Vakcursus voor technisch ambtenaar van het Kadaster 39 Examen 1963 Kadaster Tijd: l-g- uur 1. Wat is het verschil tussen een belasting en een eigendomskadaster? Hoe ziet u in dit verband ons kadaster? 2. In verband met het stelsel van openbaar heid van akten spreekt men van een nega tief of positief stelsel; wat betekent dit? 3. Hoe geschiedde de grootteberekening van de percelen bij de oprichting van het ka daster? 4. Geef een beschrijving van het Algemeen Register (Hyp. nr. 2). Hoe is de toegang tot dit register? 5. Waarom is hermeting zo belangrijk? Inleiding tot het recht Tijd: 1| uur 1. Op welke wijze vindt naamsverandering plaats (geslachtsnamen en voornamen)? 2. Wanneer is een reparatiehuwelijk mo gelijk? 3. Hoe is de aansprakelijkheid voor huis houdelijke schulden geregeld? Voor welke rechtshandelingen is medewerking dan wel toestemming van de andere echtgenoot vereist? 4. Op welke gronden kan iemand onder curatele worden gesteld? 5. Geef een omschrijving van de begrippen natuurlijke verbintenis en onrechtmatige daad. 6. Wat zijn hoofdelijke verbintenissen? 7. Wat is een garantie-overeenkomst? 8. In hoeverre gaan de rechten en verplich tingen uit overeenkomst over op erfge namen en rechtverkrijgenden? 9. Wat verstaat men onder een benoemde overeenkomst? 10. In welke gevallen kan men zich op de nietigheid (vernietigbaarheid) van een overeenkomst beroepen op grond van dwaling? 11. Wanneer is er sprake van zaakwaar neming, wanneer van lastgeving? 12. Wat verstaat men onder bewijs door vermoedens? 13. WTlke rechtsmiddelen kent men in de burgerlijke procedure? 14. In welke gevallen wordt de strafbaar heid van een feit verhoogd, resp. ver minderd? 15. Geef een omschrijving van de gevallen van samenloop in het strafrecht. W aarnemingsrekening Tijd: 2-h uur 1. Toon aan dat bij de vereffening van hoogteverschillen die door middel van waterpassingen zijn verkregen, de ge wichten van de waargenomen hoogtever schillen van de gewaterpaste trajecten om gekeerd evenredig zijn met de lengten van die trajecten. Zoals bekend zijn de correcties steeds stochastisch onafhankelijk van de gecor rigeerde waarnemingen. Dus (pi e<ek 0. Toon met behulp hiervan aan dat: (pi Si (pk sk) pipk Si sk. 2. De hooqte van een punt A is: 4,500 m N.A.P.; de hoogte van een punt B is: 7,500 m N.A.P. Deze hoogten worden als afwijkingsloos beschouwd. Men waterpast zie figuur) van A naar P over een traject van 483 m en vindt P 1,232 m boven A van P naar B over een traject van 503 m en vindt P 1,750 m onder B van A naar Q over een traject van 1471 m en vindt Q 0,763 m onder A van Q naar B over een traject van 1517 m en vindt Q 3,775 m onder B van Q naar P over een traject van 984 m en vindt P 2,001 m boven Q van P naar Q over een traject van 986 m en vindt Q 1,995 m onder P

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 7