-x~
k 1
k-H,
*4
r i
9
4—
1--4°
Lu
r
i
Wrc
i g's
1
-4
88
2. de meting van een meetlijn van hogere
orde, waarop het hoofdmeetpunt ligt, in
tegengestelde richting is herhaald;
3. van de meetlijn op bepaalde plaatsen
andere meetlijnen uitgaan, die een niet te
scherpe hoek vormen met de eerste meet
lijn;
a. De beide hoofdmeetpunten worden ge
acht te zijn gecontroleerd wanneer het
uitgangspunt van de controlemeetlijn
ligt op het middelste derde gedeelte
van de meetlijn.
b. Eén hoofdmeetpunt wordt als gecon
troleerd beschouwd, wanneer het uit
gangspunt van de controlemeetlijn ligt
op dat derde gedeelte van de meetlijn
dat het dichtst bij het bedoelde hoofd
meetpunt ligt.
4. het verlengde van de meetlijn is opgevan
gen in een andere meetlijn.
a. Is het verlengde korter dan de helft
van de meetlijn, dan is alleen het hoofd
meetpunt aan de kant van het ver
lengde gecontroleerd.
b. Is het verlengde langer dan de helft
van de meetlijn, dan kunnen beide
hoofdmeetpunten als gecontroleerd
worden beschouwd.
i
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
i
1 I
1
l
l
4
1
1
1
1
1
1
1
1
1
I
1
1
1
1
1
1
l
1
1
1
1
i
1
1
i
Fig. 1
5. de scherpe hoek die de meetlijn in het
hoofdmeetpunt maakt met de meetlijn van
hogere orde, kleiner is dan 60°;
6. het hoofdmeetpunt als top van een loodlijn
door een controlemaat is vastgelegd
(schoor- of treklijn). De lengte van de
loodlijn mag in dit geval niet langer zijn
dan ongeveer 10 m in gebied 1 en onge
veer 20 m in gebied 2 en 3. (De indeling
in de gebieden zal verder aan de orde
komen.)
In figuur 1 zijn de onder 2 t/m 6 genoemde
gevallen verwerkt; nc wil zeggen de controle-
maat betrekking hebbende op het (de) meet-
getal(len) nx
Controle bij de opmeting van details
Gemakshalve zullen in het hierna volgende als
terreindetails grensstenen worden veronder
steld. Vanzelfsprekend gelden de daarop be
trekking hebbende controlemetingen ook voor
andere belangrijke terreinvoorwerpen. Steeds
wordt aangenomen dat de grensstenen met
loodlijnen zijn aangemeten. Uit de volgende
voorbeelden zal blijken dat controle op de
aanmeting van grensstenen door een conse
quente toepassing van schoorlijnen vaak niet
de meest gunstige is. In veel gevallen zal met
andere maten de controle scherper zijn, de
veldschets overzichtelijker en duidelijker wor
den en tijdwinst worden verkregen, o.a. door
dat met één maat twee grenspunten worden
gecontroleerd.
1. het in de meetlijn aanmeten van de snij
punten met de grenzen of de verlengden
daarvan. Zie hiervoor ook de punten 3 en
4 van de controle van hoofdmeetpunten;
2. het meten van de afstand tussen de grens
stenen;
3. het opmeten van een grenssteen aan twee
(of meer) meetlijnen;
4. het opvangen van het verlengde van de
verbindingslijn van twee opvolgende
grenspunten in de loodlijn van het volgen
de grenspunt. Zie ook punt 4 van meet
puntencontrole;
5. het meten van een loodlijn op ongeveer
het midden van de afstand tussen de
eerste en tweede, derde en vierde, vijfde en
zesde grenssteen.
Volledigheidshalve dient te worden vermeld
dat de in bovengenoemde gevallen bedoelde