terwijl hij in andere ver
gelijkbare landen vrijwel niet toegepast wordt.
De oorzaak daarvan is dat een grote dienst
als het kadaster het meest economisch werkt
als de meetmethode min of meer gestandaardi
seerd is. Ook wie niet vastgeroest is in een
bepaalde routine maar openstaat voor nieuwe
ideeën zal toch tijd en energie nodig hebben
om zich met een nieuwe methode vertrouwd
te maken. Men moet daarbij bedenken dat
kadastrale metingen ook later weer door an
deren gehanteerd moeten worden, zodat ieder,
die van het normale type afwijkende meet
gegevens in handen krijgt, zich daar weer spe
ciaal in moet verdiepen.
Het meten met de tachymeter heeft ook ver
scheidene meer specifieke nadelen. Zo is de
taak van de leider van de meetploeg vrij
zwaar: hij moet vaak het instrument dragen
en opstellen, de richtingen en afstanden af
lezen, deze gegevens noteren, de nummering
van de punten in de gaten houden, en er
voortdurend op letten dat zijn assistenten de
horizontale baken op de juiste plaatsen opstel
len. Dit opstellen geeft ook vaak moeilijkhe
den. De op te nemen punten liggen vaak onder
heggen of afrasteringen, waar het statief met
de horizontale baak niet goed neer te zetten
is. Tegen muren of hoeken van huizen is dit
zelfs geheel onmogelijk, zodat daarbij hulp
constructies moeten worden toegepast. Zo
wordt voor het meten van de afstand naar de
hoek van een huis de baak vóór die hoek op
gesteld, de afstand van baak tot hoek met een
duimstok gemeten, en bij de tachymetrisch ge
meten afstand opgeteld. Het is duidelijk dat
manipulaties van deze soort een grote kans op
vergissingen met zich mee brengen. De leider