174
ters en 25000 slaven (de latere lijfeigenen),
samen 300000 gezinshoofden, hetgeen neer
komt op een totale bevolking van ca. Ij^a2
miljoen. Later zullen wij zien, dat een gede
tailleerde opgaaf niet van alle graafschappen
in de stukken voorkomt.
Wij weten, dat de landoverdracht in de loop
van Willem's regering heel groot was en dat
daardoor de vestiging van een territoriale
aristocratie van vreemde geboorte sterk werd
bevorderd. Een en ander geschiedde zonder
twijfel volgens een systeem. Het was zeker
niet het gevolg van het feit, dat de eigendom
men lang bloot lagen voor een algemeen on
rechtmatig inpalmen: het geschiedde voor
zichtig, deel voor deel, en schijnbaar onder de
dekmantel van rechtsgeldige normen (vgl. E.
A. Freeman, The history of the Norman con
quest of England, Oxford 1871). Wel echter
begonnen de confiscaties, zo kenmerkend
voor Willem's regering, reeds zeer spoedig na
de verovering. Reeds dadelijk immers kon hij
zich meester maken van het land van allen,
die onder de standaard waren gesneuveld of
wel de beslissende klap hadden gekregen in
de Malfosse (de plaats waar de vluchtende
Engelsen keerden, om wraak te nemen op de
invallende troepen). Daarnaast werd het
folkland, het Staatsgebied, voor eeuwig ver
anderd in terra regis. Deze en enkele andere
maatregelen gaven de Veroveraar in eens de
beschikking over een enorm gebied, dat alleen
reeds in Yorkshire volgens het Domesday-
Book meer dan 350 manors omvatte. Bij elk
van de eigendommen is genoteerd, uit wiens
handen dit op Willem de Veroveraar over
ging. Een en ander ging ver uit boven het be
zit van Edward the Confessor en van de Sak
sische koningen vóór hem. Allen heeft in zijn
Inquiry into the Rise and Growth of the
Royal Prerogativs in England" de bronnen
voor die „verkrijging" blootgelegd.
Bij de Veroveraar ging natuurlijk niet alles
langs starre banen. Soms bleef de weduwe
met haar kinderen op een (klein) deel van het
bezit wonen, meermalen trouwde een weduwe
met een invaller, die van Willem haar land
goed als bezit kreeg toegewezen, soms be
hielden Engelsen hun hoge rang, hun functie
en hun bezit, als ze in Willem's gunst waren
gedrongen, weer andere kochten het terug!
Het kerkelijk bezit bleef in het algemeen on
aangeroerd (uitgezonderd dan die kloosters,
van welke de monniken tot de dood toe tegen
de Veroveraar hadden gevochten). Misschien
mede daardoor stelden velen zich en hun bezit
onder bescherming van de bisschop. Vrouwen
en mannen werden gelijkelijk in de confiscatie
betrokken.
Tijdens het grote onderzoek in 1086 werden
ook personen in hun eigendomsrechten her
steld! Hiervan zijn verschillende voorbeelden
(Berkshire, dl. 1, blz. 58, 62, 159). Wij vin
den tevens bewijzen van mildheid en recht
vaardigheid, maar dan betrof het soms ook
kerkelijke eigendommen (dl. 1, blz. 252).
Onregelmatig lijkt ook het feit, dat verschei
dene eigendommen voorkomen onder het
hoofd „Invasiones" of „Invasiones super
RegemHet betrof hier meestal claims van
Normandiërs tegen Normandiërs m.b.t. land,
waarvan men geen titel van de koning kon
tonen. De bezitters heetten dan „invaders".
Essex, Suffolk en Norfolk waren zonder
tegenstand in Willem's handen gevallen.
Daar vandaan kwamen zijn eerste ambte
naren.
Wij vermelden reeds, dat de kroniekschrijvers
zich opwonden over deze „spionage op grote
schaal". In verschillende plaatsen leidde het
zeker onwelkome onderzoek tot openbare rel
letjes, waarbij verscheidene doden vielen.
In Lammastide werd na de Great Survey op
een ongebruikelijke tijd de grootste van alle
bijeenkomsten georganiseerd. De koning wist
nu, wat hij weten wilde. Alle delen en alle
landeigenaren die het waard werden geacht,
moesten in Salesbury samenkomen. De ko
ninklijke kwartieren werden gevestigd in het
kasteel op de heuvel, waar Osmund's mun
sterkerk oprees, terwijl het enorme plein ge
reedstond voor het grote tentenkamp en voor
de ontvangst van meer dan 60000 vooraan
staanden. Hier werd een nieuwe wetgeving
van kracht, volgens welke iedere vrije zijn eed
van trouw rechtstreeks moest afleggen voor
de koning. Hij was dus niet meer in de eerste
plaats gebonden aan zijn lord. Hier werd het
grote denkbeeld van Willem: Engeland te
maken tot een ondeelbaar koninkrijk, omgezet
in een geschreven wet.
(Wordt vervolgd)