120 Henderson per prauw weer terug naar Kiun- ga. We hebben zeer veel aan hem te danken gehad. De barst liep van het boord van de prauw tot iets onder de waterlijn. We werkten er cocos- vezel in. Daarna kwam er een strop om de prauw, die we met een dwinger zo strak aan konden halen, tot de barst zo goed mogelijk was dichtgedrukt. Nadat het restant zand er in was geladen bleek hij vrijwel niet te lekken. We hadden hier dus een prachtige laadprauw aan. Om 7 uur 's morgens van de 15e augustus vertrokken we uit Angamurut met bestemming Domongi. In Ambodweng hielden we ons even op om het bestelde grind over te nemen. Zestien zak ken in totaal. Alles werd gestort in de laad prauw. die dat zonder bezwaar bleek te kun nen hebben. Dit was niet zulk mooi schoon grind als dat van Kiunga. We hebben het daarom alleen maar voor de fundering ge bruikt. In het dorp Kuam, enkele uren bovenstrooms van Domongi, ging mr. Senior aan de wal om te trachten arbeidskrachten voor ons te wer ven. Zijn entree aan land was niet martiaal, want hij zakte spontaan door de steiger. Dit nam niet weg dat zijn missie een succes werd, want later in Domongi kregen we inderdaad volop hulp van deze mensen. Die avond bereikten we Domongi niet. We ankerden bij een verlaten Nederlandse missie post iets bovenstrooms ervan. Toen we de volgende morgen vroeg Domongi voorbijstoomden bleken er mensen te zijn. Desgevraagd riepen ze ons toe, dat ze zouden komen werken. In afwachting daarvan voeren we alvast naar het voorlopig verzekerde me- ridiaanpunt, teneinde daar alles schoon te gaan kappen. Ook moest er nog een zons- azimut komen om de meridiaan te controleren. Inderdaad kwamen een uurtje later de Do- mongiërs opdagen. Feitelijk hoorden ze thuis in Mipan, een dorp enkele uren stroomaf waarts. Dit was blijkbaar een familie, die in Domongi rechten had, waar ze van tijd tot tijd gebruik van maakten. Toch was er nog genoeg te doen, wilden we vóór de nacht gereed zijn om nog een kansje te wagen op de sterren. Er moest o.a. een ge heel nieuw instrumentenbivak gebouwd wor den. Dit betekende veel stammetjes hakken en splijten. Bij deze laatste bezigheid gleed Hoets bijl af, met het gevolg, dat zijn grote teen over de gehele lengte opengespleten werd. Aan boord spoelden we de wond zo goed mo gelijk schoon. Daarna ging er sulfapoeder in. Bij gebrek aan hechtgerei, trokken we de ran den van de wond zo dicht mogelijk bij elkaar met een stijf verband. Hoet ging te kooi om zijn voet rust te gunnen, al sulfa slikkende om de kans op infectie te verkleinen. Mr. Dent zou 's nachts zijn plaats innemen als observator. Het is daar evenwel niet van gekomen. Het was weer het oude liedje: vol komen helder tot zonsondergang en daarna alles dicht. De volgende morgen kregen we een reprise van het bouwen van het monument in Anga murut. Het verschil was echter, dat hier de fundering vrijwel geheel in het grondwater lag. Dit was voorzien en de vier achtergelaten drums brachten de oplossing. Tijdens dit kar wei kregen we versterking van de mensen uit Kuam. Ze kwamen met liefst twee volbemande prauwen afzakken. Het werd nu een enorme baggerpartij. Maar het monument kwam ove rigens zonder noemenswaardige bijzonder heden gereed. Anders was dat met de vastlegging aan de overwal. Ook hier stond, evenals te Anga murut, alles blank. Wel vonden we een be trekkelijk ondiepe plek, maar de bodem bleek te jong te zijn. Toen de drum was ingeslagen, was de wet der communicerende vaten niet uitgeschakeld. De grond was te poreus. Pas toen we eerst een paar zakken zand en grind hadden voorgestort en daarop bij wijze van zinkstuk nog een zakje zand hadden neerge laten, kon de gewone procedure verder wor den toegepast. De laadprauw had zijn dienst gedaan. Om gekeerd, aan de grond verankerd en met de buik witgeschilderd maakt hij thans deel uit van het signaalkruis van de obelisk. Omdat de afstand tussen beide Astro s groot genoeg was om een rationele basis te kunnen opleveren voor doeleinden van luchtkaarte- ring, voorzagen we ook het Australische Astro te Domongi van een signaalkruis. Dit Astro ligt op een heuvelhelling. Hoewel er in prin cipe geen bezwaar tegen bestaat om het kruis gewoon op de helling te leggen, gaven we er om enkele redenen de voorkeur aan om het ongeveer horizontaal te bouwen. De armen werden uitgevoerd als para para's. We schil derden ook dit kruis wit. Dit alles had een paar dagen in beslag ge nomen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 12