en de hiervoor verrichte landmeet'
kundige werkzaamheden te Dordrecht 2
141
Stadssanering
door van der Zee. technisch ambtenaar eerste klas bij de landmeet
kundige afdeling van de Dienst Openbare Werken en Volkshuis
vesting te Dordrecht.
De wettelijke grondslag
Als het stedebouwkundige plan na veel wik
ken en wegen tot stand gekomen is, zal het
zaak zijn om dit plan zo snel mogelijk rechts
kracht te laten verkrijgen.
Hierdoor zullen de bestemmingen, die het
plan aangeeft, een bindende betekenis kun
nen krijgen en komt bovendien de mogelijk
heid van de vaak noodzakelijke onteigening
in zicht. Kan de gemeente immers niet in
laatste instantie tot onteigening overgaan,
dan kunnen al haar mooie plannen getorpe
deerd worden door de huidige eigenaren.
Wat betreft de wettelijke basis voor een sa
neringsplan zal men misschien in de mening
verkeren, dat deze op dezelfde wijze kan
worden verkregen als bij een uitbreidings
plan, dat op artikel 36 van de Woningwet
gebaseerd wordt.
Saneringsplan en uitbreidingsplan schrijven
immers allebei bestemmingen voor en wat
dat betreft lijken ze inderdaad veel op
elkaar.
Naast deze gelijkenis bestaat er echter ook
een groot verschil, wat tot gevolg heeft, dat
basering op artikel 36 niet wordt goedge
keurd.
Dit verschil is gelegen in het huidige gebruik
van de grond. Een uitbreidingsplan geeft be
stemmingen aan voor gronden, die aan agra
rische doeleinden zullen worden onttrokken.
Nu ligt het eigenlijk in de Woningwet al op
gesloten, vooral door haar voorschriften
aangaande uitbreidingsplannen, dat de agra
rische belangen zullen moeten zwichten voor
de stedelijke, zoals daar zijn: volkshuisves
ting, industrialisatie, recreatie enz.
Bij een saneringsplan ligt dit anders, omdat
hier geen cultuurgrond of woeste grond,
maar woonbebouwing en zakenpanden zul
len moeten wijken om plaats te maken voor
plein of straat, dan wel voor een nieuwe be
bouwing als de oude niet in het nieuwe ge
heel past.
Toch zijn in de Woningwet wel de nodige
wettelijke gronden aanwezig om een sane
ringsplan op te baseren.
De artikelen 2, 10 en 35 geven aan de ge
meenteraad de bevoegdheid rooilijnen en de
bestemming tot straat of plein voor te schrij
ven en ingevolge artikel 43 mag zij regelend
optreden ten aanzien van de bestemming van
de bebouwde gedeelten.
Terwille van de volledigheid zullen we deze
artikelen weergeven, voorzover ze althans
voor dit doel van belang zijn.
WONINGWET, ARTIKEL 2
1. Ten aanzien van woningen en andere gebouwen
stelt de gemeenteraad voorschriften vast:
a. ter bepaling van de voorgevelrooilijn, de lijn,
die aan de wegzijde niet mag worden overschre
den;
b. ter bepaling van de achtergevelrooilijn, de lijn,