62 toezicht uitoefenen over 19 ambtenaren en 11 arbeidscontractanten. Ten slotte moet hier met betrekking tot de beschikbare bureau- ruimte nog vermeld worden, dat in Scheve- ningen nog een derde gebouw bestaat, waar in een gedeelte van de opleiding gevestigd is. Op 1 februari 1958 immers begon in het ge bouw Gevers Deynootplein 55a te Scheve- ningen de 19e cursus voor tekenaar van het Kadaster. Het gebrek aan tekenaars was zo nijpend geworden, dat men besloot uitbreiding te geven aan de bestaande opleiding aan de Nieuwe Haven nr. 6 door het in gebruik nemen van verschillende lokalen in bovenge noemd gebouw. Tevoren was deze ruimte door verbouwing aangepast aan de nieuwe bestem ming. Aan deze dependentie had tot 1961 de opleiding plaats van de cursisten die geplaatst waren in de oneven genummerde cursussen. Daarna werd het zo geschikt, dat aan beide bureaus voortaan de cursussen op hetzelfde tijdstip begonnen en vatte men de aan beide bureaus in opleiding zijnden samen onder één cursusnummer. Tevoren waren de beschik bare leermiddelen verdubbeld en had men de nodige maatregelen getroffen om zoveel mo gelijk op te leiden gelijkvormig aan de tot 1958 toegepaste methode. Uiteraard was ook het lerarencorps aangevuld. Tot augustus 1963 bleef de beschikbare bureauruimte van beide opleidingsbureaus nagenoeg gelijk. Op dat moment onderging de Fotogrammetrische dienst van het Kadaster (eveneens immers ge vestigd op Nieuwe Haven nr. 6) een geduchte uitbreiding en bleven er voor het C.T.O. zelf nog slechts twee leslokalen over, behalve de ruimte voor leiding en administratie. In het gebouw Nieuwe Haven 6 is ook ge vestigd geweest de Overgangsvakcursus voor landmeetkunde van 17 oktober 1955 tot 1 januari 1959 en de Vakcursus voor technisch ambtenaar vanaf 1 oktober 1958. Hoewel hier mede iets is gezegd omtrent tijdstippen en plaatsen van de vestiging, verplaatsing en ver anderingen die het C.T.O. onderging, is daar mede dit onderwerp allerminst uitputtend be sproken. De vele wijzigingen die zich in de laatste 25 jaar voordeden, brachten vaak veel hinder. Aan den lijve ondervond men, dat oude gebouwen steeds nieuwe zorgen baren. Er viel veel te repareren en te onderhouden. Vaak ook kwam er wijziging in de bezetting of in het ge bruik van de zalen. Diverse examens werden er gehouden. Hoewel dit alles slechts globaal en terloops wordt aangestipt, kan men er uit afleiden, dat er behalve de drukte die het op leiden van meer dan 100 jongeren tegelijk van- Gebouw Nieuwe Haven 6 zelfsprekend teweeg brengt, vaak ook nog andere moeilijkheden aan de orde waren. De leiding en de leraren hadden er heel wat mee te stellen. Vergelijken we de vóór 1939 bestaande op leidingen hiermede, dan zien wij, dat tot 1932 de opleiding vrij was voor iedere Nederlander die kans zag een plaatsje als volontair te ver werven aan een der bureaus van het Kadaster, mits hij voldeed aan eisen betreffende leeftijd, medische keuring en schoolopleiding. Hij moest dan zelf maar zien hoe hij aan een leer meester kwam. De kandidaten betaalden zelf hun opleiding. Na 1932 konden alleen rijks klerken bij de belastingdienst werkzaam in aanmerking komen voor de opleiding, als zij voldaan hadden aan een eerste examen. Later, in 1938, werden ook tijdelijk in belastingdienst zijnde personen op dezelfde voorwaarden toe gelaten. Deze ambtelijke opleiding was een grote stap in de goede richting, maar in de praktijk kwamen weer oude bezwaren aan het licht. Niet op alle bureaus van de Landmeet kundige dienst waren goede opleiders te vin den. De opvattingen van deze opleiders, over hetgeen de tekenaars zouden moeten kennen, liepen nogal uiteen. Daardoor maakte de ene opleider veel werk van de opleiding, terwijl

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 6