343 1620. Deze zeer kostbare apparaturen hebben wij niet t.b.v. het landmeetkundige werk aan geschaft, daar dit ten enenmale onverant woord zou zijn geweest. De aanleiding hiertoe was de berekening van de lonen van duizen den arbeiders. Nu wij echter over een derge lijk wonder-apparaat beschikken is het zeer aanlokkelijk en mogelijk om dit ook voor an dere doeleinden te gebruiken. Eind 1961 heb ben wij daarom een pas afgestudeerde geode tisch ingenieur aangetrokken die. hierbij ge leid door een commissie van diensthoofden, als taak kreeg zich op de problemen van de mechanisatie en automatisering te werpen. Aangezien er echter vele onderwerpen zijn die hiervoor in aanmerking komen hebben wij ons in eerste instantie bewust beperkt tot ons massa-meetwerk, n.l. het opnemen en verwer ken van dwarsprofielen. Per jaar worden bij ons ongeveer 40 a 50.000 dwarsprofielen opgenomen en verwerkt, een arbeid gedurende 1500 mandagen. Voorwaar de moeite waard om hieraan enige aandacht te besteden. Daar het buiten het bestek van deze voor dracht ligt en Ir. Roeleveld, de hiervoor ge noemde geodeet, veel beter thuis is in deze ma terie, vermeld ik slechts het eerste resultaat van onze onderzoekingen en proeven, zoals deze reeds door hem dit voorjaar tijdens de studiedag van de N.L.F. en voor een regio nale bijeenkomst van het N.G.L. te Arnhem zijn toegelicht en zoals deze in het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde van juni '63 zijn gepubliceerd. In het kort komt het hier op neer dat wij onze opnemers in het veld de aflezingen op de baak met een waterpasinstrument niet meer in een waterpasboekje laten opschrijven, doch dat deze op een ponskaart worden aangestreept met een speciaal daarvoor bestemd potlood. De ponskaart, nu nog zonder gaatjes, gaat in een speciale ponsmachine die de kaart ponst op de aangestreepte plaatsen. Dit gebeurt ge heel mechanisch volgens een z.g. mark-sens ing procédé. De nu geponste kaart gaat naar de computer, de I.B.M. 1620, die de water passing uitrekent en vereffent en van ieder op genomen terreinpunt de x- en {/-coördinaat bepaalt. M.b.v. de elektronische tekenmachine, de ,,Calcomp", worden nu langs mechanische weg de dwarsprofielen getekend en beschre ven. Dit geschiedt met een snelheid van 2 a 3 profielen per minuut, zodat voor het totaal uit te werken aantal profielen slechts 50 dagen nodig zijn. Dit is ongeveer 30X zo snel als de klassieke methode. Het apparaat werkt tot nu toe feilloos. Waarom ik u dit vertel? Wel. omdat een tachymetrische opname veel lijkt op de hoogte meting met een waterpasinstrument. Ook hier bij leest men een baak af, zij het dan ook dat bij deze aflezing vaak niet de hoogtedraad wordt afgelezen, doch alleen de afstandsdraad en de horizontale rand. Bij situatiemeting in vlak terrein interesseren ons n.l. meestal al leen de poolcoördinaten van een punt. Het is mogelijk hiervoor ponsdocumenten te maken waarop de waarnemingen worden aan gestreept. Ook hiervan kunnen dan volgens het marksensing-systeem ponskaarten worden gestanst die door de elektronische reken machine kunnen worden omgerekend in recht hoekige coördinaten. De programmering hier van is reeds gereed. Heeft men eenmaal de *- en y-coördinaten, en waarnodig de z-coör- dinaat weer vastgelegd op ponskaarten door de Computer, dan is het nu reeds mogelijk deze in te voeren in een elektronische coördi- natograaf. Deze tekenmachine, afhankelijk van het type, kan gaatjes prikken en/of lijnen trekken. Dit laatste lijkt het ideaal. Het is echter zeer de vraag of dit voor deze werk zaamheden inderdaad het geval is, daar de voorbereiding en de programmering veel extra tijd kosten. Proeven zullen dit echter moeten aantonen. De geprikte gaatjes zouden ook op verschil lende manieren kunnen worden gemarkeerd, b.v. door alle hoeken van huizen met een vierkantje, de terreingrenzen met een cirkeltje, etc. om het geprikte punt aan te geven. Hier door is het voor de tekenaar mogelijk om ge makkelijker en sneller de goede lijnen te trek ken. Reeds nu is in Duitsland een theodoliet ge construeerd waarbij de rand kan worden vast gelegd op een film. Niets bijzonders zult u denken daar Prof. Kruidhof en de zijnen dit allang geleden hebben gedaan. Het bijzondere van dit instrument is echter dat er niet een ge wone foto van een normale randverdeling ge maakt wordt doch dat hiervoor een speciale verdeling is ontworpen die door een machine gelezen 'kan worden. Het resultaat wordt dus weer een ponsband of ponskaart die verder bruikbaar is in een computer. Voor grondslag meting dus een goed instrument. Men is echter volgens mededeling van Dr. Dr. Lang uit Wiesbaden bijna zover dat iets der gelijks ook mogelijk is met de aflezing van een baak. In het terrein behoeft men dan niets meer af te lezen. Alleen richten en op een knop druk-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 31