Jodocus Hondius Sr.
een herdenking II
(1563-1611)
70
door WKoopmans, oud-ambtenaar van het Kadaster
Het is klaarblijkelijk dat Hondius, overeen
komstig de praktijk van die tijd, voor een deel
van zijn uitgaven werk overnam van W. J.
Blaeu. Blaeu klaagt daarover in 1608 in een
brief aan de Staten van Holland en West-
Friesland. Misschien bedoelde hij speciaal zijn
wereldkaart van 1605. Er is een treffende
overeenkomst tussen deze en de wereldkaart
van Hondius van 1611. Ook Jod. Hondius Jr.
nam later gedeelten over van het werk van zijn
geachte tijdgenoot. Waarschijnlijk echter nam
Blaeu weer over van Hondius' globe van 1613
ten behoeve van zijn eigen uitgave van 1622.
De Christian Knight Map, een wereldkaart in
de mercatorprojectie, uitgegeven in 1597, is
ook een voorbeeld van de gemakkelijkheid
waarmee men toen de auteursrechten negeer
de. Het is Hondius wèl kwalijk genomen dat
hij deze kaart nog vóór de auteur Wright pu
bliceerde. Omgekeerd vindt men veel sporen
van Hondius' werk terug in de globes van
Isaac Habrecht.
De globes van 1613 zijn in de Bibl. Barbarini
te Rome en in de Bibl, Civico te Trevisa.
Met de latere uitgaven ging het ietwat eigen
aardig. Een globe met de signering Jod. Hon
dius 1618 komt in vele details niet overeen
met andere van de immers in 1611 overleden
globemaker. Waarschijnlijk is dat werk van
de zoon, hetgeen niet een aanmerking is op
het ongetwijfeld fijne graveerwerk, een
staaltje van goede Nederlandse kaarten
makerskunst.
Eerst in 1640 komen er weer globes uit onder
de naam Hondius. Omstreeks 1639 werkten
Henricus Hondius en zijn zwager Jo(h)annes
Janssonius samen totdat in 1644 de zaak in
handen van laatstgenoemde kwam. De aan
wijzingen voor de lezer zijn overgenomen van
de 1613-uitgaven, met enkele wijzigingen en
aanvullingen, ook wat de opdracht betreft. De
werkstukken zijn helaas in Italiaanse biblio
theken opgeborgen. In Nederland is voorzover
bekend slechts één exemplaar, een hemel
globe, van 1600, te Amsterdam uitgegeven,
nog aanwezig in het Scheepvaartmuseum (nr.
A 942). Slechts één ander exemplaar is be
kend. Voor het eerst zijn hierop aangebracht
de sterren rond de Zuidpool, die op de eerste
reis van de Hollanders naar Oost-Indië, in
opdracht van Plancius, door Pieter Dirksz
Keijzer gemeten werden. Vergeleken met de
andere hemelglobe 1613 van zijn zoon is dit
origineel van klein formaat.
Een bespreking van alle globes 15801644
vindt men in „Terrestrial and Coel. Globes van
Edward Luth. Stevenson, New Haven, 1921
Dat Hondius zich ook met wetenschappelijke
studies bezig hield zou men kunnen afleiden
uit een briefwisseling tussen Nicolaas Fabride
Peirera (die tevens met Galileï correspondeer
de) en de historieschrijver Ad. Quetelet.
Laatstgenoemde spreekt er van in zijn Histoire
des mathématiques, deel I, blz. 117. „Peirera.
zegt hij, „die de satellieten van Jupiter wilde
gebruiken bij het bepalen van de lengten, cor
respondeerde hierover met Hondius, Neder
lands geograaf „de réputation
Ook hierbij oefende Petrus Bertius veel in
vloed uit op Hondius. Immers, naast de theo
logische wetenschappen beoefende Bertius
de kosmografie en publiceerde in 1600 en 1602
verschillende verhandelingen over de oude
aardrijkskunde, die hij later in een groter werk
samenvatte. Hondius was in 1602 in Leiden
gehuisvest, althans hij heeft zich daar op
5 augustus als student in de wiskunde laten
inschrijven. Lang kan die studie evenwel niet
geduurd hebben, want op 28 augustus 1603
werd zijn dochtertje Pierijntje in de Oude Kerk
te Amsterdam gedoopt, wat er op wijst dat hij
daar ook woonde.
Bij de in de catalogus van Paullus Merula ver
melde aardglobe, door Hondius in 1601 ge
schonken aan de Universiteitsbibliotheek te