^>e Slu rivier our nee 119 door Ir. C. Roggeveen, oud~Hoofd van het Kadaster in Nederlands Nieuw-Guinea ,1) Na op stroom te hebben overnacht, voor mr. Henderson was er een kooi in het vooronder, kwamen we zondagmorgen, 12 augustus, weer in Angamurut aan. Er waren thans rede lijk veel arbeidskrachten aanwezig om zand en grind aan de wal te brengen. Uiteraard kon dit pas gebeuren nadat het meridiaanpunt vanuit de Astro s was uitgezet. De omgeving van het meridiaanpunt werd over een ruime oppervlakte schoongekapt. Tegelijkertijd be gon het graafwerk. Eerst moest een gat wor den gegraven van 1 m:i. Daarin werd de fun dering gestort. De specie werd klaargemaakt in een afgekeurde prauw. Inmiddels had Hoet de schotten voor de be kisting van de obelisk al klaargemaakt. Deze bekisting kwam nu op de fundering te staan. Eerder dan ik verwacht had bleek de funde ring voldoende te zijn gehard om de obelisk te kunnen dragen. Toen deze gestort was ging er centrisch een metalen jalon in, zover tot de kop van de jalon er nog slechts één dm boven uitstak. Aan de overwal kwam, eveneens in de meri diaan, een vastlegging. Deze bestond uit een 200 1 drum, volgestort met beton, eveneens centrisch voorzien van een jalon. De overwal stond blank. Hoe ver we ook het bos inkapten, geen droge grond te bekennen. De gunstigste plaats die we konden vinden was circa 3 dm diep. Hoe nu de drum met beton te plaatsen? Dit gaat betrekkelijk eenvoudig. De drum wordt van bodem en deksel ontdaan. De wortellaag doorgraaft men. De open cilinder wordt in dit gat gezet. Met een stuk boomstam wordt hij de grond ingeheid, zo ver, tot de bovenkant bijna gelijk is met het water. Gaat men het water uitscheppen, dan blijkt de wet der communicerende vaten niet van toepas sing te zijn. Blijkbaar zijn de communicaties tussen het water buiten de drum en die daar binnen, door de ingedreven drum afgesneden. Schept men verder de modder er uit, dan blijkt dit praktisch tot aan de onderkant van de drum volgehouden te kunnen worden zonder dat er noemenswaard water binnenkomt. Zand, grind en cement kunnen nu beetje bij beetje worden gestort en tot specie gemengd. Toen het monument, de obelisk dus, hard was, zodat de bekisting kon worden weggeno men, schilderde men het wit. Bovendien legde men een houten kruis uit. De halve armen waren 10 bij 1 m. Het monument was het mid delpunt van dit kruis. Dit zg. ..signaalkruis" moest dienen om het meridiaanpunt zichtbaar te maken op de luchtfoto's. Om eventueel wegspoelen te voorkomen, werd het kruis aan de grond verankerd. Vervolgens ging tegen de avond, na het uit betalen der lonen, mr. Dent naar het dorps hoofd en vroeg het instructieboek. Hij ver meldde hierin dat het monument, signaalkruis en vastleggingsdrum waren aangebracht. Verder droeg hij het dorpshoofd op om in samenwerking met de dorpsbevolking e.e.a. in goede staat te houden. Daarna werd alles samengevat in een verkla ring, in de Engelse taal gesteld, vermeldende de posities van de geplaatste merktekens, ver kregen uit onafhankelijke waarneming. Dit was bestemd om t.z.t. aan de betrokken Rege ringen te worden overhandigd. Hiermede was onze taak te Angamurut vol bracht. Dit heugelijke nieuws gaf aanleiding tot een telegram, de volgende morgen, naar Hollan- dia. We namen afscheid van mr, Henderson en zijn mensen. En passant deed mr. Henderson ons nog een grote prauw aan de hand. Die was destijds met een grote barst er in te Anga murut achtergebleven. Drie zandschoppen, die zeer handig bleken bij het speciemengen, kre gen we ook ter beschikking. Toen stoomde mr. 3 in 1964-4.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 11