321 Hellende vizierlijn H. H fig. 2 Hoe moest gehandeld worden als de vizierlijn helde? Door de baakaflezing met A cos2a (a is de hellingshoek en A de vermenigvuldigconstan- te) te vermenigvuldigen, kon de scheve lengte tot de horizon worden gereduceerd. Maar wat een werk. Waarom zou het instrument dit domme werk niet zelf kunnen doen? Sanguet fig. 3 De fransman Sanguet construeert in 1865 een contacttachymeter die op 't volgende principe berust. In twee standen van de kijker wordt een baakaflezing gedaan (fig. 3). Deze stan den worden bepaald door de afstand a af te lezen. b is vaststaand en beknnd. Indien - 100 a is L 100 h, dus de horizontale afstand tus- baak en instrument. Een aantal contacttachymeters werden vol- Hammerdiagram lig. 4 gens dit principe geconstrueerd, waarvan die van Kern wel de bekendste is. Een andere oplossing werd in 1898 aangege ven door Hammer. Hij stelde voor in plaats van vaste draden een curvendiagram aan te brengen. Dit diagram (fig. 4) draait met de kijker mee, zodat bij een helling van de kijker, dat deel van het diagram op de baak wordt geprojec teerd waar de afstand tussen de curven gelijk is aan a cos2a. Op dit principe werden een aantal diagram- tachymeters geconstrueerd, waarover anderen u vandaag meer zullen vertellen. Hiermede was de tachymeter zelfreducerend geworden. Differentiaal refractie Intussen vervult een ander verschijnsel ons met nieuwe zorg. Het viel op dat bij sommige weersomstandigheden de nauwkeurigheid zeer sterk verminderde. Wanneer een afstand van 134 m een aantal keren wordt gemeten door op verschillende hoogten op de baak af te lezen, en er komen verschillen voor van 1 m dan is dat wat veel. Het was toen zonnig weer. Een herhaling van de metingen op een druilerige dag gaf een grootste verschil van 20 cm, wat verwacht mocht worden. De fout moest dus in het weer worden gezocht. De luchtlagen tussen theodoliet en baak wer den schuldig bevonden. Door het verschil in brekingsindex van de bo ven elkaar liggende luchtlagen zal de licht weg die de laagste aflezing bewerkstelligt an ders gekromd zijn als de bovenste lichtweg. Het blijkt dat de kromming dicht bij de aarde in het algemeen het sterkst is. Men heeft hier te doen met differentiaal-refractie. Wanneer men hoger op de baak richt wordt de fout geringer, zodat men het voorschrift moet opvolgen: richt steeds op een punt hoger dan 1 meter van de grond.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 9