121
's Middags, na het uitbetalen, ontstond er een
levendige negotie rond de door Allan en Besaj
geëxploiteerde scheepsslabkist. Het verdiende
loon werd meteen omgezet in kapmessen, bij
len, katoentjes, tabak, lampen, zout enz. De
prijzen lagen nogal aan de hoge kant. Daar
deze handel plaats vond op de bodem van mr.
Senior, richtte mr. Dent zich tot hem met de
vraag: is het niet merkwaardig dat mensen
nog zo happy kunnen zijn, nadat ze zijn be
roofd? Onze gezagvoerder, slagvaardig als
altijd, reageerde met de opmerking, dat de
beroving al eerder had plaatsgevonden en wel
toen de lonen (van Gouvernementswege
werden uitbetaald.
Belangrijk was in elk geval, dat er vele ge
lukkige zielen waren, die hun verworven
schatten met schitterende ogen bekeken.
Daardoor legden wij ons er ook gemakkelijker
bij neer, dat we de hele avond met een 30
klanten op het achterdek zaten opgescheept.
Er was een zwaar onweer losgebroken, dat
hun belette aan de wal bivak te gaan maken.
Pas tegen de morgen hield de regen, de wolk
breuk zouden wij het noemen, op.
Hoet verwisselde z'n verband. Gelukkig was
de nagel niet gespleten. Onze vrees dat de
strekker door zou zijn bleek ongegrond, de
teen was nog manoeuvreerbaar. Van het ge
wricht hoopten we dat het niet al te erg be
schadigd zou zijn. Afgezien van de pijn voelde
de patiënt zich overigens goed.
Evenals dat te Angamurut was gebeurd, stel
den we een verklaring op, ondertekend door
mr. Dent en mij, omtrent de posities van de
merktekens en de onafhankelijkheid van de er
aan ten grondslag liggende metingen.
Onze bijboten waren die nacht flink volgere-
gend. Er moest lang gehoosd worden. Ont
daan van zand, cement, lege brandstofdrums
enz. was het schip nu prettig ruim geworden.
Mr. Senior nam het tij waar en liet grondig
schoonschip maken. Tegen achten was alles
gereed. Er ging een telegram uit, dat de missie
was volbracht en dat we op weg waren naar
huis. Het anker werd gehieuwd en we stoom
den stroomafwaarts.
Het was een feestelijke zondagmorgen. Geze
ten in een oude rotanstoel op het voordek, liet
ik de wereld aan me voorbijgaan. Met mijn
voeten op een tros, kregen mijn gezwollen
enkels kans om weer op te slanken. Honder
den schrammen en wondjes bedekten mijn
benen. Dit deed kennelijk geen goed aan de
bloedcirculatie.
Toen ook de berekeningen gedupliceerd wa
ren, was het enige nog, het maken van een ruw
kaartje van de Elyrivier. Sinds Kiunga werk
ten Jepese en Lie daar aan. Helaas zijn de
resultaten op de terugreis, ergens tussen Daru
en Hollandia, verloren gegaan.
Die avond ankerden we circa 1 uur boven-
strooms van de Stricklandmonding, d'Albertis
junction.
Op 20 augustus vervolgden we de reis.
Mr. Senior, geboren op Tasmanië, begon zijn
carrière als patrol-officer. Daarna ging hij
over tot de krokodillenjacht. Hij bouwde, bij
wijze van spreken, zijn eigen woonplaats, Bo-
riowo. Zijn volgelingen leerde hij hoe ze moes
ten visvangen met netten, nettenbreien enz.
Er kwam daar ook een helling voor het onder
houd van de Jonmac. Aan het onderhoud van
de nautische instrumenten was hij kennelijk
nog niet toe. Althans zijn kijker zat vrijwel
dicht van de schimmel. Dit is een voortdurend
probleem in vochtige tropische oorden hoe de
lenzen schimmelvrij te houden.
Onze kijker trouwens was ook verre van
brandschoon.
Al zonnebadende op het voordek maakten we
beide kijkers weer in orde. Hier zat, wat mij
betreft ook nog achter, dat ik een stille hoop
had om met een heldere kijker, van grote af
stand reeds, een krokodil te kunnen ontdek
ken. Voor de stroom af, zouden we ons dan
met tijdig gestopte motor langs kunnen laten
drijven om de deugniet te verschalken.
Dit snode plan is niet gelukt. Wel genoot ik
op deze wijze erg van de natuur. Om deze tijd
bloeide de ,,d Albertis-creeper", een liaan met
felrode bloemen, in West-Nieuw-Guinea be
kend als Flame of the ForestD'Albertis
was een Italiaanse natuuronderzoeker die eind
vorige eeuw deze streken exploreerde. De
naar hem genoemde bloemen kwamen in dit
gebied afom voor.
Die avond ankerden we tegenover het zg. Ti-
dal Eiland, bij een verlaten dorp. Het was al
te laat om aan wal te gaan, anders hadden we
mogelijk nog enkele vruchten kunnen vinden.
Zo donker werd het trouwens niet die nacht.
Dit was de nacht der nachten. Planeten spie
gelden zich in het murmelend wateroppervlak,
het gehele hemelgewelf was bezaaid met ster
ren, de witte plekken van de melkweg regen
zich aaneen van oost tot west. Dit duurde zo
de hele nacht als om te illustreren, dat ook in
deze oorden briljante astronachten kunnen
voorkomen.
De volgende morgen, in de schemering nog,