37 sen landhoofden en pijlers, aangeven van de plaats, uitzetten van de plaats voor het aan brengen van de ankerbouten, controlemetin gen enz. Wat betreft de overige te bouwen kunst werken (onderdoorgangen e.d.) wordt o.m. een kaart van de bestaande toestand ge maakt (1 200)verder vastlegging van de as van de spoorbaan, de as van de weg en de bepaling van de snijdingshoek. Na gereed komen van het ontwerp volgt de uitzetting en de controlemeting op zakking en ver plaatsing. De werkzaamheden voor de afdeling boven bouw bestaan in hoofdzaak uit verbetering van bestaande wisselcomplexen en nauw keurige hoogtemetingen bij dwarsliggerver nieuwing op de bruggen. De meeste en meest omvangrijke aanvragen komen van de afdeling nieuwe werken en N.V. Spoorwegopbouw, i.v.m. het wijzigen van emplacementen en lijngedeelten of het omhoogbiengen daarvan voor het verkrijgen van vrije kruisingen. In het algemeen wordt eerst een nauwkeurige kaart vervaardigd van de bestaande toe stand, op schaal 1 1000 of 1 500, terwijl tevens een lengteprofiel en de nodige dwars profielen t.o.v. N.A.P. worden opgenomen. Indien aanwezig worden de hermeten teke ningen (na revisiemeting enz.) gebruikt. Na gereedkomen van het ontwerp op de betref fende afdeling wordt de wijziging in sporen en wissels e.d. door het landmeetkundig bureau volledig doorgerekend; dit niet alleen van de eindtoestand, maar tevens van de fasen waarin het werk zal worden uitgevoerd (de uitvoering in fasen is noodzakelijk omdat het treinverkeer tijdens de uitvoering geen belemmering mag ondervinden). Deze berekeningen ter vaststelling van de mogelijkheid tot uitvoering van het ontwerp, worden uitgevoerd in een lokaal stelsel of in R.D. Berst na het gereedkomen van het door rekenen, waarbij overleg met de ontwerpende afdelingen van het allergrootste belang is, i.v.m. het veelal grote aantal wijzigingen dat in het ontwerp moet worden aangebracht, volgt de goedkeuring tot uitvoering door de Chef van de Dienst van Weg en Werken. De uitzetting (volledige maatvoering) wordt geheel door het landmeetkundig bureau ver zorgd, o.m. worden alle te bouwen gebou wen, kunstwerken, sporen en wissels, perron- wanden enz. op het terrein uitgezet, inbe grepen het aangeven van de hoogten. Voor deze uitzetting wordt gebruik gemaakt van de reeds onder A genoemde lange meet lijnen. Het voordeel daarvan is, dat ze scherp te controleren zijn, gedurende de uitvoering van het werk gehandhaafd kunnen worden en met de fasen van uitvoering omhoog kun nen worden gebracht, zo nodig evenwijdig kunnen worden verplaatst. De uitzettingen geschieden naar de volgorde van de bovenvermelde fasen en naar mate het werk vordert, tot de eindtoestand is be reikt. Bij kleinere wijzigingen op de emplacementen en lijnen, geschiedt óf eerst een doorrekening van het ontwerp als boven vermeld op het rekenbureau óf de wijziging wordt door de leider van de meétploeg rechtstreeks aan de hand van de ontwerptekening op het terein uitgezet. Hierbij wordt veelal gebruik ge maakt van pijlmetingen. De pijlen van elkaar overlappende koorden (20 m) van bogen en overgangsbogen worden in millimeters ge meten, de afstanden tot objecten die onge wijzigd moeten blijven worden gemeten, waarna uit de gemeten pijlen door een be rekening kan worden bepaald hoe groot de verschuivingen van het spoor ter plaatse van de gemeten pijlen zijn. Controle op deze uitzettingen wordt ver kregen aan de hand van pijlmetingen over de bij de uitzetting geplaatste buizen. Het spreekt vanzelf, dat degenen die belast zijn met de maatvoering van de werken enz. niet alleen een behoorlijk landmeetkundige, maar tevens de nodige civiel- en spoortech- nische kennis moeten bezitten, terwijl een ge degen ervaring noodzakelijk is; de verant woordelijkheden liggen hier n.l. zeer hoog. De overige tot deze categorie A behorende werkzaamheden liggen alle op dit meet- kundig-spoortechnisch vlak. Ons beperkend zij nog vermeld dat vóór elke ingrijpende wijziging in de beveiliging van de overwegen, een kaart 1 200 moet worden vervaardigd. C. De behandeling van aanvragen voor grondtransacties en onteigeningen. Het bureau kadastrale aangelegenheden is in de jaren 1945 1950 opgebouwd. Uit fotokopieën van de kadastrale kaarten zijn calques van de emplacementen en lijnen samengesteld; op deze calques komen de kadastrale percelen en aanduidingen van de spoorwegeigendommen en de aangrenzende percelen voor.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 5