detailmeting 87 door Ir. W, Bakker, Hoofd van de Landmeetkundige Afdeling van de Provinciale Waterstaat in Drenthe Hoewel de eigenlijke detailmeting, het op meten van de details, in dit artikel weinig of niet ter sprake zal komen, moet daaruit niet de conclusie worden getrokken dat dit onder deel van de detailmeting onbelangrijk zou zijn. Integendeel. In de Handleiding voor de Tech nische Werkzaamheden van het kadaster 1956 staat in dit verband: „Zeker moet worden ge constateerd, dat voor een goede opzet en uit voering van een detailmeting een grote mate van inzicht en ervaring bij de uitvoerder van het werk aanwezig moet zijn; geval tot geval moet beoordeeld worden.'' En verder: „Men hoede zich voor het nemen van te veel maten. De niet zelden gevolgde werkwijze, waarbij zonder systeem veel meer controlematen wor den verzameld dan nodig is, leidt, behalve tot tijdverlies, tot onduidelijk en onoverzichtelijk veldwerk, zonder dat de waarde van de meting er door wordt verhoogd." Hiermee mag gezegd zijn dat het een vrij zware eis is het noodzakelijke minimum aan (controle)maten te verzamelen, waarbij bo vendien een verantwoorde constructie toege past zal moeten worden. Uit een boekje is dit niet te leren. De H.T.W. zegt: „Detailmeten kan slechts in de praktijk worden geleerd, onder toezicht van een leermeester, die de fouten observeert en bespreekt." In ons land worden, meestal in combinatie, de methode van het meetlijnenverband en de orthogonale- of coördinatenmethode bij de detailmeting gebruikt. Om deze reden zullen de voerstraal- of poolcoördinatenmethode en de fotogrammetrie als methode van detail meting hier verder onbesproken blijven. Opzet en controle van het meetlijnenstelsel Omdat het meetlijnenstelsel de basis vormt voor de eigenlijke meting en kaartering van de situatie zal hieraan eerst een beschouwing worden gewijd. Opzet De meetlijnenconstructie moet: 1. gecontroleerd berekend en/of gekaarteerd kunnen worden: 2. zo eenvoudig mogelijk van vorm zijn. Opgemerkt moet hierbij worden dat zo veel als mogelijk dient te worden gestreefd naar het vierkant als maas van het meet- lijnennet, omdat dit als de meest ideale vorm wordt beschouwd; 3. aan zekere eisen van doelmatigheid vol doen. Hierbij spelen een aantal praktische eisen en de manier van aansluiting van de meetlijnen op veelhoeken of meetlijnen van hogere orde een rol. Zo zal het aanbe veling verdienen, in verband met de recon structiemogelijkheid, de meetlijn te richten op een torenspits, een huishoek e.d., het eindpunt van de meetlijn te kiezen in het verlengde van een gevel enz. Voor het vervaardigen van een eenvoudige en dui delijke terreinschets is het projecteren van de meetlijn evenwijdig aan het (de) op te meten terreinobject (en) zeer doelmatig. Bovendien laten de maten zich in dit geval tijdens de meting gemakkelijk controleren. Als belangrijke voorwaarde geldt tenslotte dat de meetlijn op een veilige afstand van het (snel)verkeer moet worden gehouden. Het zal duidelijk zijn dat de genoemde praktische eisen gemakkelijk met een aan tal andere kunnen worden uitgebreid. Controle Een hoofdmeetpunt (dit is het begin- of eind punt van een meetlijn) geldt als gecontroleerd als: 1. het samenvalt met een punt van de meet kundige grondslag SP, DP, VP of MP); a) Bewerking van in 1962 op regionale bijeenkomsten te Groningen en Arnhem gehouden inleidingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 3