144 Hiervoor was behoefte aan een kaart, ver vaardigd uit een meting naar de maatstaven die de H.T.W. 1956 aanlegt voor een gebied nr. 1. We zijn dan ook volgens de daar gestelde regels te werk gegaan. Begonnen werd met het leggen van een meetkundige grondslag, wat zonder veel complicaties kon gebeuren door het grote aantal torens in dit gebied die door de Rijksdriehoeksmeting in coördinaten zijn bepaald. Volstaan kon worden met het leggen van polygonen tussen de R.D. punten, die een goed homogeen puntennet bleken te vormen. Toen de grondslag was gelegd, werden de straatwanden met alle lintvoegen en de trot toirbanden opgemeten. Vervolgens werd aan de hand van het inmid dels vervaardigde stedebouwkundige schets- plan nagegaan, waar doorbraken en bedie ningsstraten waren ontworpen. Deze gedeelten werden volledig hermeten, omdat op de plaats waar bebouwing en erven de bestemming „straat" zullen krijgen, de preciese situatie geen onbekende mocht blijven. De tijd die daarna nog restte, werd besteed om de achtergevels op te meten op die plaat sen, waar achtergevelrooilijnen vastgesteld zouden worden. De metingen zijn hoofdzakelijk verricht in de kadastraal gebruikelijke combinatie van meetlijnen en loodlijnen. Alleen waar de achtergevels van de bebou wing uit het water oprijzen, dus tevens haven- wand zijn, is indirecte afstandmeting toege past met behulp van de Kernbaak en een voorzetlens op de theodoliet DKM2. Uit deze metingen werd een kaart vervaar digd in potlood op tekenpapier met alumi- niumtussenlaag op schaal 1 500, waarna calques werden gemaakt op stabilene of per- matrace. De gedeelten, die niet gemeten waren, wer den met behulp van de kadastrale kaart in gepast tussen de gemeten gevelwanden. De bebouwing werd op de calques aangegeven met een arcering om de 2 mm, evenwijdig aan de X-as van het R.D.-stelsel. De kaarten werden voorzien van de kadastrale perceel nummers en tevens aangevuld met de on zichtbare kadastrale grenzen. Omdat men voor het in te dienen saneringsplan de schaal 1 1000 had gekozen, werden de zo verkre gen kaarten 1 500 langs fotografische weg verkleind en gemonteerd tot twee kaarten 1 1000. Zo was een kaart verkregen, waarop het sa neringsplan uitgewerkt kon worden. Hiervan werd een aantal kopieën gemaakt op autopositief filmmateriaal, waarop de ste debouwkundigen de nodige kaarten konden vervaardigen, zoals bestemmingenplan, bouwblokkenkaart, rooilijnenkaart, monu- mentenkaart, krottenkaart enz. Nadat de grens van het saneringsplan was vastgesteld, werd van elk perceel in het sa- neringsgebied een kaart aangelegd, waarop vermeld werden de grootte, de ligging, de soort van eigendom en de tenaamstelling, zo als deze voorkomen in de kadastrale legger. Daar ook de hypotheekhouders aangeschre ven moesten worden, werden de op het per ceel rustende inschrijvingen met de namen der hypotheekhouders en hun domicilie op deze kaarten vermeld. Omdat onze afdeling de connectie met het Kadaster onderhoudt, hebben wij meegewerkt aan het vervaardi gen van dit kaartsysteem, dat bestaat uit 4200 perceelskaarten. Vervolgens werd op de perceelskaart aan gegeven of het perceel door een bouwverbod werd getroffen en als dit verbod een per ceelsgedeelte betrof, werd de oppervlakte hiervan berekend en op de kaart genoteerd. Uit dit kaartsysteem konden nu de gegevens geput worden om diegenen aan te schrijven die volgens de wet langs die weg geatten deerd moesten worden op de tervisielegging van het saneringsplan. Tevens kon met behulp van dit kaartsysteem worden opgemaakt de staat, behorende bij het raadsbesluit dat een verbod tot aanbouw of herbouw inhoudt, aangevende op welk deel van de grond, aan dezelfde eigenaar toe behorende, het verbod betrekking heeft (zie art. 35 sub 2) Tijdens de tervisielegging waren sommige mensen zo enthousiast over de goede weer gave van de bestaande toestand, dat de kwin tessens van het saneringsplan hun dreigde te ontgaan. Toen echter de bezwaren binnen kwamen bleek wel, dat we zeker niet een te grote nauwkeurigheid hadden betracht. Zo waren we bijvoorbeeld bij het meten van een slagerij in letterlijke en figuurlijke zin over een kelder heen gelopen, die ver achter de slagerij doorliep in een overigens onbe bouwd gedeelte. Door de aanwezigheid van deze kelder was men bij de stedebouwkun dige uitwerking van een verkeerde veronder stelling uitgegaan, terwijl ook de toelichting op het bezwaarschrift van de slager door deze omissie op losse schroeven kwam te

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1964 | | pagina 12