143
gekeurd uitbreidingsplan of een in het
belang der volkshuisvesting vastge
steld bouwplan.
5 ter verkrijging van de beschikking
over ongebouwde of gebouwde eigen
dommen in verband met de vaststel
ling van een rooilijn of ten aanzien
waarvan aanbouw of herbouw ver
boden is.
Ten behoeve van de doorbraken en de plei
nen wordt onteigend op grond van het 5e
punt, terwijl de punten 1-3 kunnen worden
toegepast bij krotopruiming.
Als we de mogelijkheden nagaan, die punt 4
biedt, springt het besproken verschil tussen
uitbreidingsplan en saneringsplan goed in
het oog.
Bij een uitbreidingsplan zal op grond van dit
punt onteigend kunnen worden ten behoeve
van allerlei bestemmingen, ook winkels, kan
toren etc., bij een saneringsplan alleen voor
een in het belang der volkshuisvesting vast
gesteld bouwplan, niet voor kantoorbestem
ming e.d.
In de Woningwet is ook nog het een en
ander geregeld aangaande de geldelijke
steun van Rijkswege bij krotopruiming.
Omdat bij krotopruiming niet alleen het ge
meentelijk maar ook het algemeen belang
wordt gediend, draagt het Rijk 50 bij in
de ongedekte kosten van elk krot dat aan
gekocht, ontruimd en afgebroken wordt.
Bovendien wordt per ontruimd krot nog een
premie verstrekt van 600,waarmee de
gemeente een potje kan vormen om verhuis
kosten e.d. te betalen aan de betrokkenen.
Ook het behoud van monumenten wordt van
algemeen belang geacht; voor het restaure
ren van de monumenten in Dordrecht wordt
daarom jaarlijks 100.000,— door het Rijk
beschikbaar gesteld.
Naast de bovengenoemde 50 %-regeling, die
gebaseerd is op de vigerende Woningwet,
is er sinds 1 februari 1963 voor sanerings
plannen een ruimere regeling van toepassing,
waarbij vooruitgelopen wordt op de nieuwe
Woningwet en de Wet op de ruimtelijke
ordening. Volgens deze nieuwe regeling kan
80 van de verwervingskosten bij het Rijk
worden gedeclareerd en dat niet alleen in
dien de verwerving krotten betreft, maar ook
als bijvoorbeeld zakenpanden moeten wor
den aangekocht, waarbij vergoedingen voor
bedrijfsschade e.d. als verwervingskosten
worden aangemerkt. Voor het overige is de
gemeente, wat de financiering betreft, op
zichzelf aangewezen, wat waarlijk geen sine
cure is. Immers met de aanleg van de ge
noemde pleinen, doorbraken en bedienings
straten (een oppervlakte van 21 ha) en met
de verwerving van de grond, die hiervoor
moet worden onttrokken aan de bebouwde
oppervlakte (12 ha), zullen vele miljoenen
gemoeid zijn.
Misschien dat voor deze grote financiële
zorgen der gemeente enig soelaas zal worden
gebracht door de verruiming van het ge
meentelijk belastinggebied, welke onder an
dere zal bestaan uit de overheveling van de
Grondbelasting van het Rijk naar de Ge
meente (zie het artikel van de heer Teeling
in Geodesia okt. 1963).
De vraag kan gesteld worden in hoeverre de
grote kosten voor de baat zullen uitgaan.
Wat dat betreft mag men wel een beetje op
timistisch zijn. Een onderzoek naar de finan
ciële resultaten, behaald door de winkelstand
van de Kalverstraat e.o. te Amsterdam, heeft
uitgewezen, dat deze zeer goed zijn.
Deze gunstige resultaten, die nu reeds jaren
lang hier geboekt worden, zijn voor een be
langrijk deel te danken aan het feit, dat in
dertijd de juiste stedebouwkundige maatrege
len voor dit gebied zijn genomen.
Misschien dat het dan ook mogelijk is, om
later via de gemeentelijke grondbelasting iets
terug te vorderen van de saneringskosten,
zoals dit bij een ruilverkaveling gebeurt door
de ruilverkavelingsrente.
Misschien ook dat iets van de grote baten
die vanwege de in exploitatie te nemen gas
bellen in 's Rijks schatkist zullen vloeien, be
steed kan worden aan de sanering van de
oude steden.
De landmeetkundige werkzaamheden
Om een stedebouwkundig plan te kunnen
ontwerpen, is in de eerste plaats nodig een
kaart van de bestaande toestand. In het Wo-
ningbesluit wordt aan een kopie van de ka
dastrale kaart gedacht om dienst te doen als
ondergrond voor een gedetailleerd plan.
Bij het Kadaster zijn in het saneringsgebied
kaarten in gebruik, die stammen uit de tijd
van de oprichting van deze dienst. Van deze
kaarten is gebruik gemaakt om de nodige in
ventarisatiewerkzaamheden te verrichten en
om een schetsplan te ontwerpen. Voor het
uitwerken van het saneringsplan kon echter
met deze kaarten anno 1832 geen genoegen
genomen worden vanwege de vele technische
en administratieve moeilijkheden, die dan te
verwachten waren.