46
1611 (Novissima ac exactissima totius orbis
terrariun descriptio magna), waar hij met
Mercator is afgebeeld; tevens op een oude
voorstelling „Kartografie" van J. Visscher (zie
Hans Harms, Künstler des Kartenbildes
1962).
Laten wij eerst de tijd waarin Hondius leefde,
wat nader bepalen. Van omstreeks 1540 af
trok Jacob van Deventer (in 1572 uitgeweken
naar Keulen, waar hij in 1575 is overleden)
nogal sterk de aandacht door zijn verfijnde
werk, dat voornamelijk werd gedemonstreerd
in zijn 300 prachtige plattegronden van Ne
derlandse steden. Plattegronden, die men
uniek mag noemen. Naar diens dure hand
werk was bij het grote publiek zeker nog geen
sterke vraag. Voor de maker was er aan zulke
arbeid dan ook een groot financieel risico ver
bonden. Mede door de verschijning van Or-
telius ,,Theatrum orbis terrarum" werd dit
later anders (Abraham Oertel stierf in 1595
op 71-jarige leeftijd). De populariteit van de
kaart nam toe. Hondius' heeft dan waarschijn
lijk geprofiteerd van de roep die er reeds van
zijn voorgangers uitging, evenals trouwens
zijn zoons Jodocus Hondius de jonge (1595
1629) en Henricus of Henrich Jan (1597
1651), alsook zijn schoonzoon Jo(h)annes
Janssonius of Jan Janszn (plm. 15901664
Tijdens Hondius leven, nl. in 1595, gaf ,,de
zeer schrandere Willem Barents 1560
1597) de bekende zeekaart van de Middel
landse Zee uit. Barents' werk is door een uit
gave van 1917 van de Linschotenvereniging
meer bekend geworden. Barents' leermeester
was de bekende geograaf en zeevaartkundige,
dominee Pieter Platevoet (15521622), meer
bekend als Plancius.
Hondius was een tijdgenoot van Lucas Jansz.
Waghenaer van Enkhuijsen (f1593), de man
die o.a. met zijn eerste uitgave in 1584 van
de „Spieghel der Zeevaerdt" (ook na zijn dood
verschenen nog verscheidene herdrukken)
meewerkte aan de uitbreiding van de commer
ciële kartografie, van wiens werk ons nog iets
werd getoond op de tentoonstelling van oude
Nederlandse zeekaarten in het Rijksmuseum te
Amsterdam.
Jan Huijgen (of Jan Huijgen van Linschoten
naar zijn Utrechts stamdorp) werd in het
zelfde jaar als Hondius geboren te Haar
lem. Een man van betekenis, wiens beroemde
Itineraria in vele talen is overgezet.
Geschiedkundig gezien liggen de activiteiten
van Hondius niet zo ver achter ons, maar als
wij kennis nemen van de scheepvaartjournalen
van zijn tijd, zien wij dat toen de Noorse zee
vaarders nog geen kwadrant met graadver
deling, geen astrolabium met alhidade, zelfs
geen jacobsstaf met tangentiaal-dwarslatten-
systeem gebruikten. Zij schatten op zee de
breedte m.b.v. de middaghoogte van de zon
(of van de poolsterhoogte
Om de technische ontwikkeling bij Hondius'
geboorte te kenschetsen herinneren wij er aan
dat eerst een eeuw later 1767) de eerste nau
tische almanak uitkwam, The Astronomer
Royal van Nevil Maskeleijne, en in datzelfde
jaar Pierre le Roy de prijs verwierf voor zijn
chronometer.
Jodocus' ouders waren van Wakken naar
Gent gevlucht, even na zijn geboorte, om aan
de meedogenloze vervolgingen van die tijd te
ontkomen. In Gent en Antwerpen was het
voor de plattelandsbewoners wat veiliger.
Vergeten wij niet, dat er hier sprake is van de
tijd van Philips II, voor zeer velen een tijd van
onvrijheid en terreur (Olivier d'Hondt had het
hervormde geloof omhelsd). In 1569 reeds had
Olivier zijn woonplaats verlegd naar Duffel
bij Antwerpen, waar twee kinderen werden
geboren, een dochter en een zoon Henri (cus),
vaak Henri (cus) de oudere genoemd.
Jodocus (of Josse), zo vertelde later zijn
zoon, gaf reeds op zeer jeugdige leeftijd blijk
van zijn teken- en graveertalent. Toen hij
8 jaar was oefende hij zich al vlijtig in portret
schilderen, ivoorsnijden en graveren in koper.
Zijn vader, die dit met vreugde constateerde,
plaatste hem spoedig daarna als leerling bij
een beeldhouwer-graveur te Antwerpen. Te
gelijkertijd bestudeerde de jongen de schone
kunsten, Grieks, Latijn, wiskunde en kosmo
grafie, terwijl hij zonder leermeester ook zijn
bekwaamheid als kaartgraveur stelselmatig
ontwikkelde. Wel een wat druk programma
voor zo n jong kind!
Volgens Wauwermans zou Jodocus het (te
spoedige) hertrouwen van zijn vader met een
Antwerpse hebben afgekeurd en daarom zijn
vertrokken naar Gent, waar hij bij de familie
van zijn vader voldoende steun hoopte te vin
den. Hij zou gewerkt hebben in de zaak van
Henri van den Keer(e), waar veel typogra
fisch werk werd verzet, ook voor Noord-
Nederlandse drukkers. Toen zijn patroon in
1580 stierf en diens weduwe de zaak niet
wenste voort te zetten, nam Jodocus zijn be
roep van beeldsnijder-graveur weer op.
Hoewel hij aanbevelingen had voor de prins
van Parma en deze hem zelfs opdroeg een