359 we alleen met vrij hoog water overheen kon den. Dat moest dan gebeuren door een afge bakende geul, de Torro-passage. De afbake ning wordt verzorgd door de bevolking, door middel van takken. Toen de Jonmac er die morgen passeerde werd als minste diepte 2 m gelood. De eerste hindernis werd dus vlot genomen. Het Paramakanaal is nagenoeg stroomloos. Vanwege de luwte van het Paramaeiland geeft het een rustige vaart. Aan de andere kant mondt het uit in het Flyrivierestuarium. Wie zou denken een ri viermond op te varen heeft zich in zijn voor stelling vergist. Het lijkt eerder op de oceaan. Dit wordt verklaard uit de omstandigheid, dat de eilanden die in het estuarium liggen laag zijn. Voorlopig liggen ze nog achter de horizon. De overwal helemaal want die is zelfs 50 km weg. In dit estuarium loopt slechts zelden een krachtige vloedstroom. Die wordt vrijwel al tijd opgevangen door de ontzagelijke hoeveel heid water die door het estuarium wordt af gevoerd. Deze schijnt voldoende te zijn om iedere bewoner van onze aarde van jong tot oud, dagelijks te voorzien van bijna een halve ton. Hadden we zoiets hier dan waren onge twijfeld de waterleidingproblemen met één slag opgelost. Aan de andere kant moet men er op bedacht zijn, dat de ebstroom bij wijze van spreken, met verdubbelde kracht zal lopen. Bovendien is de richting ervan zuidoost, recht tegen de ZO -moesson in. Bij tegengestelde stroom en wind pleegt er een ongemakkelijke zee te ont staan, des te erger naarmate de waterdiepte minder is. Door dit alles kan binnen een kwartier de zee ruw worden. Toch moet men ook niet denken dat de vloed- stroom nooit onheil zou kunnen aanrichten. Evenals zich dat ook voordoet op enkele rivieren in het zuiden van West-Nieuw- Guinea, loopt hier veelal met springtij een vloedgolf, ginds kepala aroes, hier bore ge noemd. Wee het vaartuig dat aan de grond gevaren is als er een vloedgolf op komst is. Het water valt snel, tot het schip volkomen droog komt te liggen, het wordt door de na derende vloedgolf als het ware weggezogen. Dan wordt het schip door het aanstormend geweld overspoeld. Voor het de kans krijgt zich te richten wordt het als een speelgoed bootje om en om gerold. Dit gaat meestal gepaard met verlies van mensenlevens. Maar ook zonder dat men aan de grond zit, vereist hét de nodige ervaring om een vloedgolf zon der schade te doorstaan. Weliswaar hadden we geen vloedgolf, maar zonder kleerscheuren kwamen we er die eer ste dag toch niet af. Tot de lading behoorden 2 platen masonite (hardboard), van ongeveer 1 y2 X 3 m. Ze moesten dienen voor de bekisting van de te storten obelisken, als onderlegger enz. Hun afmetingen hadden het probleem opgewor pen: „waar blijven we ermee?" Tenslotte wa ren ze beland op de achterzonnetent. Ze pas ten daar vrijwel volmaakt op, lagen niemand in de weg en konden met een paar lijntjes gemakkelijk worden geborgd. Nu geviel het, dat mijn horloge bij het han den wassen in een puts met water viel. Voor een niet waterdicht horloge is dat meestal dodelijk. Gelukkig had het er maar een mo ment ingelegen. Er was dus een goede kans het te redden, door het open te maken en in de zon te leggen, zodat eventueel binnenge drongen water er uit zou kunnen verdampen. Het kreeg een plekje in een tros op het voor dek. Ik hield er een wakend oog op vanaf mijn zitje op het stuurhuis. Niet uit vrees voor diefstal trouwens, want dit komt op Nieuw- Guinea, temeer nog buiten de steden, hoe genaamd niet voor. Het was een rustige zondagmiddag. De jon geman Price had zich in de kooi in het stuur huis geïnstalleerd en was druk doende zijn achterstallige nachtrust in te halen. Vrijwel iedereen trouwens hield in meerdere of min dere mate een siësta. Aan het sturen van de roerganger kon ik merken, dat ook hij moeite had om wakker te blijven. Ik genoot van het wijde uitzicht. Mijn enige zorg waren de twee dinghy's die wij op sleep touw hadden. Mr. Senior had namelijk het risico genomen ze niet aan dek te halen. Niet alleen kregen we daardoor meer ruimte op ons overvolle vaartuig, maar bovendien kon de grote dinghy ook nog een drum brandstof vervoeren.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1963 | | pagina 5