317 Ir. Rienstra opent de tentoonstelling posanten geluk met dit congres. Dat een expo sitie gekoppeld wordt aan een samenkomst van vakgenoten is in ons vak geen nieuw ver schijnsel. Spreker herinnerde aan de interna tionale congressen van het F.I.G. e.d. en aan het le N.G.L.-congres. Dat de met dit laatste gecombineerde expositie een succes was, wordt volgens spreker bewezen door die van heden. Dit congres is een van de weinige gelegen heden, zo niet de enige, waar zoveel vak genoten van zoveel verschillende diensten bijeen zijn. De meesten zitten niet aan het geldlaatje en de exposanten moeten er niet op rekenen met een dikke orderportefeuille naar huis te gaan, maar wel ontmoeten ze hier degenen, die kunnen beoordelen wat voor hun dienst nodig of nuttig is, zodat ze de be voegde instanties kunnen adviseren over het geen aangeschaft moet worden aan de hand van hetgeen ze hier gezien hebben. Naast deze praktische kant biedt deze ten toonstelling ideëel de mogelijkheid tot her oriëntatie op de praktische kant van ons vak gebied. We kunnen nieuwe ideeën opdoen omtrent instrumenten en werkmethoden. In het kort biedt deze tentoonstelling ons de mogelijkheid om ,,bij" te komen of te blijven. Zo is er dus voordeel aan alle kanten. Na deze openingsrede schaarden de aanwe zigen zich eerst aan de lunch, waarbij de voor zitter van de V.T.A.K., de heer Kvan Houten de tafel presideerde, om daarna uit te zwer men over de stands, terwijl de dames de bus sen bestegen voor hun rondrit over de Zuid- Veluwe, die zich aan hen openbaarde in de mooist denkbare herfsttinten. Onderweg werd gestopt voor een bezoek aan de Loenense waterval terwijl bij de Posbank genoten werd van thee en gebak. Tijdens de rit werd door twee heren van het Staatsbos beheer toelichting gegeven op hetgeen onder weg te zien was. Onderwijl vond in de concertzaal het congres voortgang. Als eerste spreker trad na de lunch de heer E. N. Blink, Hoofdlandmeter van het Kadaster te Maastricht, naar voren, die de aangewezen man was om de kadastrale pro blemen rond de indirecte afstandmeting te behandelen, daar de enige dubbelbeeld- afstandmeter van het Kadaster in Maastricht gestationeerd is. Na de thee was het woord aan Ir. C. O. van Gijsen, die als wetenschappelijk hoofdambte naar aan de Landbouwhogeschool nauw be trokken is bij de landmeetkundige practica voor de studenten en daarom sprak over zijn ervaringen met „Tachymetrie: Opname en uit werking". Als laatste spreker trad naar voren Ir. R. Jonkers, Hoofd van de Landmeetkundige Dienst van de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij, en als zodanig nauw be trokken bij mechanisatie en rationalisatie van opnamewerkzaamheden, waardoor hij zijn visie gaf op „De toekomstige ontwikkeling van de indirecte afstandmeting, zoals hij die zag". In plaats van de discussies na iedere lezing, werd vervolgens een forum gevormd door de vijf sprekers voor het beantwoorden van vra gen en opmerkingen. Een zeer geslaagde dis cussievorm, die herhaling verdient en ons in ziens meer geslaagd mag heten dan een aparte discussie na iedere voordracht. Een verslag van de discussies treft u na de lezingen aan. Alvorens het eigenlijke congres te sluiten werd vervolgens het woord gegeven aan Prof. Ir. Witt, die namens N.L.F., K. en L., Ver. v. Civ. Landm. en Geod. Ing. en Ver. v. Fot. dankte voor de uitnodiging het congres bij te wonen. Spreker noemde het een bijzonder ge-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 5