96
kneedden waren niet altijd even steriel, maar
dat bleek niet te hinderen.
Dan werd er nog een probleem opgelost, dat
zorgelijk dreigde te worden. De koppeling van
de kleine generator, die, nu de hoofdmotor
niet draaide, voor het opladen van de accu
batterij moest zorgen, begaf het telkens. Alle
reservekoppelingen waren opgebruikt. Mr.
Dent had al eens quasi opgemerkt, dat hij het
lawaai van deze batterijlader niet thuis vond
horen op een respectabel schip, maar Mr.
Senior had dat afgedaan met ,,öf lawaai, öf
licht". Zodoende was het ook voor Mr. Dent
een opluchting, dat er, middels een stuk rub
berbrandslang, die middag een voorziening
werd getroffen, die voor de rest van de reis
toereikend bleek.
Tenslotte werd ook de triangulatie voltooid en
berekend. De controles sloten. Het wachten
was nu alleen nog maar op de sterren.
Nu alles wat er te doen was, gebeurd was,
begon het wachten lang te duren. Op de om
geving waren we min of meer uitgekeken. We
kenden al precies de plekjes die de ibis af
placht te vissen. Ook de jachtplaatsen van de
kiekendieven, die dicht bij ons bivak hun nest
hadden in de top van een matoea (ijzerhout
boom). Natuurlijk kon er zo nodig altijd nog
afleiding worden gezocht in een robbertje
bridge of in de boeken van de scheepsbiblio
theek, maar het feit dat we in tijdnood dreig
den te geraken, knaagde aan ons onderbe
wustzijn.
Ook op 2 augustus verdwenen de sterren, na
een onbewolkte middag, na zonsondergang
achter een dichttrekkend wolkendek. Om
9 uur gaven we het op en stelden de wacht in.
's Nachts werd ik even wakker en zag door
de patrijspoort een ster. Toen ik mijn bril op
gediept had, bleken er meer te zijn. Door een
buiging van de boeg, kon ik niet zien hoe het
hogerop aan de hemel gesteld was. Daar kwam
Jepese al kloppen: de sterren waren „keloear
(buiten).
Een kwartiertje later waren we gereed voor
de strijd. Kort daarna werd het gedurende
Tï uur geheel helder. Dit leverde 10 sterren
op, in gesloten formatie. Daar bleef het bij.
Vol spanning gingen we de volgende dag met
man en macht aan het rekenen. Het bleek, dat
we nu een aanvaardbaar, hoewel geen ideaal
resultaat hadden bereikt. Daar het begrip
„aanvaardbaar" in deze omstandigheden van
meer belang was dan „ideaal", waren we met
dit resultaat zeer gelukkig. Ook het verschil
tussen beide Astro s was bevredigend.
Nu was het nog de vraag of ter plaatse van
de meridiaan droge grond te vinden zou zijn.
Dat bleek mee te vallen. Dicht bij de oever
werd nu een zwaar piket geslagen dat aan
enige bomen werd vastgemeten.
Tegen de prijs van het statiegeld namen we
van Mr. Senior 4 lege brandstofdrums over.
Ze werden nabij het meridiaanpunt aan een
boom vastgebonden om wegspoelen te voor
komen als de rivier nog meer zou gaan wassen.
We zouden ze gebruiken als fundering van de
obelisk. We kregen nu aan boord tevens meer
ruimte.
Uiteindelijk waren we er dus zonder veel tijd
verlies afgekomen. Voor het geval zich nog
enige sterren mochten vertonen, bleef het in
strumentarium tijdens de laatste berekeningen
en uitzettingsmetingen opgesteld. Zondag
morgen 5 augustus werd ook dit aan boord
gebracht. Om 7 uur werd de reis vervolgd,
met als eerste bestemming Angamurut. Hol-
landia kreeg een telegram van dit bereikte
resultaat.
Onderweg werden de Astroberekeningen ge
dupliceerd. Dit om ze desverlangd aan beide
regeringen te kunnen presenteren.
Die nacht, toen we ergens op de rivier voor
anker lagen, regende het ononderbroken. Dit
versterkte zo mogelijk nog het geruste gevoel
geen sterren te kunnen verletten. Geheel
verkwikt begonnen we zodoende de volgende
dag aan de etappe die ons in Angamurut moest
brengen.
Ten opzichte van Domongi verschilde het
landschap hoogstens daarin, dat er iets meer
vaste grond kwam.
Onderweg kwamen we voorbij de dorpen Am-
bodweng en Wajérin. Op de hoek halverwege
tussen beide dorpen lag de grootste krokodil
die Mr. Senior ooit gezien had. Het gevaarte
schoof evenwel kalmpjes het water in voor er
enig kansvol schot gelost kon worden.
Uit de Australische kaart, hoewel klein van
schaal, hadden we ons reeds kunnen voorbe
reiden op een limietsituatie die we bij Anga
murut zouden aantreffen. Noordelijk van het
dorp, om het z.g. Carlton-eiland heenbuigend,
nadert de rivier de meridiaan. Zou dat een
snijding zijn, dan zouden we een meridiaan-
punt noord daarvan moeten bepalen. Zo niet,
dan kon het komen op de oever nabij het dorp.
Om dit te kunnen uitmaken maakten we, uit
gaande van een aangenomen constante snel-